Vandaag dient het hoger beroep over het inkoopkader voor de langdurige zorg aan het Hof van Den Haag. De betrokken zorgkantoren (CZ, Eno, VGZ, Zilveren Kruis, Zorg en Zekerheid) zijn in hoger beroep gegaan omdat zij verduidelijking nodig hebben van het eerdere vonnis over het inkoopkader voor de Wet langdurige zorg. Zij willen graag van het Hof weten in welke mate zij de tariefpercentages voor de inkoop van langdurige zorg moeten onderbouwen. De zorgkantoren hopen bij de uitspraak te horen hoe zij op dat gebied samen met zorgaanbieders kunnen werken aan een toekomstbestendige langdurige zorg. Zorgverzekeraars Nederland schrijft er over.
Zorgkantoren willen uiteraard werken met reële en goed onderbouwde tarieven, maar zien dat zij niet kunnen voldoen aan de eerder door de rechter gestelde eisen voor de onderbouwing. Ze willen met een hoger beroep tot een werkwijze komen die voor hen wel uitvoerbaar is. Zorgkantoren moeten het inkoopkader voor 2022 uiterlijk op 1 juni aanstaande publiceren. Zij hopen daarom op een spoedige uitspraak van de rechter zodat zij deze kunnen betrekken bij het opstellen van het inkoopkader voor volgend jaar. Zorgkantoren vinden het van groot belang dat cliënten geen hinder ondervinden van het juridische proces. Ook onderstrepen de betrokken zorgkantoren dat zij, zoals eerder toegezegd, over het beleid voor 2022 en 2023 de komende maanden graag in gesprek blijven met de brancheverenigingen van zorgaanbieders en met de vertegenwoordigers van cliënten.
Onderbouwing tarieven
Eerder verklaarde de rechter het beleid van de zorgkantoren voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig met de uitspraak van 1 oktober vorig jaar. Zorgkantoren mogen werken met een basistarief met een opslag, maar de rechter vindt dat zij onvoldoende onderbouwen waarom hun tarieven reëel zijn. De tariefpercentages voor de inkoop van langdurige zorg moeten daarom gebaseerd zijn op degelijk onderzoek, waarin verschillende factoren worden meegewogen, waaronder organisatie-specifieke aspecten, (goed gemotiveerde) regionale kostenverschillen, veronderstelde doelmatigheidswinst en haalbaarheid qua tarifering per deelsector. De rechter vond daarnaast dat zorgkantoren rekening moeten houden met de kostprijs bij een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder.
Inkoopkader
Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor het inkopen van langdurige zorg binnen het budget dat door het ministerie van VWS beschikbaar is gesteld. In het inkoopkader stellen zij de tariefsystematiek vast. Met het inkoopkader voor 2021 hebben zorgkantoren gezocht naar een balans tussen het bieden van zekerheid en continuïteit voor zorgaanbieders (met een eenduidig en vast basistarief in alle regio’s) en het belonen van het werken aan vernieuwing en passende zorg (met een opslag op het tarief). Het inkoopkader is voor de zorgkantoren een belangrijk instrument om, samen met zorgaanbieders, vorm te geven aan de transitie naar een toekomstgerichte, toegankelijke, langdurige zorg.
De visie van branchevereniging De Nederlandse ggz in deze kwestie lees je hier. (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3855811/nieuws/de_nederlandse_ggz_in_verweer_tegen_kortingen_op_wlz.html?page=1)
Bron: ZN (https://www.zn.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht?newsitemid=5929336832)
-----------------------------------------------------------------------------------------Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).