Anoniem
De leerkracht van groep 6 tegen de moeder: “Uw zoon heeft weinig aansluiting met andere kinderen; wordt nogal gepest. Ga eens praten met een speltherapeut.” Er brak een stukje van haar hart.
De speltherapeut: “Ik vermoed een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Ga eens naar een psycholoog.” Weer brak er een stukje van moeders hart.
De psycholoog: “Een conclusie trekken is lastig.”
De leraar op de middelbare school: “Hij wordt gepest. Hij is er vaak niet, hij spijbelt.” Opnieuw brak er een stukje van moeders hart.
Vader en moeder probeerden met hem te praten. Hij zei: “Voor mij hoeft het leven niet zo.”
Er brak een groot stuk van moeders hart en in haar hoofd klonk een alarmbel.
Opnieuw naar een psycholoog van de GGZ: “Ik denk aan een autisme gerelateerde stoornis. Drie maanden naar een kliniek zou uitkomst kunnen brengen.” Weer een stuk dat van moeders hart brak. In de weekenden mocht hij naar huis en als ze hem op maandag weer terugbracht, huilde ze.
In de kliniek werd hij verliefd op Julia, ze zat daar voor een mislukte zelfmoordpoging, voor haar borderline, ADD, een eetstoornis en zelfverminking.
Na de periode in de kliniek trok hij bij haar en haar ouders in, in een afgelegen dijkhuis; zij woonden boven, haar ouders beneden.
Het ging niet goed; zij kon niet met zijn autisme-achtige gedrag omgaan, hij niet met haar borderline/ADD. Het werd een ‘knipperlichtrelatie’; geregeld woonde hij weer thuis.
Julia wilde een kind, hij absoluut niet, juist vanwege hun psychische achtergronden. Met een smoes raakte ze zwanger (“ben net ongesteld geweest, kan wel zonder condoom”). Er brak een groot stuk van moeders hart en in haar hoofd groeide wanhoop.
Met lood in zijn schoenen trok hij vlak voor de uitgerekende datum weer bij Julia in.
Er werd een meisje geboren en moeder en vader sloten het in hun hart; zoon gelukkig toch ook. Hij erkende het en gaf haar zijn achternaam.
Julia wilde niet dat hij zijn dochtertje eten gaf of verschoonde. Hij had het toch niet gewild?! Hij moest de stallen van de paarden maar doen, eten koken. Moeder en vader mochten het kind ook niet vasthouden.
Het knipperlichten ging door en hij kwam steeds vaker en langer weer thuis wonen. Julia gaf toe dat ze psychische hulp nodig had, maar was als de dood om weer opgenomen te worden.
Na een paar maanden bleef hij bij vader en moeder. Hij wilde – kon – niet meer terug.
Hij zag zijn kind nooit meer; steeds als hij met Julia een afspraak wilde maken, kwam er van haar kant iets tussen.
Moeder heeft via alle mogelijke wegen geprobeerd op de een of andere manier inzicht te krijgen over de manier van leven van haar kleinkind. Alle instanties vonden het een vreselijk verhaal, maar ja, HAAR ZOON was de enige die actie kon ondernemen. En niemand snapte dat hij dat niet kón.
En de moeder/oma?
Die zag overal kleine meisjes en elke keer weer brak er een stukje van haar hart …
*****************************************
Dit is één van de tien verhalen die de jury koos uit de inzendingen van onze verhalenwedstrijd. Lees hier meer over de wedstrijd, de mening van de jury en de andere negen verhalen.