Werken aan leefstijl: winst voor de GGZ?!

Sonja van Hamerveld

Zorg voor een gezonde leefstijl is een actueel thema in onze samenleving. Onderzoek laat de samenhang zien tussen een ongezonde leefstijl en een reeks van ziekten en aandoeningen. Ongezonde voeding, inactiviteit, roken, alcohol en stress - vooral in hun onderlinge combinatie - dragen daar in hoge mate aan bij. Als we uitgaan van de rol van leefstijl bij het beïnvloeden van onze gezondheid, is 50 procent van de ziektelast vermijdbaar en toe te schrijven aan bekende gedrags- en omgevingsfactoren (Mackenbach 2010)

Hoe ver is de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) bij het makkelijker, leuker en toegankelijker maken van gezond gedrag? Welke ontwikkelingen zie je en wat zijn oplossingsrichtingen?

Onderzoek wijst uit dat veel mensen met ernstige psychische aandoeningen een ongezonde leefstijl hebben. Dit gaat vooral om een ongezonde voeding, inactiviteit en roken. Zij hebben naast hun psychiatrische aandoening ook vaak één of meerdere lichamelijke ziekten. Patiënten met ernstige psychische stoornissen overlijden 15 tot 20 jaar eerder dan gezonde mensen. Hierbij is doodsoorzaak nummer één hart- en vaatziekten. Diabetes komt twee tot vier keer meer voor. Het metabool syndroom komt bij psychiatrische patiënten 50 procent vaker voor dan bij mensen zonder ernstige psychische stoornis.

Somatische onderbehandeling in de GGZ

Langdurig medicatiegebruik is een belangrijke factor bij het ontstaan van gezondheidsproblemen. Deze gezondheidsproblemen dragen op hun beurt weer bij aan een ongezonde leefstijl en/of belemmeren initiatieven tot gezonder gedrag. Daarnaast zijn hulpverleners nogal pessimistisch over het effect van inspanningen die gericht zijn op leefstijlbevordering. In hun begeleiding en behandeling gaan zij het gesprek over leefstijl niet structureel aan. Er is op het gebied van somatiek en leefstijl bij patiënten met een ernstige psychische aandoening grote onderbehandeling.

Patiëntenperspectief

Het Landelijk Platform GGZ verrichtte er onderzoek naar. Ten aanzien van lichamelijke gezondheid en leefstijl laat dit onderzoek schokkende uitkomsten zien: 72 procent van de patiënten heeft nooit advies of behandeling gekregen voor gezond leven of lichamelijke gezondheid. 55 tot 75 procent van de cliënten geeft aan dat er geen tot (veel) te weinig aandacht voor afzonderlijke leefstijlthema’s is (Landelijk platform GGz 2014).

De literatuur wijst uit dat er nog maar weinig wetenschappelijke evidentie is voor werkzame leefstijlinterventies in de GGZ. Er zijn aanwijzingen dat afzonderlijke leefstijlinterventies minder effectief zijn dan een integrale leefstijlaanpak met aandacht voor verschillende leefstijlaspecten (Wiegers 2012).

Medewerkers in de GGZ

Ook medewerkers in de GGZ zijn gemiddeld ook zwaarder en roken meer dan gemiddeld. Hun verzuim bedraagt 4,9 procent. Het landelijk verzuim ligt op 3,7 procent (CBS 2014).

Ontwikkelingen ter verbetering van de somatische zorg in de GGZ

Inspectie van de gezondheidszorg

De inspectie van de gezondheidszorg toetst vanaf 2014 alle GGZ instellingen op de volgende bouwstenen: beleid, somatische screening, voorlichting, leefstijlcoaching, dossiervorming en scholing (Tietema 2012).

Richtlijn Somatische Screening en Leefstijl (Meeuwissen 2015)

Dit voorjaar verschenen er twee nieuwe richtlijnen: de Multidisciplinaire richtlijn Somatische screening bij patiënten met een ernstige psychische aandoening en de Multidisciplinaire richtlijn Leefstijl bij patiënten met een ernstige psychische aandoening.

