Sinds 2015 zijn er 1675 kinderen uithuisgeplaatst van ouders die gedupeerd zijn in de toeslagenaffaire. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) na een nieuw onderzoek. Tot nu toe werd ervan uitgegaan dat 1115 kinderen in pleeggezinnen of een instelling zijn geplaatst, maar dat aantal blijkt dus hoger. Van de 1675 uit huis geplaatste kinderen woonden er eind vorig jaar 555 nog steeds niet thuis.
Het ministerie van Justitie had het CBS om de actualisering gevraagd. Inmiddels zijn ook de cijfers over uithuisplaatsingen in 2021 bekend en hebben zich meer gedupeerden gemeld, zegt het CBS in een toelichting. Waarschijnlijk is het aantal nog hoger, omdat het statistiekbureau geen zicht heeft op kinderen die zonder een rechterlijke uitspraak uithuisgeplaatst zijn.
In totaal hebben de gedupeerden van de toeslagenaffaire bijna 60.000 kinderen. Uit de cijfers van het CBS blijkt dat een kleine 3 procent van hen dus te maken heeft gehad met een uithuisplaatsing. Of die uithuisplaatsingen ook in alle gevallen een direct gevolg zijn van de problemen waar de ouders in terecht zijn gekomen, is niet duidelijk.
Vaker onder gedupeerden?
Het CBS heeft voor de cijfers bestanden met elkaar vergeleken. Er is niet onderzocht of uithuisplaatsingen onder gedupeerden van de toeslagenaffaire vaker voorkomen dan onder de rest van de bevolking. De komende maanden gaat het CBS daar wel onderzoek naar doen.
Als de uithuisplaatsing beëindigd is, wil dat nog niet zeggen dat de kinderen ook daadwerkelijk weer thuis wonen. In veel gevallen heeft de uithuisplaatsing zo lang geduurd dat de kinderen inmiddels meerderjarig zijn.
Debat
Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer met het kabinet over de uithuisplaatsingen van kinderen uit de toeslagenaffaire. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming zei daar dat uithuisplaatsingsbesluiten ”niet lichtzinnig” worden genomen. ”Een kind uit huis plaatsen gebeurt niet zomaar. Jeugdhulpverleners die ik heb gesproken liggen er wakker van. Rechters kijken altijd of andere maatregelen mogelijk zijn”, zei hij. Ook sprak de minister met ouders, kinderen en jongvolwassenen die een uithuisplaatsing hebben meegemaakt. ”Hun verdriet was duidelijk voelbaar en er is menig traan gevallen.”
Premier Rutte nam het eerder in het debat ook op voor ”de professionals in de jeugdzorg en de rechters die in deze situaties moeilijke besluiten moeten nemen”. Hij bestreed het beeld dat de uithuisplaatsingen uitsluitend het gevolg zijn van de kinderopvangtoeslagaffaire. Rutte sluit zich aan bij het oordeel van de Kinderombudsman dat de druk op de gedupeerde ouders heeft geleid tot armoede en stress, wat weer het risico op uithuisplaatsingen heeft vergroot.
Het kabinet laat nader onderzoek doen naar de oorzaken van de 1675 uithuisplaatsingen bij ’toeslaggezinnen’. Ook komt er op aandringen van de Kamer nog een onafhankelijke commissie. Het kabinet vindt dat de politiek niet kan beoordelen of een kind weer naar huis kan. Weerwind: ”Of kinderen inderdaad terug naar huis kunnen is afhankelijk van de situatie in het gezin.” Hij wil dat de gevallen opnieuw worden beoordeeld door een kinderrechter.
Bron: NOS
----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).