Oude kranten: het congres “Te gek om los te lopen”

Elke maand neemt de redactie de stapel oude kranten op haar bureau door, op zoek naar aanknopingspunten in het verleden die iets zeggen over verschijnselen van vandaag. Zijn er verschillen? Zijn er overeenkomsten? Breek- of startpunten? Deze maand een bloemlezing uit het eerste Maandblad Geestelijke Volksgezondheid (MGV) van 1971.

Alsof de stapel op ons bureau nog niet groot genoeg is, stuurde Guus de Beer ons deze maand de eerste MGV uit 1971, geheel gewijd aan het kongres (jawel, met een ‘k’) “te gek om los te lopen”. De Beer werkt aan een boek over de geschiedenis van de jeugdzorg van 1970 tot 2012 (zie www.40jaarjeugdzorg.nl) en bij het opruimen van zijn archief schonk hij dit collectors-item aan de redactie van GGZTotaal. Die op haar beurt twee avonden heeft zitten smullen, zich verwonderen en, eerlijk is eerlijk, zich een kriek heeft zitten lachen.

Het congres werd gehouden omdat, aldus het Nederlands Dagblad, “men tot de conclusie is gekomen dat na 25 jaar Geestelijke Gezondheidszorg de situatie ernstiger lijkt dan ooit. Een kwart van de Nederlanders zou te kampen hebben met min of meer ernstige psychische en emotionele moeilijkheden, die voor een belangrijk deel te wijten zouden zijn aan de maatschappij zoals die is.”
Zie daar het begin van de jaren ’70.

MGV wijdt vrijwel het hele januari nummer aan een evaluatie van het congres. Een proces-evaluatie wel te verstaan, de inhoud vond de redactie blijkbaar minder interessant. En inderdaad, met de wijsheid van achteraf is de proces-evaluatie zeer interessant.

Zo schrijft Meta Petri: “Het samenzijn wordt verwarder, onbevredigender: met 1500 mensen discussiëren over een nieuwe, grootse gedachte, het welzijnsparlement, lijkt niet haalbaar.” Om even later te verhalen hoe iemand uitgebreid vertelt dat zijn vrouw in een inrichting zit en dat hij haar niet meer mag zien. Anderen in de zaal eisen vervolgens dat het probleem van de man opgelost wordt, vóór dat het congres verder gaat, hier en nu. Omdat dit een voorbeeld is hoe de psychiatrie er aan toe is. De zaal gaat in discussie over de vraag of de man in zo’n volle zaal te helpen is. Verwarring alom. Petri beschrijft een Poolse landdag, met veel amateuristische en ondoordachte ideeën, en discussies die nog nét niet ontaarden in handgemeen.

Is het tekenend voor de tijd, en daarmee minder verwijtbaar, zo’n chaos? Misschien, maar niet voor iedereen. De MGV liet, geheel volgens de tijdgeest, ook de criticasters voluit aan het woord. En die waren niet mals. Zo schrijft een fysiotherapeut: “…ik heb toch al heel wat congressen meegemaakt (…) maar zoiets als dit… wat een afgang, wat een ontzettend fiasco. (…) De geestelijke gezondheidszorg zit nog in de kinderstoel - wat zeg ik, in de luiers! Als mensen zó onvolwassen reageren… ja, dan is het ook geen wonder dat ze zo in de puree zitten. (…) Het is toch de waanzin ten top om met 1500 man te willen gaan discussiëren… dat kán toch helemaal niet.”

Iets positiever is een sociaal-psychologe: “…. vond ik dat het veel elan had, aan de andere kant (….) Je wordt op zo’n congres steeds geconfronteerd met mensen die wel progressief denken, maar het niet kunnen zijn; met mensen ook die geen kritiek op hun eigen beroep kunnen verdragen….. vooral artsen hebben dat.”

Hoe het ook zij, de doelstelling van “Te gek om los te lopen” lijkt in ieder geval erg op die van het congres “Een nieuwe GGZ”, waarover elders in dit magazine een verslag.