Het onderwerp is hot (pun intended): het klimaat warmt op en dat leidt wereldwijd tot stress. Zodanig grote groepen lijden onder klimaatverandering dat er sprake is van ‘klimaatstress’, ‘klimaatangst’ of zelfs ‘klimaatdepressie’. Moeten we dit zien als zelfstandig verschijnsel dat zelfs een plekje moet krijgen in de DSM? Of is alle commotie kouwe drukte?
Om maar met de deur in huis te vallen: Zoiets als klimaatdepressie is geen ziekte op zich en hou het dus alsjeblieft buiten de DSM! Tegelijkertijd zou het hele handboek, elke richtlijn en elke wetenschappelijke publicatie doordrenkt moeten zijn van de gevolgen van klimaatverandering voor het mentaal welbevinden van groepen en individuen. Want er is veel aan de hand. Uit onderzoeken van Ipsos blijkt dat zeven op de tien Nederlanders zich zorgen maken over de opwarming van de aarde. Onder jongeren van 16 tot 30 jaar is dat nog meer: Driekwart maakt zich zorgen over het klimaat en een op de vijf jongeren ervaart regelmatig tot vaak klimaatstress. Dat heeft gevolgen voor hun gemoedstoestand. Bijna negen op de tien jongeren ervaren weleens negatieve gevoelens door de klimaatcrisis. De helft van hen zelfs regelmatig tot vaak. Ze voelen zich machteloos en somber en proberen nieuws over het klimaat te vermijden. Voor een op de vijf is dat een reden om in actie te komen, maar een deel (15 procent) wordt juist apathisch. Dat geldt ook voor volwassenen. GZ-psycholoog Sara Helmink, gespecialiseerd in klimaatpsychologie en verbonden aan de Climate Psychology Alliance, schrijft dat ze geregeld cliënten ziet waarvan het psychisch lijden zo ernstig is dat ze voldoen aan een DSM-5 stoornis. Ze stelt soms na intake een dysthyme stoornis vast: een langdurig neerslachtig en lusteloos gevoel dat het functioneren beperkt. Onderzoeker Francis Vergunst, verbonden aan de Universiteit van Oslo, waarschuwt voor andere gezondheidsrisico’s als gevolg van klimaatdepressie of klimaatangst: een toename van middelengebruik. Door overmatige stress grijpen mensen steeds vaker naar alcohol, nicotine of drugs.
Klimaatverandering kan op verschillende manieren invloed hebben op mentale gezondheid. De Amerikaanse psycholoog Thomas Doherty onderscheidt hierin drie groepen: 1. mensen die direct worden getroffen door het veranderende klimaat, zoals bij overstromingen, droogte of bosbranden, 2. mensen die indirect worden getroffen door bijvoorbeeld hogere voedselprijzen of mislukte oogsten en 3. mensen die niet direct worden getroffen maar wel veel van de bovenstaande psychologische klachten ondervinden. Het meeste onderzoek spitst zich toe op de derde groep.
Op velerlei niveaus merkbaar
‘De psychologische impact van klimaatverandering is op velerlei niveaus merkbaar’, stelde het Tijdschrift voor Psychiatrie in 2020. En The Lancet gaf in 2021 een opsomming van de emoties die naar voren kunnen komen: verdriet, woede, bezorgdheid, frustratie, irritatie, stress, schaamte, angst, hopeloosheid, machteloosheid en onverschilligheid. Het tijdschrift Global Environmental Change vulde dat in dezelfde tijd aan met een aantal mentale reacties op klimaatverandering: piekeren, niet meer kunnen ontspannen, rusteloosheid, concentratieproblemen of obsessieve gedachten. En het tijdschrift Current Psychology beschreef vorig jaar enkele fysieke klachten: gebrek aan eetlust (of juist teveel eten), spanning/rusteloosheid, lusteloosheid/vermoeidheid, slapeloosheid en nachtmerries. Daarnaast zijn in de literatuur ook paniekaanvallen, huilbuien, schuldgevoelens, depressieve klachten, moeite met sociale interacties en gevoelens van rouw (bijvoorbeeld om het verlies aan biodiversiteit) terug te vinden. Maar ook woede.
Geen duidelijke criteria
De wetenschappers benadrukken: dit zijn geen duidelijke criteria voor klimaatdepressie of klimaatstress. Dat komt omdat het ook onduidelijk blijft wat die begrippen precies inhouden. Dat begint al bij het labeltje. In Nederland worden klimaatstress, klimaatdepressie en klimaatangst door elkaar gebruikt. Het voorvoegsel ‘klimaat’ wordt nogal eens vervangen door ‘eco’ of ‘milieu’, maar misschien wordt daar hetzelfde mee bedoeld. Al die termen zijn eigenlijk een gebrekkige vertaling van Engelse begrippen als Climate Anxiety, Climate Change Anxiety (CCA) of eco-anxiety. Maar in de wetenschappelijke literatuur komen we ook termen als eco-distress, eco-angst, solastalgia, environmental distress, climate change distress, ecological stress, ecological affect, climate grief, of eco-despair tegen. En elk fenomeen lijkt weer een andere definitie te krijgen. Er is dus nog geen consensus onder internationale wetenschappers.
