Aanstaande donderdag, 2 februari, is de plenaire behandeling van de Wet Verplichte GGZ in de Tweede Kamer gepland.
In een brief aan d Kamer toont GGZ Nederland zich een groot voorstander van de wet rond gedwongen geestelijke gezondheidszorg die beter aansluit bij de actuele praktijk van ambulant behandelen en begeleiden. GGZ Nederland vindt het daarom positief dat het voorstel een behandelwet is, in plaats van een opnamewet. Het wetsvoorstel kan een aanmerkelijke verbetering betekenen voor patiënten, familie en naasten en zorgverleners, aldus de belangenorganisatie in een brief aan de Tweede Kamer. In de brief staan de nodige vragen, suggesties voor verbetering en zorgen over het wetsvoorstel, Hieronder de belangrijkste punten uit de brief.
Observatiemaatregel
Wat opvalt in het wetsvoorstel - en wat ook veel media-aandacht kreeg - is de voorgestelde observatiemaatregel. De observatiemaatregel is volgens GGZ Nederland in zijn huidige vorm volstrekt niet bevorderlijk voor het doel dat ermee wordt beoogd en wijzen we dan ook af. Zoals ook de NVvP en het Landelijk Platform GGz doen.
Het doel van de maatregel is, volgens GGZ Nederland, om snel een goede inschatting te kunnen maken of en zo ja welke vorm van zorg en ondersteuning nodig is bij mensen die als gevolg van hun gedrag mogelijk op korte termijn een gevaar voor zichzelf of hun omgeving opleveren, maar van wie een onvolledig beeld bestaat van hun toestand. Dit geschetste doel onderschrijft de organisatie volledig. Echter, de oplossing die nu wordt voorgesteld is naar de mening van GGZ Nederland niet doeltreffend. De observatiemaatregel maakt het mogelijk om mensen snel naar een opnamelocatie te brengen en hun gedrag te observeren. Wat evenwel niet mogelijk is, is om zonder de toestemming van de persoon in kwestie te starten met een behandeling als die noodzakelijk is. De maatregel werkt daardoor volgens GGZ Nederland vertragend.
Ook heeft GGZ Nederland grote twijfel over de mate waarin een goed oordeel geveld kan worden over iemands toestand wanneer hij of zij uit zijn eigen omgeving, tegen zijn wil, in een ggz-instelling wordt opgevangen zonder verdere mogelijkheden om te (be)handelen. Het zal niet bijdragen aan de relatie tussen zorgverlener en patiënt als iemand in een ongemakkelijke situatie in een instelling geobserveerd wordt. Terwijl juist die vertrouwensrelatie tussen patiënt en zorgverlener essentieel is voor een goede diagnose en een daarop volgend behandelings-of zorgplan. De maatregel staat naar onze mening haaks op het uitgangspunt dat de Wvggz geen opnamewet is, maar een patiëntvolgende behandelwet. GGZ Nederland onderschrijft dat de opvang en zorg voor mensen die verward gedrag vertonen verbeterd moet worden en ziet juist mogelijkheden om dat te bereiken door de criteria van de crisismaatregel te verduidelijken. Door deze criteria te verduidelijken kan, indien de situatie daar om vraagt, direct gestart worden met de behandeling, klinisch danwel ambulant en kan de beschikbare tijd voordat een beslissing over een crisismaatregel is genomen (maximaal 18 uur) eveneens gebruikt worden om een compleet beeld te verkrijgen van de persoon en zijn of haar omgeving.
De volledige brief van GGZ Nederland aan de Tweede Kamer kunt u via deze link (http://www.ggznederland.nl/actueel/ggz-brieven/brief-ggz-nederland-t-b-v-plenaire-behandeling-wet-verplichte-ggz-februari-2017) lezen.