De reis van de hete aardappel: hulpverlener gezocht

Om mijn voorgeschiedenis maar even kort samen te vatten: in mijn jeugd zijn er dingen gebeurd, waar ik nu, dertig jaar later, nog behoorlijk last van heb. Ik voel me snel afgewezen en reageer daar overdreven emotioneel op. Een hele serie relaties kon daar niet zo goed mee overweg en de angst voor afwijzing werd daardoor steeds omgezet in realiteit. Twaalf jaar geleden ging ik al eens in therapie, maar toen ik binnen een jaar aan de vijfde hulpverlener werd voorgesteld, was het voor mij klaar.
Tot zover mijn verleden.

Een half jaar geleden wilde relatie nummer zoveel niet met me verder en ik besefte dat het zo niet langer ging. Eerste stap: de huisarts, die voorstelde dat ik met zijn huispsycholoog ging praten. Daar zat ik drie weken later. Aardige man, op zijn kaartje stond POH GGZ. Ik noem hem POH. POH kwam er al snel achter dat hij de expertise miste om mij adequaat te behandelen en stelde voor dat hij mij zou doorverwijzen naar iemand die die expertise wél had. Zijn uitleg begreep ik, ik vind mezelf ook wel eens een lastig geval. POH gaf me wat namen, vertelde me waar ik op moest letten als ik een therapeut zocht (opleiding, contract met verzekering en de ‘klik’). Er zou waarschijnlijk wel een wachtlijst zijn, vermoedde hij, maar tot ik aan de beurt was, kon ik voor steun en advies bij hem terecht. Ik denk dat hij ondertussen spijt heeft van die belofte.

Zo pakte ik op een middag de telefoon om een afspraak te makken met een therapeut die me wel wat leek. Zoals POH me had voorspeld, had ze een wachtlijst. Of eigenlijk: ze had géén wachtlijst. Ik moest gewoon af en toe bellen en dan hoorde ik wel of er plaats was of niet. Zo ja, dan kon ik komen. Zo nee, dan moest ik gewoon later nog eens bellen. Erg onhandig voor iemand die zich snel afgewezen voelt.

Therapeut nummer twee leek me ook wel wat. Ze wilde wel eerst even met POH overleggen. Of dat mocht? Twee dagen later belde POH: deze therapeut wilde mij niet in behandeling nemen. Op grond van mijn problemen dacht ze namelijk dat ik wel eens in een crisis zou kunnen raken en ze had geen crisisdienst. Ik was met stomheid geslagen. Ik, in crisis? Mijn laatste crisis was toen ik van mijn moeder geen televisie mocht kijken om tien uur ’s avonds. Toen was ik vier. Ook POH leek het er niet mee eens, maar hij wist zijn irritatie professioneel onder stoelen en banken te steken.

Therapeut nummer drie dan maar, een soort mini-Riagg met twaalf medewerkers. Al kostte het POH enige moeite om me te overtuigen die te gaan bellen. Ik word niet graag afgewezen, weet u nog wel? Voor alle zekerheid had POH vooraf even gebeld of ik in aanmerking kwam voor behandeling aldaar. Met succes, zo leek het, want ik werd uitgenodigd voor een telefonische intake. De psychiater vroeg me de oren van de kop en ik antwoordde braaf en hoopvol.
Helaas. Twee dagen later belde ze terug: ze hadden overlegd, deze instelling kon mijn problemen niet aan. Ze vermoedden dat ik een vorm van anorexia had, ik zou beter af zijn bij een eetkliniek.

POH op de hoogte gesteld, hij er achteraan gebeld, weer een week later namen we door wat er was misgegaan. De psychiater had mijn BMI erg laag gevonden en had dat, in combinatie met mijn klachten, zorgelijk gevonden. POH geloofde duidelijk niet in anorexia, althans niet bij mij, en liet me ter plaatse door zijn vrouwelijke collega doormeten. Ik had, Mea Culpa, mijn lengte drie centimeter te lang en mijn gewicht drie kilo te laag geschat. En daarmee was mijn BMI opeens weer in orde.

Ik heb bewondering voor de volharding waarmee POH mij naar de vierde therapeut - óók een mini-Riaggje - loodste, waar ik zowaar terecht kon voor een echte intake. Live. Ik vermoed dat POH me persoonlijk had gebracht als ik het had gevraagd. Jammer genoeg werd de afspraak twee dagen van te voren afgezegd. De therapeut was ziek.
Kijk, dan voel ik me vreemd genoeg niet afgewezen. Iedereen is wel eens ziek. Eigenlijk was ik stiekem wel opgelucht dat het niet doorging. De domper kwam toen ik een week later opnieuw werd gebeld. Door ‘omstandigheden’ kon de intake helemaal niet meer doorgaan, het Riaggje had een patiëntenstop ingesteld.

We zijn nu een half jaar verder. Ik blijf gewoon bij POH. Hij heeft misschien niet de zo broodnodige expertise, maar hij snápt het wel. En wat heb je nou liever: iemand zónder expertise waar je terecht kunt, of iemand mét expertise waar je niét terecht kunt?

 

Door: Alie Jas
(Alie Jas is uiteraard een pseudoniem. De echte naam is bij de redactie bekend.)

Deze column is eerder geplaatst in de GGZTotaal van januari.

Wil je de column in een opgemaakte PDF? Klik dan hier (https://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-116937/pagina/0118_de_reis_van_de_hete_aardappel.html).

de reis van de hete aardappel de reis van de hete aardappel