In de richtlijn Somatische screening wordt aanbevolen dat er periodiek een somatische screening wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt een leefstijlanamnese afgenomen. Hierin dienen de volgende aspecten naar voren te komen: Voeding en eetpatroon; Bewegen en sport; Welbevinden en ontspanning (de balans tussen belasting en belastbaarheid); Middelengebruik (tabak, alcohol, koffie, medicatie zonder recept, drugs); Slapen (dag- en nachtritme, opstaan); Seksueel gedrag en SOA-preventie; Hygiëne (waaronder mondhygiëne).

Met meer structurele aandacht voor leefstijl in de GGZ willen we:

Mensen ondersteunen naar een gezondere leefstijl ter bevordering van herstel en bescherming van co-morbiditeit.

Betere resultaten van de psychiatrische behandeling.

Vergroten eigen aandeel in behandeling en begeleiding.

Verlaging van de zorgkosten.

Wat zijn essentiële oplossingsrichtingen?

Structurele aandacht in begeleiding en behandeling is nodig om de gezonde keuze makkelijker, toegankelijker en leuker te maken. Daarvoor zijn de hoofdingrediënten:

Motiverende gespreksvoering

Uitvoering van een gestructureerde leefstijlanamnese

Beïnvloeden van omgevingsfactoren

1          Motiverende gespreksvoering (MI)

Motiverende gespreksvoering is een waardevolle gespreksstijl om de eigen motivatie van mensen en de bereidheid tot veranderen te versterken. Het heeft mede tot doel de intrinsieke motivatie bij mensen te vergroten.

Motiverende gespreksvoering is bewezen effectief bij onder meer de diabeteszorg en diëtetiek. Ook in de GGZ en de verslavingszorg zijn studies verricht naar motiverende gespreksvoering. Zo laat bijvoorbeeld een experimentele studie zien dat rokende cliënten met schizofrenie (N=78), benaderd volgens motiverende gespreksvoering, vaker deelnemen aan ‘stoppen met roken’-programma’s dan de patiënten uit de controlegroep die deze benadering niet ontvingen (Steinberg 2004).

Motiverende gespreksvoering bestaat uit: stellen van open vragen, reflecteren, samenvatten en bevestigen. Deze vaardigheden vormen de basis voor het ontlokken van een veranderwens.

Daarnaast zijn ‘nooit oordelen’ en ‘niet oplossen’ (geen ongevraagde adviezen en tips geven) onlosmakelijk verbonden met het succes in de coaching.

Een ezelsbruggetje voor motiverende gespreksvoering is de ONONO-regel: Open vragen-Nooit Oordelen-Niet Oplossen. Om deze vaardigheden goed te beheersen en te onderhouden, is continue training in motiverende gespreksvoering bij hulpverleners vereist.

2          Het uitvoeren van een gestructureerde leefstijlanamnese

Naast motiverende gespreksvoering zijn de volgende elementen belangrijk bij het ontlokken van een duurzame gezonde gedragsverandering (Mesters 2010).

Kennis en inzicht

Kleine stappen, haalbare SMART- doelen en eigen regie

Meten, monitoring, opvolgen en herhalen

Leefstijlanamnese en E-Health

Kennis en inzicht

Over het algemeen zijn mensen geneigd de hoeveelheid dagelijkse beweging en de gezondheid van eten te overschatten. Veel mensen weten niet hoeveel ze zouden moeten bewegen. De aanbeveling om dagelijks minimaal 30 minuten matig-intensief te bewegen is niet zo helder als ze lijkt. Laat staan bij een ‘BMI > 25’, dan geldt een bewegingshoeveelheid van 2 x 30 minuten per dag.

