“Een moeder kent haar psychotische zoon het beste” 

Door: Stijn Ekkers

De stand van zaken rondom de ‘verwarde personen’-aanpak.

 

In een special onder de naam ‘Verward’ mag het Schakelteam niet ontbreken. Slaagt de aanpak van de overheid erin ‘personen met verward gedrag’ een ‘humaner’ leven te bieden en de samenleving tegelijk veiliger en zorgzamer te maken? 

U herinnert zich vast nog dat Schakelteam. Onder leiding van Onno Hoes verscheen in september 2018 zijn eindrapportage. De toon na twee jaar schakelen was gematigd optimistisch. De samenwerking tussen de vele disciplines uit het sociaal-, zorg-, en veiligheidsdomein was verbeterd. Maar ook was er ‘nog een lange weg te gaan’, ‘een stevig vervolg nodig’ die een ‘gedragsverandering’, ‘cultuuromslag’ en ‘intensieve langdurige doorontwikkeling’ vergt. Tja, dan weet je het wel. Die beoogde ‘sluitende aanpak’ is verre van gerealiseerd. 

Echt verwonderlijk is dat niet. Al in 2015, toen in opdracht van de Ministeries van VWS en Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de voorloper van het Schakelteam van start ging, het Aanjaagteam, was duidelijk dat de benodigde maatregelen uiterst complex zouden zijn. Want hoe krijg je al die partijen en partners zoals gemeenten, politie, justitie, ggz, ggd, zorgverzekeraars, woningcorporaties etc. op lokaal, regionaal en landelijk niveau op één lijn? Dat is haast niet te doen. 

 

De zaak Bart van U. 
Liesbeth Spies, burgermeester van Alphen aan den Rijn en portefeuillehouder zorg en veiligheid binnen de VNG-commissie, is het landelijk aanspreekpunt rondom de ‘personen met verward gedrag’. Zij legt uit dat er niettemin relatief veel bereikt is in korte tijd: “Vergis je niet, tot 1 januari 2015 vormden de gemeente en ggz gescheiden werelden. Pas met de toen ingezette decentralisatie van WMO en Jeugdzorg naar de gemeente zijn ze ketenpartners. Voor de gemeente was alles nieuw, tegelijk ging het proces van ambulantisering en beddenafbouw door. Dus die samenwerking heeft tijd nodig.” 

Directe aanleiding voor het starten van de ‘verwarde personen’-aanpak was de zaak Bart van U., die in 2014 oud-minister Els Borst en een jaar later (!) zijn zus Loïs om het leven bracht. Hoe was dit mogelijk geweest? De commissie Hoekstra onderzocht de tragische gebeurtenissen en citeert in haar rapport het Openbaar Ministerie in Rotterdam: “dat er ondanks de grote zorgen die er waren over de persoon van de verdachte, geen behandeling is opgestart: niet in een strafrechtelijk kader en ook niet in een civiel kader, bij voorbeeld in de ggz. Daarnaast is gebleken dat van de verdachte na een eerdere veroordeling in 2012 geen DNA-materiaal is afgenomen.”
Voor de duidelijkheid: de ‘verwarde personen’-aanpak gaat doorgaans niet over strafbare feiten. 

Na de bevindingen van de commissie werd het Aanjaagteam opgericht met Spies als voorzitter. Dat begon eerst met inventariseren: welke belemmeringen ervaren de betrokken partijen, hoe kun je sneller en constructief samenwerken en ondersteuning bieden als het (tijdelijk of chronisch) helemaal niet goed gaat met iemand? Een belangrijk resultaat was de formulering van bij elkaar negen bouwstenen die hieraan bijdragen, waaronder zorgtoeleiding, vervoer, beoordeling en preventie. Meteen was het team ook duidelijk dat er veel meer ruimte voor ‘ervaringsdeskundigheid’ moest komen en contact met familie moest worden gezocht. Spies: “Een moeder kent precies de signalen als bijvoorbeeld een zoon steeds psychotischer wordt. Daar moeten we naar luisteren!” 

Een van de grootste knelpunten betreft volgens Spies de informatie-uitwisseling tussen partijen. Zoals recent weer schrijnend bleek bij de moord op Anna Faber. De Onderzoeksraad voor Veiligheid liet zien dat, omdat dader Michael P. geen toestemming voor informatie-uitwisseling had gegeven, essentiële kennis over zijn zedendelict-verleden niet kon worden gedeeld met de kliniek waar hij vervolgbehandeling kreeg. Spies pleit bij dergelijke verontrustende signalen in het algemeen voor het tonen van ‘lef’. “Professionals moeten zich minder makkelijk verschuilen achter het beroepsgeheim, maar op de eerste plaats de zorgplicht dienen.” 

 

E33
De associatie “verwarde persoon” met iemand die bijvoorbeeld Tbs-behandeling behoeft, is hardnekkig en het gebruik ervan blijft dan ook omstreden. Allereerst is een persoon zelden de hele dag verward en blijft het meestal bij kortdurend gedrag; met soms verschrikkelijke gevolgen. Bovendien gaat het maar in een klein aantal gevallen om strafbare feiten of psychiatrische problematiek. 

