'Therapie met dieren is geen vaag gedoe, maar evidence based behandeling'

Leendert Douma

 

Na honden gaan ook paarden helpen in de behandeling van PTSS bij oorlogsveteranen

 

Er zijn duidelijke aanwijzingen dat dieren een positieve invloed kunnen hebben op het welbevinden van veteranen met posttraumatische stressstoornis (PTSS). Maar wat ontbreekt zijn data om wetenschappelijke stellingen te onderbouwen. Dat is een van de redenen waarom in 2017 het project ‘V-PWR’ (V-power/Veterans PTSD Workingdog Research) is gestart, een onderzoek dat zich richt op de inzet van PTSS-hulphonden bij individuele oorlogsveteranen thuis. Niet iedereen kan een hulphond thuis hebben, en niet iedereen is gebaat bij individuele therapie. Daarom is op 1 oktober een tweede project gestart (https://www.uu.nl/nieuws/inzet-van-paarden-bij-hulp-aan-veteranen-met-posttraumatische-stressstoornis), dat de inzet van paarden onderzoekt. Net als bij de honden, bekijkt het project horse-power (H-PWR) het welbevinden van zowel mens als dier. Beide onderzoeken staan onder leiding van Nienke Endenburg, GZ-psycholoog en gepromoveerd op de relatie Mens-Dier aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

 

Het onderzoek H-PWR is een initiatief van de faculteit Diergeneeskunde met advies van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) van Defensie. Nienke Endenburg voert het uit samen met een team dat onder andere bestaat uit kolonel Eric Vermetten van het Leids Universitair Medisch Centrum - als MGGZ-psychiater gespecialiseerd in de behandeling van psychotrauma’s - en gedragsbioloog Chantal Kapteijn van de Universiteit Utrecht, die op het onderzoek gaat promoveren. Ook hoogleraar Dierenwelzijn Bas Rodenburg is bij H-PWR en V-PWR  betrokken.

De veteranen komen voor hun sessies naar Stal Groenendaal in Bunschoten. Daar staan paarden die ook gewend zijn te werken met mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en een rustig en kalm karakter hebben. “Voor H-PWR zijn vier paarden geselecteerd”, legt Endenburg uit, “niet op ras, maar op eigenschappen en karakter. Het ras maakt niet zoveel uit. Alle paarden zijn kuddedieren. Ze reageren sensitief op hun berijder of begeleider, en ook op de veteranen. Dat zie je meteen al als iemand op ze afkomt.” Endenburg benadrukt dat het hier niet om paardencoaching gaat. De interactie wordt bestudeerd, maar niet gestuurd.

Daarnaast wordt er ook gekeken naar de onderlinge interactie tussen de veteranen. Per sessie werken twee veteranen met één paard. In blokken van twaalf weken volgen zo negen verschillende groepen van acht man het behandelingsprogramma. In totaal doen er dus 72 veteranen mee aan H-PWR, dat is iets minder dan het ‘hondenonderzoek’ waar honderd veteranen aan meedoen. Het bezoek aan de stallen kan in coronatijd gewoon doorgaan, dus de planning van het onderzoek hoeft daar niet onder te lijden. Het is de bedoeling dat Kapteijn over vier jaar haar proefschrift verdedigt.  

Volle hoofden

De urgentie voor het project is hoog, stellen de onderzoekers, de prevalentie van PTSS stijgt. Nienke Endenburg: “Ongeveer twintig procent van de veteranen ontwikkelt PTSS-klachten, soms op latere leeftijd. Onze doelgroep bestaat uit veteranen van alle leeftijden, die PTSS hebben opgelopen in verschillende oorlogsgebieden, van Libanon tot Joegoslavië of Mali. Het zijn vaak mensen die al allerlei behandelingen hebben gehad – denk aan EMDR-sessies of cognitieve gedragstherapieën – maar therapieresistent blijken te zijn. Dat zijn er honderden in Nederland. Ze hebben hele heftige symptomen: slaapproblemen, herbelevingen, concentratieverlies, geheugenproblemen, angsten, niet kunnen werken, een kort lontje, depressies…”  Met deze ‘volle hoofden’ worden de veteranen begeleid door een team van experts, studenten, instructeurs en een mede-veteraan.

De wekelijkse sessies duren van tien uur tot half vier. Endenburg: “Het dagprogramma bestaat uit een rondje vooraf, hoe het met iedereen gaat, en een stuk uitleg – bijvoorbeeld over hoe je communiceert met paarden en waar je op moet letten als je met ze bezig bent. In de ochtend is er ruimte voor vrije interactie tussen de veteranen en de paarden, om elkaar goed te leren kennen, te knuffelen en te aaien. Na de lunch zijn er opdrachten, die langzaam oplopen in moeilijkheid, variërend van borstelen en hoeven krabben tot halsteren, longeren en grondwerk. In de laatste drie of vier weken mag wie wil ook op het paard rijden.  Alles gaat in voorzichtige stapjes. Veel veteranen hebben nog geen ervaring met paarden, of zijn zelfs een beetje bang. Dat vraagt tijd om te wennen. De dagen eindigen altijd met een nabespreking: lukte alles wat iedereen als doel had gesteld.”

