Verward en gewelddadig: het heeft nauwelijks iets met elkaar te maken.
In de kranten van vóór de eeuwwisseling komt de term ‘verward’ slechts voor als het gaat om een kluwen kabels, een verwarrend betoog, dingen die met elkaar verward worden en zo meer. Dat veranderd in de jaren erna: de term ‘verward’ wordt opeens geassocieerd met psychiatrie. Hoe kan dat?
Het antwoord is bedrieglijk simpel. Rond de eeuwwisseling ontstond er toenemende irritatie bij de politie over de opvang van mensen met psychiatrische problemen. Die kwamen, zodra er problemen ontstonden, veelal in de politiecel terecht in plaats van een plek waar zij professionele begeleiding of behandeling konden krijgen. De ggz liet het bij mooie woorden, er veranderde weinig, ondanks de (terechte) kritiek van de politie.
De politie was daarmee gedwongen de druk op te voeren, maar cijfers om hun punt kracht bij te zetten, waren niet voorradig. Zo kwam de zogenoemde E33-melding tot stand: overlast door verward of overspannen persoon. Vanaf 2011 houdt de politie die cijfers bij.
Het aantal E33-meldingen stijgt jaarlijks, van ongeveer 40.000 in 2011 tot zo’n 80.000 in 2018. Jaarlijks publiceren de media dan ook over de toename van het aantal verwarde personen op straat en in de wijken.
Slechts 30 % van de E33-meldingen gaat om psychiatrische problematiek
Daar zijn echter een aantal kanttekeningen bij te plaatsen. De toename lijkt deels te wijten aan een scherpere registratie door de politie. Een nieuwe meldcode moet nou eenmaal even ‘wennen’, dat is bij de politie niet anders dan bij andere organisaties.
Belangrijker is, dat de melding gaat over een veel bredere groep dan mensen met psychiatrische problemen. Wie stomdronken in het holst van de nacht de buurt op stelten zet, loopt grote kans met vermelding van E33 in de statistieken terecht te komen. Dat geldt ook voor de dementerende vrouw die haar voordeursleutel kwijt is. De overspannen werknemer die op straat een knallende ruzie begint idem. Dat wil zeggen: mits de politie er aan te pas komt. Naar schatting gaat tussen de 25% en de 35% van de meldingen daadwerkelijk om psychiatrische problematiek. Daar komt bij dat veelvuldig meldingen worden gedaan die gaan over één en dezelfde persoon. Iemand die tweemaal per week het politiebureau binnenkomt om te vertellen dat ze achtervolgd wordt, kan voor het betreffende jaar zomaar honderd keer in de statistieken binnenkomen.
Het is minder erg dan het lijkt, het is ook erger: mensen die in verwarde toestand een strafbaar feit plegen, worden niet in de E33-meldingen opgenomen, mensen die suïcide pleegden of een poging daartoe doen evenmin. En zolang iemand geen problemen veroorzaakt en niet met de politie in aanraking komt, zal er ook geen E33 melding komen. Hoeveel psychiatrische problemen er ook spelen en hoe ernstig ze ook zijn.
Beeldvorming
De cijfers, kortom, zeggen niet zoveel. Dat de toename van het aantal verwarden komt door de bezuinigingen in de ggz, kan dan ook absoluut niet op grond van deze cijfers worden geconcludeerd. Overigens krijgt de ggz er nog jaarlijks geld bij (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3697854/nieuws/wat_betekent_prinsjesdag_2018_voor_de_ggz_van_2019.html?page=1), bezuiniging is helemaal iet aan de orde.
De cijfers en de berichtgeving erover doen wél iets met de beeldvorming. Neem de volgende krantenkoppen in de Telegraaf (niet de meest genuanceerde, maar wel de grootste krant): “Politie overmeestert verwarde man met hakbijl” in augustus 2018; “Verwarde mensen zijn overal” in september; In februari: “Meldingen over verwarde mensen verdubbeld” en een paar weken geleden: “Incidenten met verwarde personen nemen toe”.
Als niet geïnformeerde lezer, wat kun je anders denken dan dat de Nederlandse straten bevolkt worden door zo’n 80.000 levensgevaarlijke, met hakbijlen zwaaiende verwarde mensen?
De realiteit is dat veel mensen psychiatrische problemen hebben en desondanks prima kunnen functioneren, of tijdelijk problemen hebben en daarna klachtenvrij zijn, of langdurig ernstige problemen hebben zonder dat iemand er erg in heeft. Of een combinatie van die drie.
Gelukkig zijn er steeds meer media die genuanceerd publiceren over psychiatrische problematiek. Voorbeelden zijn Trouw (‘De ene verwarde man is de andere niet’) en in iets mindere mate de Volkskrant (’Geef verward persoon bemoeizorg’).
Natuurlijk zijn er mensen met psychiatrische problemen die óók gevaarlijk zijn. Die worden in de pers breed uitgemeten. Karst T., Michael P., Bart van U., Thijs H.: ze zijn elk goed voor tientallen krantenpagina’s en beheersen dagenlang het nieuws. In vrijwel elk artikel komt het woord ‘verward’ wel voor.
De werkelijkheid is anders, al is hij misschien even schrijnend: de meeste mensen met psychiatrische problemen zitten thuis, velen staan op een wachtlijst voor hulp, de wereld bekommert zich te weinig over hen. Als er al sprake is van geweld, is het tégen en niet dóór hen.