De onduidelijkheid hierover is voor een groot deel terug te voeren tot de zogeheten ‘E33-meldingen’ in de politieregistratie. Deze codering wordt door de politie gebruikt voor alle mensen die in de ogen van de politie of medeburgers ‘overlast’ veroorzaken. Het is mogelijk dat die persoon (ook) een strafbaar feit heeft gepleegd, maar dan wordt dat onder een andere code geregistreerd. Verder doet de politie inhoudelijk geen uitspraken over diagnose, ziekte of handicap. Bauke Koekkoek heeft in zijn boek ‘Verward in Nederland’ geanalyseerd dat het maar in een vijfde tot een kwart van de meldingen om acute psychiatrische problematiek ging. Die nuancering is echter verloren gegaan doordat het begrip ‘verward’ een vergaarbak is geworden. 

Om wie het dan wel gaat? Het Schakelteam hanteert de volgende definitie: “Mensen die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen”. Dan kan het zowel gaan om demente bejaarden die verdwaald zijn, verstandelijk gehandicapten, mensen die door een lichamelijke aandoening zoals diabetes verward gedrag vertonen, maar ook om mensen met een acute psychose. 

Tegenwoordig spreekt de overheid over “de persoonsgerichte aanpak van kwetsbare personen … waaronder personen met verward gedrag, zowel in het sociaal domein als de domeinen zorg en veiligheid”. Spies onderstreept dat het om ‘mensen’ gaat die om allerlei redenen minder stabiel zijn, zeker niet alleen de EPA-doelgroep (Ernstige Psychiatrische Aandoeningen). Met aandacht voor allerlei stressoren als schulden, lichamelijke problemen of bijvoorbeeld geluidsoverlast van buren. “Soms kan een actie van een woonbouwvereniging al zoveel onrust wegnemen.” 

 

Veel ‘plegers’ en draaideur-verwarden
Uit analyse van het RIVM blijkt niettemin dat een groot deel van de E33-meldingen toe is te schrijven aan een relatief kleine groep personen. In 2016 zijn op een totaal van 80.000 meldingen ruim 61.000 meldingen herleid tot bijna 34.000 unieke personen. Van die 61.000 meldingen is bijna 70% weer toe te schrijven aan een relatief kleine groep van 13.000 personen. Ander onderzoek wijst op een nog kleinere groep van een ongeveer 6.000 personen.

Een groep waar de overheid begrijpelijk bijzondere aandacht voor heeft. Wat doet de overheid nu om hen zo goed mogelijk te begeleiden en terugval te voorkomen? 

Uit de eindrapportage van het Schakelteam blijkt hoe de afgelopen jaren hard is gewerkt aan het verder ontwikkelen van de aanpak, met name door een groot actieprogramma van zorginnovator ZonMW. Hiermee zijn intussen ruim tweehonderd lokale initiatieven van ketenpartners gestimuleerd en gefaciliteerd. Zoals het verbeteren van de 24/7 bereikbaarheid van advies- en meldpunten waar alle burgers kunnen melden. Implementatie van de crisis- of hulpkaart als instrument voor preventie/vroegsignalering. En het versterken van de triage om tot maatoplossingen te komen: de juiste hulp door de juiste instantie. 

Ingewikkeld blijft het. Naast de eerder genoemde privacyregels maakt ook verschillende wetgeving (WLZ, WMO, Zorgverzekeringswet) de samenhang gecompliceerd. Verder ontbreekt het onder meer aan voldoende beveiligde ‘time-out’ plekken en vergen risicogroepen als zorgmijders, mensen met LVB of autisme en getraumatiseerde vluchtelingen extra aandacht. 

 

Oog voor elkaar
Om de continuïteit van zorg beter te garanderen, wijst Spies op recente pilots met ‘levenslange’ zorg. Daarbij houdt één GGZ-instelling de regie over een persoon, zodat die niet steeds tussen wal en schip valt. Ook met de inzet van het koppel wijkagent en wijk-GGD worden goede resultaten geboekt in de samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein. 

Ondanks enkele schrijnende incidenten, zoals recent nog Thijs H., is er een kleine vier jaar na de start van de aanpak veel bereikt volgens Spies. “Gemeenten, ggz, politie en zorgverzekeraars zijn partners geworden en werken nu veel beter samen dan vroeger aan een integrale aanpak om deze kwetsbare groep mensen te helpen.” 

Het Schakelteam eindigde zijn werkzaamheden met een uitnodiging aan de hele samenleving, #heboogvoorelkaar: “…heb het niet óver elkaar, maar praat mét elkaar. Met die aparte buurman, die ietwat wilde jongen langs de weg of de teruggetrokken mevrouw aan de overkant. Als de ander steun nodig heeft, help elkaar dan weer vooruit. Ons land telt zeventien miljoen medemensen.”
Een oproep tot mededogen en compassie die onverminderd van kracht blijft. 

Stijn Ekkers is SPV en historicus. Werkzaam bij Nationaal Psychotrauma Centrum Arq en als docent verbonden aan Avans+. 

      

  

ad 5 ad 5

Reacties
Reactie: (Marjo Markx)
17-7-2019, 15:20
Herkennen van en in gesprek gaan over, zit prima in de cursus Mental Health First Aid. Een aanrader voor alle mensen in het veld die te maken hebben met onbegrepen gedrag. En rust familie en naasten toe met workshop 'verbindende gespreksvaardigheden'. Wil je verder komen dan heb je concreet aanbod nodig.

Reactie: (els van der Sanden)
28-5-2019, 12:07
Rosmalen 28-5-2019 Kan me vinden in het stuk maar heel jammer dat er weinig met de uitkomsten van het schakelteam gedaan wordt. De preventie en het luisteren naar familie/naasten kan véél beter. Lees onderstaande suggesties en doe hier echt iets mee. We kunnen niet blijven inventariseren maar moeten tot actie komen!