Een microstaat met eigen vlag en fritessaus

Joanne van Rossum

Een warm welkom voor social design in de ggz

 

Wat als een grote groep mensen niet op komt dagen voor een Covid-vaccinatie omdat zij de informatie van persconferenties niet goed begrijpen? Ligt de oplossing van het fileprobleem bij meer asfalt of meer OV gebruik? Het zijn dit soort ingewikkelde vraagstukken waar een sociaal ontwerper zich mee bezighoudt. Die gaat op zoek naar nieuwe perspectieven die buiten de gangbare kaders liggen, vaak samen met de betrokkenen van het vraagstuk, om tot een oplossing te komen.

Dit artikel is het laatste van een drieluik over de wederzijdse relatie tussen geestelijke gezondheid en design. In dit slotartikel gaat het over social design; dit beoogt vooral gangbare denkwijzen te doorbreken en daarmee verandering te bewerkstelligen. De vorige twee afleveringen vind je hier (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3863154/nieuws/architectuur_levensgeluk_als_ontwerp.html?page=1) en hier (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3869676/nieuws/design_dat_spreekt_tot_de_verbeelding.html?page=1).

Een eigen microstaat tegen pesten

Bij het aanpakken van pesten onder jongeren ligt het stichten van een microstaat, compleet met eigen vlag, ruimtevaartprogramma en een eigen frietsaus niet meteen voor de hand. Toen deze aanpak werd geïntroduceerd bij het Columbusplein in Amsterdam stonden de betrokken maatschappelijke organisaties inderdaad vreemd te kijken.

In plaats van zich te richten op de negatieve signalen die met pesten te maken hebben, besloten social designbureau MUZUS (Neele Kistemaker en Aafke Kauffman) en kunstenaar Jorge Manes Rubio het pestprobleem anders aan te vliegen. Ze zagen dat de jongeren op het Columbusplein zeer verschillende culturele achtergrond hadden. Hier maakten ze gebruik van door het plein een eigen, nieuwe identiteit te geven, compleet met een eigen Columbussaus. In plaats van alleen te focussen op pestgedrag probeerden zij de bewoners van het plein mee te nemen in een ‘wij-gevoel’.

Reframing

Dit voorbeeld is kenmerkend voor social design waarin een maatschappelijk probleem met een frisse, creatieve invalshoek benaderd wordt. Het doel van social design hierin is steeds het doorbreken van taaie en moeilijke vraagstukken. Veel maatschappelijke problemen zijn immers open en complex tegelijk. Problemen als eenzaamheid, mensenhandel of schuldproblematiek hangen met allerlei andere problemen samen, waardoor een effectieve aanpak onbereikbaar blijft. Ook zijn er vaak veel verschillende organisaties betrokken die allemaal hun eigen steentje proberen bij te dragen. Complexe problemen en vele betrokken partijen met eigen visies leiden in de praktijk regelmatig tot stagnatie.

Social designers spelen hierin op in door een nieuw handelingsperspectief te creëren. Bij het project bij het Columbusplein wordt het pestprobleem ‘gereframed’ tot het ontbreken van een gezamenlijke identiteit. Door buiten de vertrouwde kaders te stappen, viel het de sociale ontwerpers op dat er veel verschillende culturen bij het Columbusplein betrokken waren. Het pestprobleem was hier wellicht het gevolg van. De frietsaus en eigen vlag vormden een creatieve oplossing die volgde uit deze ‘reframing’. Deze benadering zette de betrokken organisaties weer aan het denken.

Reframen binnen de ggz

Ook binnen de ggz is een voortdurend proces van reframen aan de gang. Dat is ook niet gek, want psychische problemen hangen samen met maatschappelijke visies op gezondheid en ziekte die op hun beurt ook steeds in beweging zijn. De opkomst van ervaringsdeskundigheid binnen de ggz wijst er bijvoorbeeld op dat er op een nieuwe manier gekeken moet worden naar psychische problemen. De ggz moet minder de focus leggen op genezen en meer op het ondersteunen van psychische kwetsbaarheid.

Hiermee komt de nadruk meer te liggen op de acceptatie van kwetsbaarheid en de vermindering van het stigma dat aan psychische problemen hangt.
Social design draagt bij aan dit reframing-proces door anders te kijken naar bijvoorbeeld depressie en angstklachten. De NOS maakte bijvoorbeeld in 2018 een special ‘Ik zie wat jij niet ziet en de kleur is zwart (https://app.nos.nl/depressie/index.html)’ om meer begrip te krijgen voor jongeren met een depressie. Via een interactieve app kruip je in het hoofd van een depressieve jongere en beleef je zijn of haar dag. Als kijker krijg je zo inzicht in het verschil tussen wel of niet boodschappen doen met een depressie. De aanvullende uitleg en verhalen van jongeren benadrukken impliciet de boodschap om tijdig aan de bel te trekken. Tegelijk wordt depressie hier echt mee genormaliseerd.

Ook Redesigning Psychiatry werkt expliciet aan het reframing-proces binnen de ggz. Dit netwerk van filosofen, zorgprofessionals, ontwerpers en ervaringsdeskundigen neemt in een manifest (https://www.redesigningpsychiatry.org/tools/manifest) stelling ten aanzien van de huidige samenleving. Ze willen bouwen aan een innovatieve ggz en dit verbinden met een inclusieve samenleving. De ggz moet minder draaien om hokjes en diagnoses en meer om interactiepatronen waarin veerkracht, vindingrijkheid en vaardigheden ontwikkeld kunnen. Opnieuw gaat het om leren omgaan met psychische kwetsbaarheid.

