Adolescenten die minder sterk op positieve informatie en juist sterker op negatieve informatie reageren, hebben meer kans op het ontwikkelen van een depressie dan adolescenten bij wie dat andersom is. Daarmee is deze manier van reageren mogelijk een indicator voor vatbaarheid voor depressie. Dat blijkt uit onderzoek van Charlotte Vrijen, die volgende week, maandag 13 mei, op het onderwerp promoveert.
Doorgaans laten mensen sterke reacties zien op positieve of belonende ervaringen. Niet iedereen heeft dit echter in dezelfde mate: sommige mensen reageren minder sterk op positieve informatie en juist sterker op negatieve informatie. Zij hebben een zogenaamde lage positieve bias. Vrijen onderzocht in zeven verschillende studies het verband tussen een lage positieve bias en depressie. Ze heeft hierbij gebruikgemaakt van zelfrapportages, gestructureerde klinische interviews, gegevens afkomstig uit gestandaardiseerde gedragstaken en biologische markers, en combineerde gegevens die elke twee à drie jaar verzameld zijn met fijnmaziger gegevens die drie keer per dag werden verzameld.
Ze onderzocht of een lage positieve bias tijdens de adolescentie een voorspeller was van latere depressie en wat de implicaties van een lage positieve bias waren in het dagelijks leven. Met een interventiestudie onderzocht ze of op de persoon toegesneden leefstijladvies en een extreme vrije-val-ervaring (tandem parachutesprong) voor een toename in plezier en een toename in positieve bias konden zorgen bij jongeren die last hadden van verlies van plezier.
Een belangrijke bevinding van haar onderzoek is dat een lage positieve bias gedurende de adolescentie een voorspeller was voor latere depressie en daarmee mogelijk een indicator is van vatbaarheid voor depressie.
In het dagelijks leven hielden jongeren met een hoge positieve bias hun positieve ervaringen langer vast dan jongeren met een lage positieve bias. Dit kan mogelijk verklaren waarom jongeren met een lage positieve bias meer kans hebben om depressief te worden. In de interventiestudie werden aanwijzingen gevonden dat op de persoon toegesneden leefstijladvies resulteerde in een toename in plezier, maar er werden geen aanwijzingen gevonden voor een toename in positieve bias.
Curriculum Vitae
Charlotte Vrijen (1978) studeerde Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en promoveerde in de filosofie in 2007. Na een aantal jaren buiten de wetenschap te hebben gewerkt deed ze een tweede promotieonderzoek bij het Interdisciplinair Centrum Psychopathologie en Emotieregulatie (ICPE) van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Vrijen is sinds eind 2018 werkzaam als postdoctoraal onderzoeker bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RUG. De titel van haar proefschrift luidt: “Happy faces and other rewards. Different perspectives on a bias away from positive and toward negative information as an underlying mechanism of depression”.
Bron: UMCG
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! Opgeven van je mailadres is voldoende.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines