Studentenartsen stelt protocol ter preventie van zelfmoord op
Suïcide is doodsoorzaak nummer twee onder studenten. Naar schatting denkt drie procent van de studenten weleens over zelfmoord na. Daarom heeft Bureau Studentenartsen deze week een protocol voor het signaleren van suïciderisico online gezet.
Het protocol is bedoeld voor medestudenten, docenten en anderen die in contact komen met studenten. In het protocol worden risicofactoren voor suïcide genoemd, maar ook mentale en fysieke waarschuwingssignalen zoals bleekheid en het halen van lage cijfers. Daarnaast bevat het handelingstips zoals het tonen van interesse in de student en het zoeken van contact met een student die mogelijk last van een depressie heeft.
Risicogroep
Het protocol werd opgesteld naar aanleiding van een onderzoek dat in 2015 door de Vrije Universiteit en Bureau Studentenartsen van de UvA werd uitgevoerd. In totaal werden voor dat onderzoek zo’n tienduizend studenten van de UvA en HvA ondervraagd. Al langer is bekend dat studenten een risicogroep vormen vanwege allerlei factoren. Volgens Peter Vonk, huisarts en directeur van Bureau Studentenartsen, hebben studenten het zwaarder dan werkende leeftijdsgenoten. Dat komt onder andere door een gebrek aan structuur en ritme in het dagelijks leven, prestatiedruk, drank- en drugsgebruik en de verandering van leefomgeving.
Vonk: ‘Een student die van een dorp naar een grote stad als Amsterdam verhuist en gaat studeren, krijgt in korte tijd met heel veel veranderingen te maken. Je komt in een grote stad terecht en doet veel nieuwe contacten op. Die veranderingen kunnen ertoe leiden dat een student depressief wordt.’ Bovendien valt in het onderzoek te lezen dat de onset (de leeftijd waarop psychische klachten zich voor het eerst manifesteren) vaak tussen de 18 en 24 jaar ligt.
Eén procent van de tienduizend deelnemers aan het onderzoek deed ooit een suïcidepoging. ‘Dat lijkt misschien weinig, maar de gevolgen zijn dusdanig hevig dat je dit heel serieus moet nemen,’ licht Vonk toe. ‘Een griepje gaat over. Maar zelfmoord valt niet te herstellen, en bovendien heeft het grote invloed op de familie en vriendenkring van degene die zelfmoord pleegt.’
Signalen
Het protocol is vooral bedoeld om suïcidaliteit onder studenten eerder te herkennen. ‘De hulpvraag ontbreekt vaak,’ zegt Vonk daarover. ‘Depressieve studenten zitten vaak alleen op hun kamer en trekken zich terug. Logischerwijs stappen ze dus ook niet zo snel naar een huisarts, maar ze kunnen pas door ons geholpen worden zodra ze dat wel doen. Pas dan kunnen we een verwijzing voor een psycholoog uitschrijven. Daarom is het zo belangrijk dat familie, vrienden maar ook bijvoorbeeld docenten de signalen herkennen en serieus nemen, en iemand aansporen om professionele hulp te zoeken.’
Het protocol staat sinds 1 januari online. Bovendien verstuurde Bureau Studentenartsen het naar alle andere hogescholen en universiteiten in Nederland, zodat ook zij ermee aan de slag kunnen. Wie zelf last heeft van depressieve klachten raadt Vonk met klem aan om naar de huisarts te gaan. ’Als je bij de zorg in beeld bent, kun je vrijwel altijd goed geholpen worden.’
Bron: Folia (http://www.folia.nl/actueel/106666/studentenartsen-stelt-protocol-ter-preventie-van-zelfmoord-op)