Een vluchteling in de spreekkamer. En dan?
Op het moment dat dit magazine uitkomt, bijna drie weken na het begin van de oorlog in Oekraïne, gaat het aantal vluchtelingen volgens de VN in de richting van de drie miljoen. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Filippo Grandi, zei onlangs dat hij, met zijn 40-jarige ervaring in vluchtelingencrisis, zelden zo’n snelle exodus gezien als deze. Niemand weet hoe de oorlog verder zal verlopen en daarmee het aantal vluchtelingen, maar de Verenigde Naties rekenen op vijf miljoen.Vrijwel allemaal hebben ze hun huis halsoverkop verlaten uit angst voor bombardementen, velen hebben familieleden hebben verloren of achtergelaten, of familieleden die nog vechten aan het front. Een aantal is hun huis definitief kwijt. De toekomst is voor hen onzeker.
Veel vluchtelingen zullen in Polen blijven, schrijft de Verenigde Naties, een aantal zal zich over andere Europese landen verspreiden, waaronder Nederland. Hoeveel is nog niet duidelijk, het Ministerie werkt aan opvangplekken voor minstens 50.000 mensen. De verwachting is dat er ook mensen bij familieleden terechtkomen, of bij gastgezinnen.
Op enig moment zullen sommigen psychologische hulp nodig hebben en bij een huisarts of een psycholoog in een opvangcentrum aankloppen.
Simone de la Rie is klinisch psycholoog en psychotherapeut bij ARQ Centrum ’45, waar ze al zestien jaar werkt met getraumatiseerde vluchtelingen. Ze vertelt wat hulpverleners in eerste instantie kunnen verwachten en wat ze kunnen doen.
Simone de la Rie: “Het is nog relatief kort na het begin van de oorlog. Je kunt verwachten dat mensen verdrietig zijn, boos. Ze hebben hun partners, vaders achtergelaten, ze zijn wellicht verdrietig over het verlies, ze hebben zorgen over de toekomst. Ook tijdens de vlucht is er veel gebeurd, er zijn raketinslagen geweest, ze zijn bang geweest voor gevaren onderweg, sowieso was er de vraag of het zou lukken om het land te verlaten.
Deze mensen zullen piekeren, angstig zijn, mogelijk slecht slapen. Dat is een gebruikelijke stressreactie, in feite een normale reactie op een abnormale situatie.
Mensen met mentale klachten zullen in eerste instantie bij de eerstelijns-ggz terechtkomen (de poh-ggz, wellicht een psycholoog in de opvangcentra). Wat heb je voor adviezen voor hen? Wat moeten ze doen en wat vooral niet?
“Je begint met vragen hoe het gaat, je vraagt naar klachten als slapeloosheid, piekeren en somberheid. Laat mensen hun verhaal doen, geef ze ruimte hun emoties en schuldgevoel te uiten.
Het zijn ondersteunende gesprekken, probeer de veerkracht te versterken, hun coping vaardigheden te vergroten. Denk daarbij aan het zoeken naar afleiding, het doen van ontspanningsoefeningen, het vinden of organiseren van sociale steun, sporten. Je kunt meedenken hoe ze dat hier voor elkaar kunnen krijgen.
Zorg dat ze hun eigen veerkracht terugvinden. Als je ernaar vraagt weten mensen vaak zelf goed wat ze moeten doen om hun stress te verminderen. Bijvoorbeeld of het helpend is of juist niet om veel contact met het thuisfront te hebben. In feite is het watchfull waiting. Overigens is mijn indruk dat dat in de eerste lijn al heel veel gebeurt.”
“Natuurlijk staat voorop dat er een enigszins stabiele situatie is ontstaan: een plek waar ze voorlopig kunnen slapen, waar ze veilig zijn en waar ze zich even geen zorgen hoeven te maken over de primaire levensbehoeften. Ook dat moet je checken.”
“Wat belangrijk is, is dat je mensen weliswaar de gelegenheid geeft om hun verhaal te doen, maar je daar niet dwingend in opstelt. Vroeger dachten we dat het trauma tot in detail moest worden doorgenomen, maar dat bleek averechts te werken. Laat het aan mensen over wat ze willen vertellen en laat ze vrij om dingen niet te vertellen.
