Maak van expositie psychiatrie in Tweede Wereldoorlog geen dooddoener

In tijden van crisis worden de meest kwetsbaren het hardst geraakt. Daarvoor mogen we nooit de ogen sluiten. Dus de geschiedenis van de ggz in de Tweede Wereldoorlog verdient veel meer aandacht dan af en toe een publicatie of expositie.

“Apeldoorn, 21 januari 1943. Lieve Aag, meiske schrik niet, maar vandaag gaan we foetsie. Waarheen weten we niet. Het is een en al chaos. Aag, denk je eens even in: vijftienhonderd mensen worden zomaar weggehaald en je weet niet wat er met je gaat gebeuren.”...

Dit is een fragment uit een brief van Claartje aan hartsvriendin Aagje. Tegenwoordig zou je haar ggz-verpleegkundige noemen. Claartje van Aals werkte bij de Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch. De deportatie van patiënten en personeel, in de nacht van 21 op 22 januari 1943, is een verhaal vol gruwelijke details. Het is te lezen op de website Historiek (https://historiek.net/deportatie-psychiatrisch-patienten-apeldoornsche-bosch/139779/#google_vignette). In het blog wordt onder andere de beroemde historicus Lou de Jong aangehaald. In deel 6A van zijn standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog schrijft hij over de actie van de SS en de Ordnungspolizei: “Patiënten die geweigerd hadden, zich aan te kleden, werden (het was vijf graden boven nul) in nachtgewaad in de vrachtauto’s gesmeten, sommigen naakt. Zij die zich verzetten, werden naar buiten gesleurd. Er waren er ook die met een dwangbuis om naar de vrachtauto’s geduwd of gedragen werden. Een deel van de patiënten liet dit alles verwezen over zich heen gaan, andere jammerden of stieten kreten uit.” Patiënten werden niet naar Westerbork gebracht, maar rechtstreeks naar Auschwitz gereden. Wie nog niet onderweg overleden was, werd daar direct naar de gaskamers gebracht. Claartje van Aals en het andere personeel waren naar Westerbork gebracht. En iets later naar Auschwitz. Zij stierf daar op 5 februari 1943.

Dubbelzinnige naam

De brief van Claartje maakt onderdeel uit van een aangrijpende expositie in het Museum van de Geest in Amsterdam: Who Cares? Een eerbetoon aan slachtoffers en helden van de zorg tijdens WOII (https://museumvandegeest.nl/tentoonstellingen/who-cares/). Die is nog te zien tot en met 1 december. De dubbelzinnige naam Who Cares is goed gekozen. Lange tijd bleek de duistere episode van de psychiatrische zorg in de Tweede Wereldoorlog en in de jaren daarvoor weinigen te interesseren. “Zorgspecialisten weten er weinig of niets van”, zegt Tom Theeuwen, historisch onderzoeker bij Museum van de Geest. “Deze geschiedenis is geen geheim, maar gewoonweg onbekend.”

Controverse

De laatste tijd komt er steeds meer aandacht voor. En tegelijkertijd groeit de controverse over de Nederlandse ‘krankzinnigenzorg’ in oorlogsjaren. Stichting Vergeten Slachtoffers, een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse ggz en VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland), liet er onderzoek naar doen door het NIOD. Eind vorig jaar publiceerden onderzoekers Eveline Buchheim en Ralf Futselaar het boek Uit Zorg Verdreven, het Nederlandse Krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hun belangrijkste conclusie was dat Nederlandse psychiatrisch patiënten – voor zover niet-joods – in deze periode niet doelbewust zijn omgebracht of verwaarloosd (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4326688/nieuws/niod_geen_systematische_verwaarlozing_van_psychiatrische_patienten_in_tweede_wereldoorlog.html). Dit in tegenstelling tot landen als Duitsland en Polen. Er was in Nederland een flinke stijging in sterftecijfers, maar die had andere redenen. Buchheim en Futselaar baseerden zich op de cijfers van vier Nederlandse instellingen, maar volgens statistici hebben ze veel ontwikkelingen en omstandigheden over het hoofd gezien. Hun conclusies wijken nogal af van het traditionele beeld van de ggz in oorlogstijd. De NIOD-onderzoekers namen dan ook afstand van de naam van hun financier omdat de term ‘vergeten slachtoffers’ volgens hen niet klopt. Armand Höppener, destijds voorzitter van Stichting Vergeten Slachtoffers, legde zijn functie neer. De oud-psychiater kon zich niet vinden in de conclusies van het NIOD-onderzoek.

