Hoe ontwikkel je mental health apps die wél werken?

Door Leendert Douma

Geestelijke hulp via je mobieltje, dat is laagdrempelig en snel. En het blijkt goed te werken. Is deze vorm van e-health de panacee voor de ggz? Dat is nog maar de vraag. Via appstores zijn er wereldwijd meer dan twintigduizend mental health apps beschikbaar en er komen elke dag nieuwe bij. Maar ze lang niet voor iedereen handig. De meeste apps richten zich op een beperkte doelgroep (wit en hoogopgeleid) en ze zijn slecht toegankelijk voor andere bevolkingsgroepen. Ze worden dus nauwelijks gebruikt. Daarom werkt Caroline Figueroa aan inclusieve mental health apps, waar de doelgroep via co-creatie in het hele ontwikkelingsproces is betrokken. Dat levert verassende inzichten op.

Caroline Figueroa is opgeleid als arts en ze werkt nu als universitair docent digital health aan de TU Delft. “Mijn onderzoeksteam kijkt naar technologieën als mentale gezondheidsapps en hoe je die meer inclusief kunt ontwikkelen, we kijken ook naar de rol van data en kunstmatige intelligentie hierin”, zo legt ze uit. In een van de projecten richten de onderzoekers zich speciaal op co-creatie met jongeren. Zo’n driekwart geleden zijn zij het project ‘Just-in-Time Adaptive Mechanisms’ gestart om te kijken in hoeverre apps aansluiten bij de behoefte van jongeren. Caroline Figueroa: “De huidige apps zijn onvoldoende ontwikkeld naar hun behoeften. Dus als jongeren ze gebruiken, dan doen ze dat maar kort: na gemiddeld een week stoppen ze er weer mee. Dat komt ook door al die andere dingen op de telefoon die aandacht vragen, zoals social media. Maar het belangrijkst is dat mental health apps vooral heel statisch zijn: ze doen voor iedereen hetzelfde. Wij willen kijken of we zulke apps door gebruik van co-creatie en data veel meer kunnen personaliseren, zodat gebruikers bijvoorbeeld precies op het goede moment notificaties krijgen om een oefening te doen. Een smartwatch kan prima meten of iemand gestrest is en daarop inspelen. Of, als een jongere dan net uit school komt, kan de app een berichtje sturen, bijvoorbeeld: ‘Hoe was je dag? Zou je een vriendin kunnen bellen om iets leuks te doen?’. Zo kun je een app veel persoonlijker maken. Wij willen onderzoeken wat jongeren van dit soort technische mogelijkheden vinden en samen met hen oplossingen bedenken waar ze echt wat aan hebben.”

Inclusie

Een ander belangrijk punt is inclusie. De meeste apps zijn slecht toegankelijk voor mensen met weinig digitale vaardigheden en worden niet ontwikkeld voor mensen met een niet-westerse culturele achtergrond. Of tips en adviezen binnen die apps houden geen rekening met iemands financiële situatie. Een van de redenen is het psychologisch onderzoek dat ontwikkelaars gebruiken als input, zo legt Figueroa uit. Wetenschappers kijken naar een beperkte doelgroep. Hetzelfde geldt voor ontwerpers: zij richten zich op de groep die erg op henzelf lijkt. Dat zijn doorgaans witte, hoogopgeleide mensen. Binnen die groep wordt de app ook weer getest.

Co-creatie

Dat dat anders kan, ontdekte Caroline Figueroa tijdens haar postdoconderzoek in Amerika naar mental health apps voor mensen in kwetsbare posities die kampen met depressie en diabetes. “Ik werkte met mensen met een Latino-achtergrond die vaak nauwelijks Engels spraken of nauwelijks een smartphone gebruikten. Samen hebben we een app ontwikkeld met motiverende berichten. We zagen dat veel mensen steun haalden uit die berichten, ook al wisten ze dat die van een ‘machine’ kwamen. Het hielp hen toch, omdat ze het zelf als designers hadden mee ontwikkeld. Ik leerde daar hoe belangrijk co-creatie is in de ontwikkeling van mental health apps.” Maar dat gebeurt nog te weinig, zo ontdekt ze nu. Caroline Figueroa werkt op dit moment aan een internationale reviewstudie naar apps voor jongeren. Ze worden eigenlijk vaak alleen ontwikkeld door teams van psychologen en technische mensen.