Design thinking

Er zijn ook praktijkvoorbeelden van social design die dichtbij de ggz liggen. Zo ontwikkelden twee social design bureaus Afdeling Buitengewone Zaken en Garage2020, de app $eev (https://www.seevapp.nl/). Deze app dient allereerst om jongeren leren omgaan met schulden. In gesprekken met jongeren kwam naar voren dat zij met betrekking tot hun financiën experimenteerruimte nodig hebben en willen leren van hun fouten. Dat resulteert erin dat ‘$eev (https://www.seevapp.nl/)’ niet zozeer een app is die preventief werkt, maar juist aansluit op het moment dat een jongere te maken heeft met een eerste betalingsachterstand. Van daaruit worden ze gestimuleerd om betaalafspraken te maken die past bij hun financiële gedrag. Dit is bij uitstek een voorbeeld van social design omdat het jongeren aanzet tot sociale verandering.

Een ander voorbeeld betreft de oplopende wachttijden in de ggz, die niet zelden een jaar of langer bedragen. Deze wachttijd zorgt bij cliënten voor veel onzekerheid en stress, terwijl deze periode vóór de eerste afspraak vaak een blinde vlek is voor ggz instellingen. Wat als wachttijden niet korter kunnen worden gemaakt, maar cliënten wel de wachttijd anders en minder stressvol ervaren? Met die vraag ging ontwerper Anne van Turenhout van Growtivity aan de slag en daaruit volgde de Tijd-Lijn app. Deze app voorziet cliënten vanaf de aanmelding tot en met de intake van realtime informatie zodat ze weten waar ze aan toe zij en wat ze kunnen verwachten. Uit een eerste pilot van UMC Utrecht in 2019 bleek dat deze app duidelijkheid opleverde voor patiënten. Ook ervaren ze meer regie in hun hun aanmeldproces.

Ruimte voor vallen en opstaan

Beide voorbeelden draaien niet om een directe aanpak van een probleem; in plaats daarvan staat de verandering van de problemen zelf centraal. Deze aanpak is krachtig doordat het eerst te rade bij de gebruikers, om zo erachter te komen wat de behoefte precies is. Dit gesprek is ook belangrijk omdat het bij taaie maatschappelijke vraagstukken vaak gaat om kwetsbare doelgroepen. Hun ervaring wordt meegenomen bij het ontwerp. Uit dat gesprek wordt vaak ook duidelijk dat visuele en auditieve hulpmiddelen essentieel zijn.

Bovendien geeft de methode design thinking de ruimte voor vallen en opstaan. Het geeft niet als een pilot niet het gewenste resultaat heeft, dat betekent dat je opnieuw naar de tekentafel gaat en het plan aanpast. Juist dan kan er ruimte zijn voor doorontwikkeling en groeit de oplossing mee met het probleem.

Vanuit de overheid en gemeenten is te zien dat zij steeds vaker sociaal ontwerpers inhuren om moeilijke en complexe problemen op te lossen op sociaal vlak. Dat is ook niet verwonderlijk want design thinking gaat uit van de praktijk.

Kritiekpunt

De belangrijkste uitgangspunten van social design zijn innovatie en creativiteit. Tegelijkertijd is dat ook een valkuil. Juist doordat er gewerkt wordt met goede ideeën, wordt er niet altijd nagedacht over een verdienmodel. Want hoe je het ook wendt of keert, een goed idee alleen is niet genoeg, er moet ook een onderneming van kunnen draaien. Daarom is de rol van overheidsinstellingen vaak essentieel bij social design projecten; zij kunnen de kosten dragen, terwijl de maatschappelijke meerwaarde van hen de ‘winst’ is.

Zelf aan de slag

Wie graag zelf aan de slag wil met design thinking in eigen organisatie, kan een gratis tool downloaden vanaf de website van socialdesign.nu (https://static1.squarespace.com/static/5e393695590e2e27d26d996b/t/5fd9f6dab2d7c843b9eb4229/1608120027901/SDS20201204+Vraagstukvormer+canvas.pdf), een platform van ontwerpers en bureaus die social design op de kaart zetten. De tool heet de Vraagstukvormer (https://static1.squarespace.com/static/5e393695590e2e27d26d996b/t/5fd9f6dab2d7c843b9eb4229/1608120027901/SDS20201204+Vraagstukvormer+canvas.pdf) en laat je experimenteren met verschillende petten en rollen binnen de organisatie en leert je een vraagstuk aan te pakken met behulp van social design.

En wie specifiek aan de slag wil met design thinking binnen de ggz, kan deze zomer meedoen met de virtuele Summerschool (https://www.redesigningpsychiatry.org/summerschool) die Redesigning Psychiatry van 7 tot en met 18 juni organiseert.

 

Dit was het derde en laatste deel van een drieluik over design in de ggz. Lees ook de vorige twee afleveringen:

Architectuur: levensgeluk als ontwerp (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3863154/nieuws/architectuur_levensgeluk_als_ontwerp.html?page=1)

Design dat spreekt tot de verbeelding (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3869676/nieuws/design_dat_spreekt_tot_de_verbeelding.html?page=1)

 

Joanne van Rossum studeerde filosofie en werkt als SPV in de ambulante specialistische ggz voor volwassenzorg.

 

design design