Psychiatrische patiënten krijgen soms ten onrechte de diagnose ’frontotemporale dementie’. Frontotemporale dementie (FTD) is een vorm van dementie die begint met gedragsstoornissen en een verandering van iemands karakter. Het is al bekend dat FTD-patiënten regelmatig worden aangezien voor iemand met een psychiatrische stoornis, zoals een depressie, een bipolaire stoornis of schizofrenie. Uit het proefschrift van Welmoed Krudop blijkt dat dit andersom dus ook gebeurt. Nieuwsuur besteedde afgelopen zaterdag uitgebreid aandacht aan deze problematiek. Krudop promoveerde 23 september - in Wereld Alzheimerweek - bij VUmc.
Omdat frontotemporale dementie in het begin meestal niet de bekende dementieverschijnselen veroorzaakt, zoals geheugenverlies of verdwalen, wordt de ziekte vaak niet op tijd herkend. Gedragsstoornissen en verandering van het karakter van de patiënt leiden er regelmatig toe dat FTD wordt verward met een psychiatrische stoornis.
In het onderzoek van Krudop werden 137 patiënten met veranderd gedrag onderzocht door zowel een neuroloog als een psychiater, en twee jaar lang gevolgd.
Van deze groep bleek eenderde frontotemporale dementie te hebben, eenderde had een psychiatrische stoornis en nog eenderde had een andere neurologische aandoening. Ook werd duidelijk dat niet alleen FTD-patiënten soms ten onrechte een psychiatrische diagnose krijgen, maar dat andersom ook psychiatrische patiënten het risico lopen op een onterechte FTD-diagnose. Nooit eerder werden zo veel al langer bestaande testen, scans en onderzoeken direct vergeleken tussen FTD-patiënten en psychiatrische patiënten. De resultaten laten zien hoe belangrijk het is dat neurologen en psychiaters samenwerken en hun kennis delen, iets wat nog te weinig gebeurt.
’Om de juiste diagnose te stellen bij mensen waarvan niet direct duidelijk is wat er aan de hand is, zijn een aantal aspecten van belang’, aldus Krudop. De neuroloog en de psychiater moeten nauw samenwerken. Afwijkende gedragingen zoals dwangmatigheid moeten zorgvuldig in kaart worden gebracht. Er dient een MRI-scan te worden gemaakt, een follow-up-periode van enkele jaren is nodig, net als op het individu toegespitste aanvullende testen, zoals hersenvocht- of genetisch onderzoek.
Frontotemporale dementie komt bij mensen onder de 65 jaar net zo veel voor als de ziekte van Alzheimer. Goede diagnostiek is cruciaal voor de patiënten en voor hun naasten, maar ook voor onderzoek naar de behandeling van frontotemporale dementie in de toekomst.
Promovendus: W .A. Krudop
Titel proefschrift: The frontal lobe syndrome. A neuropsychiatric challenge.
Promotoren: prof .dr. Ph. Scheltens, prof.dr. M .L. Stek
Copromotor: dr. Y.A .L . Pijnenburg
Bron: VUMC (https://www.vumc.nl/onderzoek/promoties/september-2016/promotie-krudop/)
Bekijk hier (http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2135404-onterecht-de-diagnose-dementie.html) de uitzending van nieuwsuur