Lieve zus,
Langzaam zag ik de tekenen van de gesloten afdeling waar jij verbleef op mijn pad verschijnen. Vooral tussen de supermarkt en de kliniek waren de signalen van het naderen goed te zien. Het aantal lege bierblikjes op straat nam toe naarmate ik dichter tot jou kwam. Peuken idem. Op de rand van een afvalbak lag een verslijmd bovengebit vergeefs te wachten op de eigenaar die het daar gedachteloos had neergelegd. Naast de tramhalte zat een vrouw gehurkt te plassen. De schaamte voorbij. Jammer dat ze het zelf niet meemaakte want toen ik langs haar liep en het gekletter gedag zei, keek ze me zielloos aan. Zijzelf was weg en wat daar zat te zeiken was het omhulsel dat ze besloten had vroegtijdig te verlaten.
Je weet - zus- dat ik van zulke zaken niet opkijk. Na de suïcide van onze moeder wilde ik voorkomen dat ik gek zou worden en besloot ik op mijn twaalfde al dat ik in de psychiatrie zou werken. Het trauma voor zijn.
Jij was tien toen mama overleed maar je werd liefdevol opgevangen door Onze Vader. Je kreeg een Milky Way extra per dag en je mocht bij Hem slapen! Jaloers dat ik was! Ík huilde mezelf elke avond weer steevast in slaap en jíj mocht bij Onze Vader.
Dat je hem later aanklaagde vanwege incest vond ik ietwat cru. Hij had je zoveel liefde en Milky Ways gegeven. Bovendien deed hij puik werk als reclasseringsambtenaar. Hij redde de maatschappij, en het minste wat jij voor Hem terug kon doen was Hem in je hemel toe laten. Daar zit liefde in. Daar hoort Onze Vader. Een Milky Way: luchtig en romig.
Je belandde in de prostitutie om te eindigen in wat ze noemen, een psychose.
Intussen was ik al decennia verpleegkundige en theoloog (Gott mit mir!) en werkte in Amsterdam bij de GGZ instelling waar jij gedwongen werd opgenomen.
Als ik cliënten - vanuit oprechte betrokken nabijheid - bezocht op de gesloten afdeling, zat jij kwijlend op een bankje; kreeg je medicatie opgedrongen van een leerling die dacht daarmee het goede te doen, en je keek me aan.
‘Judas,’ zei je dan woordloos, als ik met een soepele beweging die zware deur opende met een magneetpasje die voor jou hermetisch dicht bleef. Sorry zus… de rechter heeft beslist.
Je kwijnde weg. Je vermagerde en werd suïcidaal. Terug naar mama wilde je. Je moest spullen op de afdeling inleveren omdat je een gevaar werd.
Je broekriem zagen ze over het hoofd.
Op 1 april verhing je jezelf. 2 april volgens de overlijdensakte maar waar op de afdeling de afspraak gold dat ze je in de nacht elk uur zouden controleren i.v.m. suïcidegevaar, gaf de verpleging schoorvoetend toe dat ze alleen even aan je deur hadden geluisterd. En eenmaal dood hing je doodstil aan de verwarmingsbuis. Wij kennen je wrange grappen. Hoe depressief ook, je besloot er op 1 april een einde aan te maken. Doe je mama de groeten?
Dag zus…