Het besluit van het Ministerie van Financiën over een verwachte ruimere toepassing van de BTW-vrijstelling, voor onder andere masterpsychologen die gezondheidkundige diensten verrichten, zal pas over een aantal weken bekend worden. Het Ministerie past het uitvoeringsbeleid aan naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 27 maart 2015.
In september vorig jaar berichtte het NIP dat het besluit van het Ministerie toen al op korte termijn werd verwacht. De beroepsvereniging adviseerde toen op gezag van een ambtelijke reactie van het Ministerie van Financiën dat universitair geschoolde psychologen de vrijstelling alvast konden toepassen bij de aangifte. Er is nu echter een aanleiding om dit advies te nuanceren.
Er is nog steeds geen zekerheid over de te verwachten inhoud van het uitvoeringsbeleid. Naar aanleiding van inzage in een concept-tekst acht het NIP het mogelijk dat de regeling niet expliciet iets zegt over met name genoemde opleidingen, in casu de studie psychologie. Het is te verwachten dat niet elke afgeronde universitaire opleiding psychologie één op één voldoet aan de te stellen voorwaarden. Het NIP verwacht, naar aanleiding van contact met een ambtenaar van het Ministerie van Financiën, dat psychologen die gezondheidskundige handelingen verrichten en van wie de afgeronde universitaire opleiding in een behoorlijke mate op die beroepsuitoefening gericht was, vrijstelling zullen mogen toepassen.
Het NIP adviseert met deze gedachte in het achterhoofd door te gaan met de vrijstelling bij de aangifte en nog een paar weken te wachten op duidelijkheid. De belastinginspecteur beslist echter zelfstandig over de situatie. Wie zeker wil weten dat de belastinginspecteur instemt met de wijze waarop hij/zij omgaat met de BTW-plichtigheid, kan contact opnemen met het belastingkantoor.
Het is mogelijk dat, zolang er geen aangepast besluit is, de belastingdienst de huidige formele situatie zal uitleggen, namelijk dat u aangifte van BTW moet doen en moet betalen, indien van toepassing zelfs met terugwerkende kracht; en dat u hooguit daarbij bezwaar kan maken tegen de heffing omdat u vindt dat uw diensten van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau zijn als van wel vrijgestelde psychologen.
Bron: PsyNIP (http://www.psynip.nl/index.php?p=1329285)