Ook wordt gezondheidsgedrag onjuist ingeschat door de manier waarop we onszelf met anderen vergelijken. Degenen die hun hoeveelheid beweging overschatten, vergelijken zichzelf vaak met anderen die net zo weinig of zelfs nog minder bewegen dan zijzelf. De realisten daarentegen vergelijken zich juist vooral met mensen die meer bewegen dan zijzelf.

Mensen onderschatten daarmee vaak de gezondheidsrisico’s die met hun leefstijlgedrag samenhangen.

Daarentegen lijken hulpverleners de kennis van hun patiënten juist te overschatten. Ze beoordelen de gezondheid van de patiënt door hun ‘eigen bril’ en schatten het leefstijlgedrag van de patiënt daarmee gunstiger in dan reëel is (Mesters 2010).

Literatuur laat zien dat voorlichting geven het beste werkt wanneer de informatie goed is afgestemd op de kenmerken en de situatie van de patiënt. We noemen dat ook wel ‘tailoring’. Mensen zijn meer geneigd om informatie goed tot zich te nemen wanneer de boodschap goed aansluit bij overwegingen die voor hem of haar relevant zijn.

Kleine haalbare stappen en eigen regie

Patiënten en hulpverleners zijn vaak geneigd veel te hoge doelen te stellen. De kans van slagen is daardoor klein en houdt ook een volgende gedragsverandering tegen. Bij leefstijlcoaching in de GGZ is het essentieel dat de hulpverlener samen met de patiënt de doelen klein en haalbaar houdt, ook wel Kaizen genoemd.

Het is van groot belang dat de patiënt de leiding hierin heeft en daarbij zelf aangeeft wat hij of zij als eerste wil aanpakken, met welke doelen en op welke wijze.

Meten en monitoren

Meetbaar maken van veranderingen en ontwikkelingen helpt. Als mensen zien dat er vooruitgang wordt geboekt met hun aangepaste leefstijlgedrag, verhoogt dit de motivatie om door te gaan. Het biedt inzicht in het eigen gedrag en de gevolgen hiervan.

Leefstijlinterview/ Ehealth

Om bovenstaande aspecten in behandelingen te kunnen integreren, wordt het leefstijlinterview aanbevolen. Een voorbeeld daarvan is Leefstijlinbeeld.nl. Deze leefstijlmethodiek wordt momenteel op verschillende plekken in Nederland geïmplementeerd. Zowel binnen en buiten de GGZ, waarbij ook onderzoek naar de bruikbaarheid en de effectiviteit van het instrument plaatsvindt.

Een dergelijke methodiek geeft de patiënt en hulpverlener houvast bij het doelgericht werken aan leefstijlverandering. Het instrument laat de patiënt zelf zijn eigen doelen kiezen. Aan deze doelen werken zij vervolgens systematisch krijgen zij informatie op maat. Via monitoring van de resultaten wordt de voortgang zichtbaar.

3          Omgevingsfactoren:

Onze omgeving is van zeer grote invloed op onze (bewuste en onbewuste) keuzes en daarmee leefstijlgedrag. Ons gedrag wordt daarmee voor een belangrijk deel bepaald door onze omgeving. We zijn ons lang niet altijd bewust van deze beïnvloeding.

Wat kun je doen in de omgeving om mensen makkelijker een gezondere keuze te laten maken? Denk daarbij aan vragen als: wat is het beleid op roken? In hoeverre kun je als patiënt gezonde keuzes maken omtrent voeding? Hoe zijn de beweegprikkels? Wat is het beleid op de voorbeeldrol van hulpverleners? Hoe beweeg je zelf? Wordt er samen met patiënten gerookt? In hoeverre ben je als hulpverlener bewust van je eigen gedrag?

Tips voor de praktijk:

Hulpverleners overschatten hun eigen basisgespreksvaardigheden. Vooral het stellen van open vragen in combinatie met reflecties worden flink overschat. Het bekwaam worden en blijven in gespreksvaardigheden is een doorlopend proces.

