Behandelaars keuren fraude af, maar vinden declaratieregelgeving slecht werkbaar

Deze week heeft de NZa (Nederlandse Zorg Autoriteit) een onderzoek gepubliceerd naar het naleven van de declaratieregels door GGZ-zorgaanbieders. De resultaten van het onderzoek moeten de NZa helpen om behandelaars in staat te stellen om gemakkelijker de declaratieregels na te leven. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt het onderzoek een goed initiatief van de NZa.

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat verreweg de meeste aanbieders correct declareren belangrijk vinden. Tegelijk zeggen veel van hen dat de declaratieregels in de GGZ slecht werkbaar zijn. Ook bleken die regels op de website van de NZa niet eenvoudig vindbaar. NZa heeft de regels op haar website nu overzichtelijk gegroepeerd per vorm van GGZ-zorg.

De conclusies en de aanbevelingen in het rapport:

1. Behandelaars vinden correct declareren belangrijk en keuren fraude af. Toch gaan behandelaars heel flexibel om met de declaratieregels en vinden zij veel situaties die de NZa afkeurt acceptabel.

2. Incorrect declareren komt deels voort uit onvoldoende kennis over de declaratieregels. Het lijkt erop dat behandelaars toch nog niet goed op de hoogte zijn van wat wel en niet mag. Behandelaars geven zelf ook aan behoefte te hebben aan duidelijkheid over de (veranderende) declaratieregelgeving.

3. Incorrect declareren komt ook deels door het werkbaar maken van de declaratieregels in de praktijk. De gedetailleerde administratie en vele regels zijn volgens behandelaars soms lastig toepasbaar in de ggz. Behandelaars hebben daarbij vooral last van de wisselende eisen die zorgverzekeraars aan hen stellen.

4. Behandelaars staan negatief tegenover de declaratieregelgeving. Ze hebben het idee dat de patiënt niet centraal staat en de expertise van de behandelaars ondermijnd wordt. Dit zijn twee belangrijke motieven voor behandelaars om van de declaratieregels af te wijken.

5. Behandelaars zien nog weinig voordelen van de declaratieregelgeving. Ze merken onvoldoende dat de regelgeving bijdraagt aan een efficiënte inzet van tijd, beheersing van de kosten en transparantie in de zorg.

6. Behandelaars kijken vooral op een negatieve manier naar de zorgverzekeraars en hebben hoop dat een partij tegenwicht biedt aan de machtige zorgverzekeraar. Aan de NZa denkt men veel minder als het gaat over de declaratieregelgeving.

Aanbevelingen:
1. Draag als NZabeter uit wat wel en niet acceptabel is, behandelaars zijn ervan overtuigd dat wat zij doen acceptabel is. Kom daarover eerst intern op één lijn (mogen gemiddeldes bij het tijdschrijven wel of niet?), bepaal welke regels volgens de NZagehanteerd moeten blijven en communiceer en houdt toezicht op de juiste aanpak. De onlangs gepubliceerde toezichtonderzoeken van de NZahebben impact bij de behandelaars die hiervan gehoord hebben.

2. Er is zeker nog ruimte voor kennisoverdracht vanuit de NZa. Zorg ervoor dat behandelaars informatie ontvangen over de regelgeving en met name over belangrijke wijzigingen per beroepsgroep. De NZais een geloofwaardige afzender en de beroeps-of branchevereniging is het beste kanaal om de behandelaars te bereiken.

3. Ga met zorgverzekeraars in gesprek om de wisselende eisen die zij stellen werkbaarder te maken voor de behandelaars. Laat zorgverzekeraars hun afwegingen toelichten zodat behandelaars zien dat zorgverzekeraars hier bewuste en verantwoorde keuzes in maakt. Zorg er tevens voor dat de verschillen per zorgverzekeraar overzichtelijk per beroepsgroep wordt weergegeven zodat behandelaars hier makkelijk bij kunnen. Daarnaast hebben behandelaars ook baat bij tips en tricks over hoe zij het beste met de regelgeving om kunnen gaan.

4. Probeer deze negatieve houding te veranderen door enerzijds de behandelaars te betrekken bij het creëren van de declaratieregelgeving en uit te leggen wat de achterliggende gedachte is van sommige regels. Laat zien in welke mate deze regelgeving bijdraagt aan de zorg voor de patiënt. Denk samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders na over hoe er meer begrip voor elkaars situatie kan ontstaan. Bijvoorbeeld door met elkaar in gesprek te gaan of een snuffelstage.

5. Licht de regelgeving toe en laat zien op welke manier de regelgeving bijdraagt aan transparantie in de zorg, efficiënter werken en kostenbeheersing. Bijvoorbeeld door best practiceste tonen en rolmodellen in te zetten. Het is daarbij belangrijk ook te laten zien op welke manier deze best practicesen rolmodellen een bijdrage leveren en wat de voordelen hiervan zijn (voor behandelaars, patiënten en de zorg als geheel).

6. Denk na over mogelijke interventies vanuit NZa. Werk de ideeën uit de ideeëngenerator met de minste inspanning en de meeste impact verder uit. Toets de nieuwe interventies bij de behandelaars.

Voor het hele rapport: NZa (https://www.nza.nl/1048076/1048181/Resultaten_onderzoek_declaratieregelnaleving_ggz.pdf)