Schilderswijk

Dat moet anders. Voor het project Just-in-Time Adaptive Mechanisms werkt de onderzoeksgroep in co-creatie met jongeren met een migratieachtergrond uit de Haagse Schilderswijk. Caroline Figueroa: “Het vergt wel wat meer tijd en creativiteit om dit goed op poten te zetten. Om deze groepen te bereiken zijn we samenwerkingsverbanden aangegaan met organisaties voor jeugdwerk. Daar zitten de sleutelfiguren die kunnen helpen deelnemers te vinden met diverse achtergronden. Het draait dus vooral om het opbouwen van samenwerkingen.” Via focusgroepen en brainstormsessies achterhalen de onderzoekers niet alleen wat jongeren vinden van mental health apps, samen ontwikkelen zij ook designideeën voor wat een succesvolle app zou kunnen zijn. “En we analyseren de resultaten van het onderzoek”, legt Figueroa uit. “Eigenlijk geven we een korte training: wat is onderzoek doen en wat is kwalitatieve analyse. Zo kunnen zij de vaardigheden leren en kunnen wij als onderzoekers beter interpreteren wat de meningen van die jongeren zijn.” Onderzoekers hebben hun eigen achtergrond en bias, en daardoor zien ze soms aspecten over het hoofd. Dat ontdekte Caroline Figueroa in de Schilderswijk. “Tijdens die focusgroepen en brainstormsessies merkten we bijvoorbeeld dat religie een heel belangrijk thema is om met stress te kunnen omgaan. Daar hadden wij als onderzoekers helemaal niet aan gedacht. Het was simpelweg een blinde vlek. Dat is ook wel logisch: je kan als onderzoeker niet de hele leefwereld van jongeren kennen. Daarom werkt deze vorm van participatie zo goed.”

Healthy Start-fonds

Dus Caroline Figueroa werkt aan nieuwe methoden om meer inclusief onderzoek te doen op het gebied van technologie voor gezondheid, zo concludeert ze. De financiering voor het project komt dan ook vanuit het Healthy Start-fonds van Convergence. Dat is het samenwerkingsverband van TU Delft, Erasmus Universiteit en Erasmus MC. Caroline Figueroa: “Zij zijn heel erg bezig met nieuwe methodes van participatie in onderzoek en het delen van resultaten. Dus daar passen wij goed bij. Er werken daar ook veel designers met creatieve ideeën over hoe je onderzoeksresultaten mooi en laagdrempelig kunt visualiseren, bijvoorbeeld om ze terug te koppelen aan de gemeenschap waar de deelnemers uit komen.” Want het resultaat van inclusief onderzoek zou niet alleen een wetenschappelijke publicatie moeten zijn. Ook bijvoorbeeld filmpjes en illustraties voor een breder publiek, vindt Figueroa. Of een app. Caroline Figueroa: “Als je een app hebt gebouwd met de hulp van je onderzoekspopulatie, maak je dat idealiter voor hen vrij beschikbaar aan het eind van de studie, zodat zij er ook wat aan hebben. Dat lijkt logisch, maar dat gebeurt lang niet altijd.”

Artificial intelligence

Het onderzoek naar datagedreven mental health apps in de Schilderswijk nadert haar afronding, vertelt Figueroa. Het volgende inclusieve onderzoek staat alweer op stapel. “Binnenkort beginnen we met brainstormsessie met jongeren over de rol van AI voor mentale gezondheid”, zegt de onderzoekster. “Dat doen we ook weer samen met de Erasmus Universiteit. Zij hebben zelf een ‘large language model’ ontwikkeld. Dat is eigenlijk een veiliger, meer controleerbare vorm van ChatGPT. Wij willen kijken hoe zo’n chatbot jongeren op een ethische manier kan ondersteunen in hun mentaal welzijn. Op dit moment lijkt het of jongeren daar wel voor open staan. Ze zijn soms zelf al met AI bezig. Zo praten ze bijvoorbeeld over mentale gezondheid met een bot van Snapchat. Tegelijkertijd spelen er veel vragen over kunstmatige intelligentie en data. Is het wel veilig? Is het betrouwbaar? Ontstaat er geen bias of discriminatie in algoritmes? Ze vinden AI lastig te begrijpen, laat staan dat ze er controle op hebben.”

Mogelijk kan de onderzoeksgroep daar uiteindelijk een rol in spelen, bijvoorbeeld door het opstellen van richtlijnen, zo denkt Caroline Figueroa. Net als voor het inclusief ontwerpen van apps of het doen van inclusief onderzoek. “Want dan ontstaat een cultuur om dit standaard te doen. Het zou een stap zijn in de richting van rechtvaardige gezondheidszorg. Want juist de groepen die de hulp het hardste nodig hebben, worden nu te weinig gehoord of betrokken.” 

-

Interesse in het onderzoek? Neem contact op met Caroline Figueroa (mailto:c.figueroa@tudelft.nl).

-

-----------------------------------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

carolinefigueroa carolinefigueroa