‘Gek tegen elke prijs’

Dezelfde stichting had inmiddels het Museum van de Geest benaderd om aandacht te besteden aan deze periode. Dat leidde tot een tentoonstelling ontworpen door Marièlle Beek van Perspekt Studio’s uit Haarlem, die ook eind 2023 werd geopend. De tentoonstelling is een mix van objecten, kunstwerken van patiënten, foto’s, video’s en verhalen van bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen zoals Klara. Een gewaarschuwd mens telt voor twee: er is véél te zien bij Who Cares en ook veel tegelijk. Dus neem de tijd. Bezoekers kunnen op een bijzondere manier verdieping vinden door de audiotour te nemen. Daarop vertelt schrijver/tv-persoonlijkheid Splinter Chabot het verhaal op geheel eigen wijze. Daarnaast is er nog heel veel informatie te vinden in een online expositie (https://expo.museumvandegeest.nl/who-cares). Bijzonder daarin is de aandacht voor de tentoonstelling Entartete Kunst die de nazi’s organiseerden in München. Ook de werken van Wassily Kandinsky werd als ontaard beschouwd. Op de expositie in 1937 kregen ze het cynische stempel ‘Verrückt um jeden Preis’ (gek tegen elke prijs). Eigenlijk werden alle ontaarde kunstenaars door de Duitsers weggezet als geestesziek. Elk werk op de tentoonstelling kreeg daarnaast het onderschrift ‘betaald met het belastinggeld van het werkende volk’, want in de ogen van de nazi’s waren psychiatrisch patiënten ‘nutteloze eters’. Het contrast tussen de hoon destijds en de bewondering nu is goed te zien als je in het echte museum een zaal verderop kijkt, waar momenteel de grote Kandinsky-tentoonstelling (https://www.hartmuseum.nl/tentoonstellingen/kandinsky/) te bezichtigen is in H’Art.

Bijzondere bronnen

Terug naar Who Cares. In de eerste ruimte van de tentoonstelling gaat het om de vooravond van de oorlog. De jaren dertig staan bekend als de jaren van economische crisis, maar binnen de psychiatrie was er juist veel optimisme! Er werden juist veel nieuwe instellingen gebouwd. En er was sprake van vernieuwing in het vak. ‘Actieve therapie’ deed zijn intrede. Patiënten werden aan het werk gezet of aangezet tot bewegen. (Er zijn veel foto’s van volksdansen te zien.) Maar de situatie in Duitsland wierp zijn schaduw vooruit. Zo komt het beruchte Duitse sterilisatieprogramma in de tentoonstelling aan bod via de aangrijpende tekeningen die patiënt Wilhelm Werner maakte op de ‘idiotenschool’. Dit soort kunstwerken zijn misschien wel de meest bijzondere bronnen. Dat vindt ook onderzoeker Tom Theeuwen. “We hebben het altijd óver patiënten, maar we hebben geen bronnen van de patiënten zelf. De kunstwerken die ze maakten tijdens therapie of daarbuiten zijn eigenlijk de enige manier om dichtbij ze te komen, omdat het uitingen waren van hun gedachtes en emoties. Who Cares? is dus ook een inkijk in de belevenis van psychiatrische patiënten gedurende de Tweede Wereldoorlog”, zegt hij op de website van Museum van de Geest. In dat kader zijn de apocalyptische voorstellingen die de joodse patiënt A.H. Snijder maakte huiveringwekkend. Volgens zijn behandelend arts, psychiater A. Hutter, waren ze bewijs voor de diagnose schizofrenie.

Invoelbaar

Of het NIOD-onderzoek in grote lijnen een goed beeld geeft of juist niet, uit de verhalen in het Museum van de Geest komt hoe dan ook naar hoe voren wat voor wrede en angstige tijd het was. Daarvoor was altijd te weinig aandacht. Goed, er zijn onderzoeken en publicaties. (Zo zijn de brieven van Claatje aan Aagje ook ooit gebundeld (https://www.apeldoornschebosch.nl/bronnen/als-ik-wil-kan-ik-duiken).) Maar de expositie is het eerste initiatief dat de geschiedenis ook echt invoelbaar maakt. Dat vraagt om meer exposure dan het kielzog van de grote Kandisky-tentoonstelling, die het nu voor veel toeristen is. Zodat de naam geen dooddoener wordt, maar een actieve vraag. Who cares? Voor het antwoord zijn we op zoek naar mensen zoals Claartje. Het citaat uit haar brief van 21 januari 1943 gaat verder:

“Aagie, alles moet ik achterlaten, alleen het hoogstnoodzakelijke kan ik meenemen. Wat zal er van ons worden? Het is net alsof ik dronken ben. Als ik wíl kan ik duiken, maar ik voel me verplicht om met de mensen mee te gaan. Want daar gaat je hart toch ook wel naar uit.”

 

 

Lees ook andere artikelen over oorlogsslachtoffers (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/oorlogsslachtoffers)

----------------------------------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou!

GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

brief-Claartje brief-Claartje
sterilisatie sterilisatie
volksdansen volksdansen