Voor 2015 is het totale budget voor de Jeugdhulp van € 3,9 mld verdeeld naar gemeenten op basis van historische kosten 2012 (jeugd ggz obv 2011). Hiervan is € 988 miljoen afkomstig van de jeugd ggz op grond van de Zvw en een kleiner, onbekend deel, afkomstig van de jeugd ggz op grond van de AWBZ.
Het streven van het Rijk is om vanaf 2016 met behulp van een ingroeitraject te beginnen met de overgang naar een objectief verdeelmodel. Dat wil zeggen dat de middelen, stapsgewijs, met behulp van objectieve (gemeentelijke) kenmerken verdeeld gaan worden. Dit onder andere omdat de huidige verdeling niet dynamisch is, het houdt geen rekening met ontwikkelingen sinds 2012 of toevallige incidentele effecten in 2012 (2011 voor jeugd ggz).
Eind december heeft de VNG in een factsheet een eerste inzicht gegeven in de financiële kant van de verdeelaspecten voor zowel de WMO als de Jeugdhulp. De VNG benadrukt in de factsheet ook de samenhang. Immers, de middelen voor Jeugdhulp, WMO 2015 en de Participatiewet worden vanaf 2015 in principe voor drie jaar verstrekt via één integratie-uitkering en blijven apart zichtbaar op de gemeentefondsbegroting.
Bron: GGZNederland (http://www.ggz-connect.nl/bericht/3521/verdeelmodel-jeugdhulp)