Florrie van der Kamp
Er staat een nieuwe patiënte gepland om negen uur, maar ze verschijnt nu al voor de tweede keer niet. Irritant, een gat van drie kwartier in mijn agenda. De eerste keer heb ik haar voicemail ingesproken met het bericht dat een van ons zich misschien vergist heeft en dat ze de praktijk kan bellen voor een nieuwe afspraak. Dat heeft ze gedaan, dus blijkbaar wil ze wel. Met die lege stoel tegenover me heb ik de tijd om haar dossier nog eens opnieuw te bekijken. ”Somber en niets te doen overdag” staat er. Tegen de huisarts heeft ze gezegd dat ze wel wil praten, maar dat er niks in het dossier opgeschreven mag worden. Negentien jaar is ze.
Als ik wat oude correspondentie opgraaf, komt er een treurig beeld naar voren: een belaste voorgeschiedenis heet zoiets netjes. Een gewelddadige vader, een depressieve moeder die zichzelf na de scheiding moeilijk staande kan houden, geldzorgen en steeds maar verhuizen. Op school kan ze niet meekomen – ze is zwakbegaafd – en wordt ze gepest. Een hele rij hulpverleners is er de afgelopen jaren voorbijgekomen, zonder veel resultaat zo te zien.
Vanaf haar zesde is ze te dik, veel te dik. Ook is ze een tijdje opgenomen geweest. 15 kilo is ze toen afgevallen, tot 95 kg, evengoed nog veel te veel bij een gemiddelde lengte. Ik zoek op hoeveel ze nu weegt en zie het onwaarschijnlijke getal van 130 kilo staan.
Mijn adem stokt. Je hele leven zit het op alle fronten tegen, je dagen zijn leeg, er is geen uitzicht op verbetering en dan moet je ook nog 130 kilo lijf met je meesjouwen. Waar zit dat allemaal? Ik voel eens langs mijn eigen lichaam. Overal 20 centimeter spek erop? Of zijn het golvende vetkwabben waarin je opgesloten zit? Hoe akelig moet dat voelen, 130 kilo somberheid? Hoe hijs je dat ’s ochtends uit bed om op het vroege tijdstip van negen uur met iemand te gaan praten, die je vast ook niet kan helpen, net als al die andere hulpverleners? Ik snap volkomen dat ze er niet is. Mijn aanvankelijke irritatie is volledig verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een zinloos mengsel van medelijden en machteloosheid.