Aan de andere kant moet je ook niet te snel terugschrikken voor hun verhalen, geef ze het gevoel dat ze kunnen vertellen wat ze willen vertellen.”
Is er vanuit jouw ervaring of vanuit de literatuur iets te zeggen over hoeveel mensen langer durende psychische klachten krijgen?
“Zodra mensen veilig zijn, er een stabiele situatie ontstaat, ontstaat er een soort van evenwicht. Uit de literatuur weten we dat 9% van hen op de langere termijn PTSS zal ontwikkelen. Of andere klachten, zoals een depressie.”
Zijn er eigenlijk wezenlijke verschillen met vluchtelingen uit, bijvoorbeeld, Syrië vanwege de achtergrond, het verloop van de oorlog, de vlucht?
“Voor zowel de vluchtelingen uit onder andere Syrië als de vluchtelingen uit Oekraïne geldt dat het om zeer ingrijpende gebeurtenissen gaat. De mensen uit Syrië leefden al langer in oorlog, daardoor is er meer kans op een opeenstapeling van traumatiserende gebeurtenissen over een langere periode. Naarmate je meer traumatiserende gebeurtenissen meemaakt, wordt het risico van een PTSS groter.
We weten ook dat de lange asielprocedure klachtverhogend werkt. Zoals het er nu uitziet, gaat dat voor de Oekraïners niet op, ze kunnen in ieder geval voorlopig zonder procedure blijven. Daarbij, als mensen zich welkom voelen, zal dat helpen: sociale steun heeft een positieve invloed op het tegengaan van klachten. Bestaansonzekerheid, wat voor alle vluchtelingen geldt en aanhoudende zorgen over de situatie en familie in het thuisland, heeft een negatieve invloed.”
Wanneer moet je, als hulpverlener in de eerste lijn, mensen doorverwijzen naar een specialistische instelling?
“De eerste vier weken kan je de diagnose PTSS niet stellen en dus ook niet doorverwijzen. Je ziet in die periode ook vaak dat klachten vanzelf afnemen, doordat mensen hun eigen veerkracht terugvinden, al dan niet met hulp van een hulpverlener.
Als je na een maand merkt dat de klachten niet verdwijnen of minder worden, wordt het tijd om te overwegen iemand naar een psychotrauma therapeut door te verwijzen. Liefst iemand die cultuursensitief kan werken. Dat hoeft niet meteen een specialistische organisatie als ARQ Centrum ’45 te zijn, er zijn voldoende andere instellingen of zelfstandig werkenden die dat kunnen. Bij ARQ Centrum ’45 komen mensen vaak pas als de reguliere behandeling stagneert.”
Stelt een organisatie als ARQ Centrum ’45 zich extra in op de mogelijke komst van een groot aantal vluchtelingen?
“We zijn daar wel over aan het denken, maar hebben er nog geen concrete plannen voor. Het zal sowieso nog een aantal weken duren voordat Oekraïense vluchtelingen bij ons ‘aankomen’. De meesten moeten nog in Nederland arriveren, voordat ze een niet-specialistisch traject hebben doorlopen en gebleken is dat ze een specialistische organisatie als ARQ Centrum ’45 nodig hebben, ben je een hele periode verder.”
De sociale kaart van psychotrauma therapeuten die cultuursensitief kunnen werken vind je hier (https://migratie.arq.org/sites/default/files/domain-51/documents/arq016_def_sociale_kaart_landelijk_web_4-51-1573556205229265067.pdf)
Eerdere artikelen over hulpverlening aan vluchtelingen vind je hier (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/vluchtelingen)
Jan Steunenberg schreef eerder in GGZ Totaal over ACT. Onlangs reed hij naar de Pools-Oekraïense grens om zijn hulp aan te bieden. Zijn ooggetuigenverslag op LinkedIn (https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6906921239882129409/) geeft een goed beeld wat een vluchteling kan meemaken.