Uitspraken over prevalentie
Met zulke diffuse termen is het welhaast ondoenlijk om uitspraken te doen over prevalentie. Toch zetten we wat cijfers op een rijtje. In het onderzoek van Caroline Hickman onder tienduizend jongeren uit tien landen - dat in 2021 in The Lancet werd gepubliceerd - blijkt dat 60 procent zich zorgen maakt en meer dan de helft voelt zich bang, verdrietig, boos, machteloos, hulpeloos of schuldig. Maar er zijn per land nogal verschillen hierin. Zo blijkt uit onderzoek gepubliceerd in het Journal of Environmental Psychology dat in Spanje 78 procent zich zorgen maakt en in Rusland maar 9,6 procent. In Nederland was dit 57,7 procent (later werd dat meer, zo bleek bij Ipsos). Als het gaat om fysieke en mentale klachten, dan verschillen de cijfers per onderzoek terwijl soms dezelfde methodes worden gebruikt. Zo kwam uit Amerikaans onderzoek dat 17 tot 27 procent fysieke of mentale klachten ervaarde, en in Brits onderzoek was dit maar 3,6 procent. Het heeft er waarschijnlijk mee te maken dat er tot nu toe nog geen onderzoeken zijn gedaan met een representatieve steekproef.
Nauwelijks onderzoek naar oorzaken
Waarom ontstaan psychische problemen als gevolg van klimaatverandering? Daar is nog minder onderzoek naar gedaan. In 2011 zijn een aantal ideeën naar voren gebracht in het wetenschappelijk tijdschrift American Psychologist. Mensen maken zich zorgen of voelen morele verontwaardiging. Er is verdriet over het uitsterven van diersoorten. Onzekerheid over de toekomst speelt een grote rol. Het loslaten van tradities wordt genoemd. In Global Environmental Change kunnen we lezen hoe mensen paniek hebben vanwege het gevoel dat het ‘allemaal te laat is’. Of er is het gevoel dat hun eigen bijdrage maar een druppel is op een gloeiende plaat. Maar er is ook frustratie over onverschilligheid in de politiek of bij het bedrijfsleven, zo lezen we in het onderzoek van Hickman. Jongeren voelen zich verraden. Soms ook door elkaar en dan heerst er eenzaamheid, zo schetst de Wageningse ‘eco-filosoof’ Manon Danker in het universiteitsblad Rescue: “... het gevoel alleen te staan, de eenzaamheid die je bekruipt als je familie of vrienden zich er ogenschijnlijk amper om bekommeren terwijl jij ervan wakker ligt... veel studenten worstelen daarmee... je kunt zelfs aan jezelf gaan twijfelen.” Soms is er stress of angst door het te vaak meemaken van extreem weer. Of er is verdriet over het teloorgaan van cultureel of natuurlijk erfgoed. Het beroemdste voorbeeld is het verdwijnen van het Great Barrier Reef bij Australië. Dan zijn er ook nog wetenschappers die – heel erg meta – wijzen op (zelf)stigmatisering door het gebruik van etiketten als klimaatdepressie, klimaatangst of klimaatstress. Maar grootschalig systematisch onderzoek - waarin mensen zelf konden aangeven wat belangrijke redenen voor hun klimaat-gerelateerde mentale problemen zijn - is nog nooit gedaan.
Actie!
Genoeg redenen om het fenomeen niet op te nemen in de DSM. Dat betoogde Sara Helmink vorig jaar ook in tijdschrift De Psycholoog. “Klimaatdepressie en klimaatangst: nee. Eco-emoties en klimaatpsychologie: ja, meer onderzoek graag!” Bovendien kun je bij mensen met ernstige klachten dezelfde technieken inzetten als bij trauma, depressie of ‘gewone’ angststoornis. De kans dat iemand een klinische depressie ontwikkelt door alleen zorgen over klimaatverandering is heel klein, zo betoogt Jaap van der Stel, emeritus-lector psychische gezondheid, in de Volkskrant. “Vaak is een klinische depressie een combinatie van psychologische, sociale, fysieke of medische factoren.” Veel onderzoekers vragen zich af of bij psychologische gevolgen van klimaatverandering überhaupt wel sprake is van een aandoening. In een onderzoek dat in 2020 werd gepubliceerd in het Journal of Anxiety Disorders wordt zelfs geconcludeerd dat reacties van mensen op klimaatverandering juist proportioneel zijn met betrekking tot de dreiging. Die moet je dus niet zien als pathologisch. Een redacteur van New Scientist gaat nog een stapje verder in zijn artikel I have eco-anxiety but that’s normal: klimaatdepressie of -angst is een uitbraak van gezond verstand en niet van mentale problemen. Maar wat moet je dan aan met die negatieve gevoelens? Daar hebben de wetenschappers wel een antwoord op. Volgens Caroline Hickman ligt de oplossing in actie. “Alleen dan nemen de zorgen af. Bovendien maakt actie ondernemen op zichzelf al een stuk minder bang.” Dat onderschrijft Sara Helmink: “Stress is verlammend en dat kan je doorbreken door in actie te komen. Dan krijg je ook het gevoel terug dat je controle hebt.” In plaats van de psychiater bezoeken, kunnen mensen dus beter zwerfafval gaan opruimen, een moestuintje beginnen of samen zonnepanelen leggen. Of een snelweg bezetten.
Lees ook andere artikelen over klimaat en mentale gezondheid
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.