Een column van Niki Stoker
Omdat ik regelmatig buiten, op de gekste plekken, in mijn broek stond te sassen en het zelfs in huis vaak niet droog kon houden tot aan het toilet, kreeg ik een plaspilletje. Een regelrechte aanrader! Merknaam bij de redactie bekend. Niet alleen slonk mijn berg was aanzienlijk, ook werd ik een ‘normale’ plasser. Niet meer ’s nachts vijf keer mijn bed uit maar nog maar één of twee keer. Niet meer dat warme gevoel van langs mijn broekspijpen neer sijpelende urine tot in mijn schoenen. ’s Winters best lekker eigenlijk, maar niet erg gangbaar.
Ik was zó blij en ik werd blijer en blijer. Ik werd té gelukkig om te slapen en té opgetogen om te eten. Ik vond dat ik wel wat cadeautjes verdiend had en overbelaste het internet met mijn grenzeloze besteldrift. Er waren dagen dat er acht pakketjes bij me werden afgeleverd. Mijn spaartegoed slonk waar ik bij stond. Ik kreeg nog net geen mail van Bol.com om mij te feliciteren met ‘beste klant van het jaar’.
Hoe ver moet je gaan voordat de alarmbellen, die al een tijdje rinkelen, tot je door gaan dringen. Zelfs nu, tijdens de staart van deze episode, kan ik ze nog negeren, al wordt de tinnitus in mijn hoofd steeds luider, ben ik regelmatig volledig geobstipeerd en voel ik me een door slaapgebrek wandelend wrakje. Maar ik ben dus wel héél erg gelukkig. Dat gevoel ken ik niet zo goed dus wrijf ik nu in mijn handjes en hoop stiekem (weer) dat ik dit keer voor de rest van mijn leven zo blij blijf en jarenlang mijn professor in de bipolaire stoornis voor de gek heb lopen houden.
De volle omvang van deze hypomanie is inmiddels genesteld in mijn bewustzijn. Hoe kunnen alle fantastisch toestanden, zoals het hebben van 101 uitvoerbare creatieve ideeën in mijn hoofd, overlopen van uitreikende liefde en daarmee andere mensen blij maken, het leven opeens kostbaar vinden en verbanden zien van hier naar Tokio en weer terug. Hoe kan dit alles uit me komen als het er niet inzit? Waarom word ik ‘ziek’ genoemd in deze staat van zijn? Negeer ik de signalen of word het tijd dat ik zo vlak voor mijn zestigste verjaardag eindelijk eens blijer mens wordt door er zelf niet meer het etiketje ‘hypomaan’ op te plakken.
Ik ga eens op zoek naar een gulden middenweg. Weer wat gaan eten, mezelf aan banden leggen in het kopen-kopen-gedrag. Het moeilijkste is het als ik bijvoorbeeld om 2.30 uur klaar wakker ben, geen feestje te gaan bouwen aan de keukentafel maar ‘gewoon’ terug de bedstee in klim om nog een paar kostbare uurtjes slaap binnen te halen. Heel lastig als dat het allerlaatste is wat je wil.
Het addertje onder dit verhaal zit hem in dat plasmedicijn. Gelukkig werd tijdig ontdekt dat deze pil mijn lithiumspiegel omhoog joeg. Ik voelde me een schrijnende open wond. Ik heb in die periode meer gehuild dan in de tien jaar daarvoor. Mijn hele lijf rilde en alles was onwerkelijk. Toen de spiegel weer naar een acceptabele waarde afzakte is de hypomanie begonnen. Ik werd blijer en loop nog steeds te juichen maar smeek mijn beschermengelen me te behoeden voor al te grote hoogten. Dan blijk ik misschien wel genezen en weet ik dat ik niet de rechterhand van God ben maar gewoon een blije vrouw zonder plasprobleem.
Lees hier andere columns van Niki Stoker (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/stoker)