Sinds 2011 is sprake van een dalende trend van het aantal hulpvragers in de verslavingszorg. Dat blijkt uit de cijfers die Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) donderdag publiceerde over de verslavingszorg
Deze daling zet zich in 2015 door. Of, en zo ja in welke mate factoren als de gemeentelijke transitieprocessen en de invoering van de generalistische basis GGZ op 1 januari 2014 een rol spelen in de daling van de hulpvraag in de verslavingszorg kan op basis van de LADIS cijfers niet worden vastgesteld.
Alcohol
De daling bij het aantal ouderen (55-plussers) met een alcoholhulpvraag is met 4% minder dan gemiddeld.
Opiaten
Het aantal hulpvragers is sinds 2006 gedaald. Toen waren er nog 13.500 hulpvragers voor opiaten (voornamelijk heroïne), in 2015 9.000. De gemiddelde leeftijd ligt inmiddels op 48 jaar en één op de vier is ouder dan 55 jaar. Minder dan 1% is jonger dan 25 jaar. Er melden zich relatief weinig nieuwe cliënten voor de behandeling van opiaatverslaving, 3% in 2015. Van de totale cliëntgroep kampt 66% met meer dan één verslavingsprobleem.
Cocaïne
In 2015 waren circa 7.300 cliënten in behandeling vanwege cocaïneproblemen. Dit is een daling van 10% ten opzichte van 2014. Het aandeel jongeren (<25 jaar) is de afgelopen 10 jaar gedaald, van 12% in 2006 tot 6% in 2015. Tegelijkertijd nam het aandeel ouderen (>55 jaar) toe van 2 naar bijna 10%. Cocaïne is het middel dat het meest voorkomt als nevenproblematiek.
Cannabis
In 2015 waren circa 11.000 cliënten in behandeling. Van 2001 tot 2011 nam de hulpvraag toe. Sinds 2011 is het aantal cliënten ongeveer gelijk gebleven.
Ongeveer de helft van de jongeren (<25 jaar) in de verslavingszorg heeft een cannabishulpvraag.
GHB
De hulpvraag GHB groeide tussen 2007 en 2012 van 60 naar bijna 800 cliënten. Vanaf 2012 is de hulpvraag ongeveer gelijk gebleven. Het aantal cliënten met een GHB-hulpvraag bedroeg in 2015 ruim 800. De GHB hulpvraag concentreert zich voornamelijk in delen van Noord-Brabant, Twente en Friesland. Het aandeel vrouwen ligt in vergelijking met andere problematieken met 39% relatief hoog.
Amfetamine en Ecstasy
De hulpvraag voor amfetamine is de afgelopen 10 jaar bijna elk jaar toegenomen. Het aantal hulpvragers is in 2015 ten opzichte van het jaar er voor met 1% gedaald. Deze daling is beduidend lager dan de gemiddelde daling van 7% in de gehele verslavingszorg. Het betreft 1.800 hulpvragers, merendeels tussen de 25 en 40 jaar.
De hulpvraag voor ecstasy is met 122 personen in 2015 beperkt in de verslavingszorg. De gemiddelde leeftijd van de hulpvragers voor ecstasy bedraagt 24 jaar en daarmee is de ecstasy- hulpvrager gemiddeld de jongste in de verslavingszorg.
Gokken
De hulpvraag voor gokken is in 2015 met 10% gedaald ten opzichte van 2014. Gokproblematiek speelt voornamelijk bij mannen (87%).
Bron: SIVZ (http://www.sivz.nl/nl/Nieuws)