Nederlandse jongere drinkt meer, maar begint later, volgens Europees onderzoek

Gisteren is in Lissabon het rapport van de vierjaarlijkse ESPAD (European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs) verschenen. Het rapport bundelt de gegevens van onderzoek in 35 Europese landen, waaronder Nederland, naar het gebruik van alcohol, tabak en drugs onder 15- en 16-jarige scholieren.

Het is de zesde keer dat het ESPAD rapport verschijnt sinds de start van de dataverzameling in 1995. Nederland neemt sinds 1999 deel. In 2015 deden in totaal 96.043 leerlingen mee, waarvan 1.684 uit Nederland. Voor het eerst zijn ook vragen gesteld over internetgebruik (o.a. gamen en social media).

De Nederlandse cijfers zijn eerder dit jaar al gepubliceerd in het Peilstationsonderzoek. In dit onderzoek worden de 15-16 jarigen in een Europees kader geplaatst. De trend in Europa komt overeen met de al eerder gesignaleerde trend in Nederland: een dalende lijn in het gebruik van nagenoeg alle middelen.

Roken
Het aantal Nederlandse jongeren dat voor hun 14e jaar ‘al eens gerookt’ heeft is met 16 procent duidelijk lager dan het ESPAD gemiddelde van 23 procent. Maar hoewel ook jongeren op het ooit gebruik met 39 procent lager scoren dan het ESPAD gemiddelde, geldt dat niet voor het dagelijks roken: dat is met 11 procent ongeveer gelijk aan het gemiddelde van 12 procent.

Alcohol: latere start maar vaak en veel
Voor alcoholgebruik geldt dat Nederlandse jongeren wat ouder zijn als ze beginnen met drinken dan hun Europese leeftijdsgenoten, maar als ze drinken drinken ze vaak en veel. Van de Nederlandse 15-16 jarige scholieren heeft 26 procent voor hun 14e jaar al eens gedronken, terwijl het ESPAD gemiddelde 47 procent is. Het ooit gebruik is in Nederland met 73 procent ook lager dan het ESPAD gemiddelde van 80 procent, terwijl het gebruik in de afgelopen maand ongeveer gelijk is.

Samen met Liechtenstein, Cyprus, Vlaanderen en Malta behoren we tot de hoogst scorende landen voor wat betreft het aantal keren alcohol gedronken in de afgelopen maand. Dat geldt ook voor de hoeveelheid alcohol gedronken op de laatste drink-dag. We staan op plaats 6 met boven ons Denemarken (hoogste frequentie), Estland, Zweden, Finland en Ierland.

Cannabis en andere drugs
Wat betreft cannabisgebruik en blowen scoren Nederlandse scholieren eveneens hoger dan gemiddeld, net als vier jaar geleden. Voor wat betreft ‘ooit gebruik’ 22 procent versus een ESPAD gemiddelde van 16 procent; voor gebruik in de laatste maand 12 procent versus 7 procent gemiddeld. Aantal keren gebruikt in het afgelopen jaar: met 11 keer hoger dan het ESPAD-gemiddelde van 8,9 keer. We staan op plek 5, na IJsland, Frankrijk, Ierland en Italië.

Voor ooit gebruik van XTC zijn de percentages 3 procent in Nederland versus 2 procent gemiddeld. Voor de overige harddrugs (percentage ooit gebruikt) zitten we op of rond het ESPAD gemiddelde en zijn de prevalenties laag. Voor Nieuwe Psychoactieve Stoffen staat Nederland daarentegen juist vrij laag in de lijstjes.

Internetgebruik en social media
Nederlandse scholieren zitten bijna elke dag online, gemiddeld 6.6 dagen, tegen een gemiddelde van 5.8 dagen. Denemarken scoort het hoogst met 6.8 dagen. Hetzelfde geldt voor het social media gebruik; 92 procent zat minstens 4 dagen op social media in de week voorafgaand aan het onderzoek. Hier scoorde alleen Finland hoger met 94 procent, tegen een ESPAD gemiddelde van 78 procent.

drugs drugs