Danielle de Vries
Ik voel het, elke dag een beetje meer. Alsof de glans van alles af gaat, alles steeds doffer wordt. Alsof de tonen steeds lager en monotoon worden, alsof cola niet meer naar cola smaakt. Alsof het heel langzaam mistig gaat worden, de wereld bedrukkend is. De mensen steeds verder weg lijken te staan en alsof ik, ik niet meer ben en dit het einde hoort te zijn.
”Ga toch weg! Wat doe je hier? Waarom ben je teruggekomen? Het ging zo goed. Drie jaar zonder jou; wat een heerlijkheid. Tuurlijk heb ik momenten gehad, waarin ik angst had dat je terug zou komen. Er waren dagen dat ik de rillingen kreeg en verdrietig werd, als ik alleen al aan je dacht. Maar het vertrouwen dat ik verder kon leven zonder jou, groeide steeds meer. Mijn leven zonder jou; ook na een aantal heftige gebeurtenissen, je bleef weg! Ik wist diep van binnen dat je ooit terug zou komen, maar ook daarin groeide steeds meer vertrouwen dat ik jou zou aankunnen. En daar ben je dan weer. Je bent niks veranderd. Nog steeds verstikkend, bedrukkend, beklemmend en beangstigend. Langzaam krijg jij mij weer in je macht. Heel langzaam.... Zo gemeen. Angst om jou mijn leven weer te laten beheersen en paniek omdat ik niet weet hoe ver dit zal gaan. Waakzaamheid en alertheid op alle signalen van jou aanwezigheid. Zo hard werken om te doen wat ik moet doen. Ik laat steken vallen, ik merk het. Jij begint macht over mij te krijgen. Is er nog een weg terug? Kan ik jou temmen en weer uit mijn leven krijgen? Ga alsjeblieft weer weg! Laat mij weer leven in vrijheid.”
”Ik hoor bij jou, of je dat nu wilt of niet. Ik ben een onderdeel van jouw leven en dat weet je! Ik ben een tijd weggeweest, maar ik zal altijd weer terugkomen, hoe pijnlijk dat ook voor jou zal zijn. Je zult moeten accepteren dat ik in jouw leven hoor. Dat er periodes zijn, waarin ik de glans van het leven bij jou wegneem. Periodes waarin ik zorg dat jij, jij niet meer bent. Je zult me moeten omarmen en de tijd dat ik bij je ben moeten uitzitten, tot ik weer genoeg van je heb en ik, samen met de mist om je heen weer vertrek. Ik weet heel goed dat je bang voor me bent en ik weet ook dat ik jouw leven kan beheersen en ondraaglijk kan maken. Maar...... ik hoor bij jou!”