Geen aanwijzingen voor schadelijke langetermijneffecten van ADHD-medicatie

Geen schadelijke langetermijneffecten ADHD-medicatie op het brein

Print

05 december 2016

Content

ADHD-medicatie leidt op lange termijn niet tot schadelijke effecten op de ontwikkeling van het brein van kinderen. Bovendien blijkt dat kinderen met ADHD die medicatie gebruiken dezelfde ontwikkeling laten zien in hun gedrag als kinderen met ADHD die geen medicatie gebruiken. Dit blijkt uit onderzoek van hersenonderzoeker Lizanne Schweren van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 14 december aan de Rijksuniversiteit Groningen op de langetermijneffecten van medicatie bij kinderen met ADHD.

ADHD (attention-deficit/hyperactivity disorder) is een veelvoorkomende ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door aandachtsproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. ADHD wordt vaak al gediagnosticeerd in de kindertijd en de problemen zetten zich vaak voort in de adolescentie en volwassenheid. De exacte oorzaak van ADHD is niet bekend. Waarschijnlijk leveren veel verschillende factoren, inclusief genetische- en omgevingsfactoren, elk een kleine bijdrage aan het ontstaan en het beloop van de stoornis. ADHD wordt in verband gebracht met veranderingen in het dopaminesysteem. Ook blijkt uit studies dat bepaalde hersengebieden of hersensystemen bij mensen met ADHD subtiel afwijken.

Langetermijneffecten ADHD-medicatie

In de afgelopen decennia is het gebruik van ADHD-medicatie, met name stimulantia als Ritalin, toegenomen. Velen vragen zich af of het verstandig is kinderen bloot te stellen aan medicatie waarvan het lange-termijn effect op de hersenontwikkeling niet bekend is. In haar proefschrift beschrijft Lizanne Schweren de resultaten van onderzoek naar de lange termijn effecten van ADHD-medicatie op het zich ontwikkelende brein. Zij onderzocht daartoe de hersenstructuur en -functie van in totaal zo’n 1000 kinderen, jongeren en jong-volwassenen, waarvan er ruim 400 ADHD hadden. De meeste van deze kinderen hadden ooit in hun leven ADHD-medicatie gebruikt,  maar er waren grote verschillen in de mate van gebruik. Sommigen hadden slechts een enkele keer medicatie gebruikt, terwijl anderen gedurende vele jaren dagelijks medicatie gebruikten.

Geen schadelijke effecten op brein

Uit het onderzoek van Schweren blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor schadelijke langetermijneffecten van ADHD-medicatie op de ontwikkeling van het brein. Medicatiegebruik leidt niet tot veranderingen in de dikte van de hersenschors, die in een deel van het brein bij kinderen of jongeren met ADHD wat dunner bleek. Ook had medicatiegebruik geen relatie met het volume van de frontaalschors, die bij ADHD’ers vaak wat kleiner is. In haar onderzoek vindt Schweren dus, in tegenstelling tot eerdere onderzoeken, geen bewijs dat langdurig medicatiegebruik de ontwikkeling van het brein normaliseert. Alleen in een specifieke subgroep van kinderen met ADHD vindt Schweren wel een subtiel effect van medicatie. Deze lijkt eerder positief dan negatief te zijn.

Geen verschil in gedrag

Schweren laat tevens zien dat ADHD-medicatie geen langetermijneffect heeft, positief dan wel negatief, op verstandelijk en sociaal-emotioneel functioneren. Kinderen met ADHD die medicatie gebruiken laten dezelfde ontwikkeling zien in hun gedrag als kinderen met ADHD die geen medicatie gebruiken.

Belang voor artsen en ouders

Uit het onderzoek van Schweren blijkt een opvallende afwezigheid van lange-termijn effecten op gedragsniveau. Volgens Schweren is het voor artsen dan ook van groot belang om met jongeren en hun ouders te bespreken dat ADHD-medicatie waarschijnlijk de symptomen van ADHD zal verminderen, maar op lange termijn niet zal leiden tot een betere uitkomst. Zij dienen zich volgens Schweren goed te realiseren, dat bij zowel de kinderen die wel als geen medicatie hebben gebruikt de symptomen afnemen  als ze ouder worden. Ze worden dus niet sneller of ’meer’ beter door langdurige medicatie, en ook niet langzamer/minder.

Curriculum vitae

Drs Lizanne Schweren (Geldrop, 1986) studeerde psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en neuroscience aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij verrichtte haar onderzoek bij onderzoeksinstituut BCN-BRAIN van het UMCG in Groningen. Haar onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door ZonMW. De titel van haar proefschrift is: Stimulants and the developing brain. Zij werkt nu als postdoctoral onderzoeker aan de University of Cambridge.

Bron: UMCG (https://www.umcg.nl/NL/UMCG/Nieuws/Persberichten/Paginas/Geen-schadelijke-langetermijneffecten-ADHD-medicatie-op-het-brein.aspx)

psychofarmaca 1 psychofarmaca 1