“Doordat de jeugd-GGZ uit de Zorgverzekeringswet is losgemaakt en naar de gemeente is overgegaan, zijn we van de ene wereld in de andere terechtgekomen en dat levert nieuwe raakvlakken op. En raakvlakken is, naar mijn mening, vaak een ander woord voor problemen.” Dat betoogde ZN-voorzitter André Rouvoet in zijn speech tijdens de Inspiratieconferentie Jeugd 18-/18+ onlangs, georganiseerd door het Jongeriusoverleg. Hij moedigde daarin iedereen aan om vanuit het huidige stelsel te zoeken naar oplossingen, goed samen te werken (10 tips), scharrelruimte te benutten en vooral: oog te houden voor de jongeren door het voorkomen van schulden en het continueren van de behandeling.
“Systemen heb je nodig, maar ze veroorzaken ook problemen. Ik voel me verplicht tot het zoeken van oplossingen. Want het gaat natuurlijk om de mensen, niet om de systemen. Vanuit verschillende kaders werken we aan een gezamenlijk doel”, vertelde Rouvoet. Hij geeft aan reële knelpunten te zien. Wie 18 is, moet zelf zijn verzekeringspremie betalen. En zorgtoeslag aanvragen. Ook krijgt een 18-jarige krijgt te maken met eigen risico. En wat als een jongere in zorg is en zijn zorgverzekeraar heeft toevallig geen contract met de instelling? Dan moet hij – als hij 18 wordt – overstappen naar een andere behandelaar.
Scharrelruimte
“De zorgverzekeraars kunnen de regels niet veranderen, wel kunnen wij als zorgverzekeraars binnen de spelregels creatieve oplossingen zoeken. Bij voorkeur lokaal. Wanneer we de good practices verzamelen kunnen we misschien een stap verder zetten. Of we de grens van 18 jaar kunnen opheffen, weet ik niet. Maar als de regels ons te veel beperkingen opleggen, is het goed om scharrelruimte aan te vragen in de vorm van een experiment of een pilot. Wanneer je dit vanuit de uitvoeringspraktijk oppakt dan voorkom je dat jongeren na hun achttiende verjaardag meteen een schuld opbouwen. Of dat een jongere om financiële reden met een lopende behandeling moet stoppen. Samenwerking tussen gemeente en verzekeraars is hierbij essentieel, we moeten goed uitzoeken wat mag om deze jongere die 18 wordt hierin goede begeleiding en zorg te geven.”
Tot slot gaf Rouvoet de aanwezigen tien tips mee voor goede samenwerking:
1. Neem geen defensieve houding aan ten opzicht van elkaar
2. Zoek samenwerking (met gemeenten en instellingen)
3. Leer elkaars perspectief en taal
4. Ken elkaars beperking
5. Zoek bondgenoten
6. Begin eerder dan een paar maanden voor het achttiende levensjaar
7. Verlies jongeren niet uit het oog vanaf hun achttiende jaar
8. Zet in op het voorkomen van schulden
9. Werk toe naar een goede overgang
10. Laat de vergoeding nooit aanleiding zijn om een behandeling te stoppen
Bron: Zorgverzekeraars Nederland (https://www.zn.nl/338067458/Nieuwsbericht?newsitemid=1464369152)