Hulpverleners zijn te snel geneigd om voor de patiënt te oordelen en op te lossen. Geef de patiënt eens zelf een kans. Stilte mag er zijn. De wensen van de patiënt verschilt niet met die van andere mensen; iedereen wil dat er rekening wordt gehouden met zijn menselijke behoefte aan waardigheid en autonomie.

Als je moe uit een gesprek komt, ga dan eens bij jezelf na hoe hard je hebt gewerkt? Hoe hard heb je je cliënt daarmee zelf aan het werk gezet (en zijn eigen regie ontnomen)?

Pas op voor het veroordelen van ongezond gedrag. Een Health Terrorist is iemand die zijn gezondheidsideeën aan anderen oplegt. Dat is niet effectief. Laat mensen in hun waarde en probeer ze uit te dagen in plaats van ze aan te spreken, of te zeggen wat ze anders zouden moeten doen. Probeer daarbij altijd te denken hoe dat voor jezelf zou zijn.

Blijf up-to-date. Volg bijvoorbeeld E-learning: somatische screening en leefstijl (dit wordt aangeboden via de Ecademy) en motiverende gespreksvoering.

Ga met je team alvast aan de slag: inventariseer met elkaar waar er voor jullie al winst te halen zou zijn. Betrek waar mogelijk cliënten.

Ervaringsdeskundigheid op dit gebied is groot, zoals leefstijlbuddy’s. Check welke rol een ervaringsdeskundigheid hier in kan vervullen.

Waar ligt nog voor jou een wens rondom je eigen vitaliteit? Wat kun je doen om het zelf ook vol- en leuk te houden?

Als jij een gezonde leefstijl belangrijker maakt, wordt de kans groter dat de patiënt het ook belangrijker gaat vinden.

Afsluitend

Het wordt steeds zichtbaarder en duidelijker wat de invloed is van bepaalde leefstijlgedragingen bij het vóórkomen, instant houden of uitlokken van bepaalde ziekten en aandoeningen.

Deze bewustwording biedt een uitgelezen kans voor de GGZ om mensen vanuit eigen regie en herstel meer te coachen. Verpleegkundigen in de GGZ, de gezondheidsbevorderaar: pak je kans, het ligt voor het oprapen!

Auteur:

Sonja van Hamersveld is verpleegkundig specialist en oprichter van Charly Green, een organisatie die zich richt op advies en begeleiding naar meer gezondheid in instellingen en organisaties.

Literatuurlijst:

Mackenbach, J.P. (2010). Ziekte in Nederland: gezondheid tussen politiek en biologie Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg.

Meeuwissen, JAC, et al. Multidisciplinaire richtlijn Leefstijl bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Utrecht: V&VN. 2015

Wiegers, T.A, Schoonmade L.J., Verhaak, P.F.M. Effecten van lifestyle interventies in de GGZ, Nivel 2012.

Tietema, W, et al. Leefstijlcoaching en somatische screening bij psychiatrisch patiënten. Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012- nr. 6.

Landelijk platform GGz 2014 meldactie: bezuinigingen in de GGz meer pillen, minder kwaliteit.

Cliëntenbelang Amsterdam en Zorgbelang Noord-Holland. Resultaten van een onderzoek door het regionaal expertteam (RET) 2014.

Steinberg ML, Ziedonis DM, Krejci JA, Brandon TH (2004) Motivational interviewing with personalized feedback: a brief intervention for motivating smokers with schizophrenia to seek treatment for tobacco dependence.consult clinical psychology 72(4):723-8.

Mesters I et al. (2010) standaard web-based leefstijlinterventies

Websites:

http://www.venvn-spv.nl/nieuwsbrief/nieuwsbrief23-richtlijn-leefstijl-patienten-ernstig-psy-aandoening.pdf

www.charlygreen.nl

www.CBS.nl