Samenwerken

De sessies zijn nog maar net begonnen. Maar net als bij de honden (https://www.veteraneninstituut.nl/verhalen-van-veteranen/hoe-hulphond-helpt-ptss/), zie je hier dat omgaan met dieren de veteranen helpt om beter om te gaan met de gevolgen van hun trauma’s. Het lijkt ze bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen te geven en het vermogen om in de maatschappij te functioneren te versterken. Anders dan het V-PWR-onderzoek worden er bij de sessies met paarden nog bijkomende voordelen verwacht: zo kan het samenzijn en samenwerken met andere veteranen positieve effecten hebben. Bovendien sluit de werkwijze in teamverband goed aan bij die van het leger.

Cortisol en oxytocine

Het is niet alleen de ambitie om zoveel mogelijk veteranen te helpen om beter in het leven te staan, zo geven de onderzoekers aan, maar ook om de nodige wetenschappelijke onderbouwing te leveren voor de effectiviteit van de interactie voor zowel mens en dier. Tijdens de projecten worden de (ex)militairen, maar ook de honden en de paarden nauwlettend gemonitord. De effecten op veteranen worden vastgelegd gemaakt door middel van observaties, gesprekken en vragenlijsten. “Die resultaten checken we aan de hand van objectieve, non-invasieve metingen”, legt Nienke Endenburg uit. “In het V-PWR project krijgen de  deelnemende veteranen én honden 48 uur lang meetapparatuur aangebonden, die hartslag en bewegingen vastleggen. Bij het H-PWR project gebeurd dat zowel bij mens als paard voor de duur van de sessies. Daarnaast wordt het stress-hormoon cortisol in het speeksel gemeten.”

Bij mensen gaat dat makkelijk. Die kunnen gewoon in een bakje spugen. Bij honden en paarden wordt met een wattenstaafje wat slijm uit de bek (mond) afgenomen. De monsters gaan voor onderzoek naar het lab. “Daarnaast wordt in het H-PWR-project ook gekeken naar de parameter oxytocine”, zegt Endenburg. Het ‘gelukshormoon’ of ‘knuffelhormoon’ helpt stress te verminderen en bevordert concentratie en sociaal gedrag. “Dat wordt ook via speeksel gemeten. We vermoeden dat het een indicator kan zijn van een positieve sociale interactie tussen veteraan en paard.”

Kosten

De onderzoeken met honden en paarden worden vooral gefinancierd door fondsenwerving en crowdfunding. Geïnteresseerden kunnen nog steeds doneren (https://dierenveteraan.vriendendiergeneeskunde.nl/), want het onderzoeksgeld is nog niet helemaal bij elkaar. Toch kunnen de resultaten wel degelijk van invloed zijn op de landelijke financiering van de GGZ, laat Endenburg zien. Zo komt het bij paarden niet ‘im frage’. De onderzoekers kijken bij honden wel of een opleiding tot hulphond effectief is voor de inzet in de behandeling van PTSS. “Als dat niet zoveel verschil maakt, dan zou dat enorm in de kosten kunnen schelen en bovendien maakt dat veel meer honden beschikbaar voor therapie”, vertelt Endenburg.

Zo probeert het team op elk gebied mee te denken met Defensie, maar ook met de zorgverzekeraars. Want het idee is dat deze therapievormen niet alleen beperkt blijven tot oorlogsveteranen met PTSS. “De cijfers zullen voor de verzekeraars zeker interessant zijn”, voorspelt Endenburg. “Uit voorlopige gegevens is te zien dat het medicatiegebruik afneemt als een hulphond wordt ingezet. Misschien is dat ook zo als er met paarden gewerkt wordt. Als de definitieve resultaten binnen zijn, is het is de bedoeling om in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars; als zij minder uitgaven hebben aan medicijnkosten, dan zouden ze best een deel van de opleiding voor hulphond voor hun rekening kunnen nemen en de kosten van de interacties met paarden.”
Nienke Endenburg ziet ook langzaamaan meer interesse ontstaan voor haar onderzoeken vanuit Defensie. “Lange tijd werd het een beetje afgedaan als vaag ‘gedoe’. Daarom willen we laten zien dat deze behandelingen evidence based zijn. Dat kan alleen maar door het verzamelen van zoveel mogelijk wetenschappelijke data.”

 

 

0740 collage 0740 collage

Reacties
Reactie: (Ben)
21-3-2021, 18:44
Dan moeten we hulphonden opleiden voor de paarden en natuurlijk veteranen om de honden te ontstressen! De cirkel is rond!

Reactie: (Kristine)
17-11-2020, 07:52
Prachtig initiatief, wel hoop ik dat er ook nazorg bestaat na de sessies voor de paarden daar zij zo gevoelig zijn, heel veel opnemen van wat zij aanvoelen en daardoor ook in burn-out of depressie kunnen komen...