Jongeren met een autismespectrumstoornis hebben een ongeveer 5 maal groter risico op het ontwikkelen van psychotische stoornissen. Dat lijkt althans aannemelijk op basis van een patiëntcontrolestudie, waarin 9000 Zweedse jongeren met autisme werden vergeleken met 90.000 controles (JAMA Psychiatry 2015; online 25 maart).
Van belang is dat het in absolute zin om kleine risico’s gaat: 0,6% van de autistische jongeren ontwikkelde een psychotische stoornis, tegen 0,1% van de controlegroep. Ter vergelijking: op basis van het NEMESIS-II-onderzoek wordt de ‘lifetime’-prevalentie van schizofrenie in Nederland geschat op 0,5%.
Voor de Zweedse studie selecteerden Jean-Paul Selten (Universiteit Maastricht) en collega’s uit het Stockholm Youth Cohort 9000 jongeren die voor hun 16e verjaardag de diagnose van een autismespectrumstoornis kregen. Zij werden ieder gematcht met 10 controlejongeren van dezelfde leeftijd uit dezelfde regio en gevolgd in de periode 2001-2011. Ook ruim 11.000 niet-aangedane broers en zussen van de patiënten werden gematcht met 110.000 controles.
De autistische jongeren hadden een krap 5 maal verhoogde kans om een psychose door te maken, meestal een ‘psychotische stoornis niet anders omschreven’. Het risico was iets groter onder jongeren met een normale intelligentie die het relatief goed deden op school. Het risico op een bipolaire stoornis was ook verhoogd: ruim 4 keer. Broertjes en zusjes van patiënten hadden ook een iets verhoogd risico op psychosen en bipolaire stoornissen: respectievelijk 1,8 en 1,7 maal verhoogd.
Selten en collega’s benadrukken dat vervolgonderzoek met diagnostische interviews nodig is om de dubbeldiagnosen van autisme en psychotische stoornissen te bevestigen, de overlap in symptomen kan immers groot zijn, vooral bij patiënten met een slechte cognitie.
Bron: NTvG / Esther van Osselen (https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/autistische-jongeren-krijgen-vaker-psychose-bipolaire-stoornis)