Over niet bestaande bezuinigingen, rijkdom en armoe
Een tijdje terug was ik aanwezig bij een studiemiddag waar vooral hulpverleners uit de ggz aanwezig waren. Aan de orde kwam de financiering van de ggz. Eén van de aanwezigen verzuchtte: “Waarom moet het toch altijd over geld gaan?”
De reactie van deze hulpverlener lijkt exemplarisch voor de ‘oude ggz’: “Wij houden ons bezig met hogere zaken, geld mag daarbij geen rol spelen”. Het is één van de oorzaken waarom het ggz-budget in de jaren vóór 2012 zoveel sneller steeg dan in de rest van de gezondheidszorg: geld was ons probleem niet. Er waren meer redenen voor die stijging, maar deze opvatting was er zeker één van.
Het gaat inderdaad vaak over geld en dat lijkt onontkoombaar. In de ggz gaat op jaarbasis een slordige 7,6 miljard euro om en dat geld moet ergens vandaan komen. Verzuchten dat het ‘altijd over geld gaat’ kan wel, maar dan ook niet zeuren als je minder gaat verdienen.
Gelukkig zagen de meeste aanwezigen de noodzaak van geld als gespreksonderwerp wel in.
Geld. Ons hele magazine gaat er over. Over Prinsjesdag en de rijksbegroting, waaruit blijkt dat de ggz er (opnieuw) geld bij krijgt. Ja, inderdaad, geld erbij. Net als eerdere jaren: dat er op de ggz bezuinigd wordt, is een mythe. Het geld wordt misschien aan verkeerde dingen uitgegeven (administratie en bureaucratie), de ggz werkt niet altijd even efficiënt (het eindeloze doorverwijzen is daar een voorbeeld van), er gaan instellingen failliet, er zijn wachtlijsten en er is personeelsgebrek, maar de ggz als geheel krijgt er jaarlijks geld bij.
Wij verheugen ons jaarlijks op de top 20 van bestbetaalde bestuurders in de ggz. Jeroen Muller van Arkin, sinds jaar en dag bovenin de lijst te vinden, staat opnieuw bovenaan. De lijst wordt overigens elk jaar minder spectaculair: sinds de Wet Normering Topinkomens is ingevoerd en bestuurders in de zorg en het onderwijs niet méér mogen verdienen dan een minister, gaan de bedragen omlaag. Stapje voor stapje, want er is een afbouwregeling, maar vanaf 2022 staan er waarschijnlijk 22 bestuurders op een gedeelde eerste plaats.
De meeste mensen met psychische klachten moeten het met minder doen. Schulden zijn vaak het gevolg. We bekeken die schulden vanuit twee perspectieven. Koosje de Beer interviewde twee schuldhulpverleners. In ‘Als het echt slecht met je gaat, doen financiën er niet meer zoveel toe’ vertellen zij hoe zij mensen in de problemen zien komen. En hoe zij kunnen helpen.
Het andere perspectief, dat van degene die schulden heeft, laat Jeannet Appelo zien in ‘Wie komt er eerder, de deurwaarder of de psychiater?’ Twee mensen die ernstige psychiatrische klachten hadden én schulden, vertellen hun ervaringen en de gevolgen van hun klachten voor hun financiële positie. En andersom.