Sinds de invoering van de Jeugdwet is de jeugdhulp bijzonder veel in het nieuws geweest en meestal niet op een positieve manier. Geldgebrek, wachtlijsten, personeelstekort en handelingsonbekwaamheid, tekortschietende hulp: eigenlijk leek alles fout te gaan wat fout kon gaan. Eén van de indrukwekkendste momenten vond ik zelf de uitzending van Nieuwsuur, waarin schokkend duidelijk werd hoe jongeren met ernstig psychiatrische problemen opgevangen werden door personeel dat daar niet voor was opgeleid. Bovendien in een instelling die zomaar kon veranderen doordat gemeenten besloten het contract met de zorgaanbieders te verbreken en met een andere - meestal goedkopere – zorgaanbieder in zee te gaan.
Het is verleidelijk om ons aan te sluiten in de rij met klachten en een aantal artikelen te schrijven die het probleem nog eens accentueren. Hoe terecht dat ook zou zijn, het voegt weinig meer toe aan alles wat er al gezegd en geschreven is. Wie alle berichten in de afgelopen jaren over de problemen in de Jeugdzorg toch wil lezen kan dat doen op onze nieuwspagina.
We spitsen in deze GGZ Totaal toe op gedwongen zorg voor jongeren. Het gaat daarbij vaak om jongeren met ernstig psychiatrische of psychosociale problemen, die weigeren hulp te aanvaarden. Daarbij willen we vooral kijken wat de mogelijkheden zijn en hoe er geprobeerd wordt om die dwang zo minimaal mogelijk te maken. Want, in tegenstelling tot waar het soms op lijkt, er wordt binnen de Jeugdhulp bijzonder hard gewerkt om vooruitgang te boeken en de zorg zo optimaal mogelijk te maken.
In het openingsartikel ‘Jeugdzorg in beweging’ vertellen Frederique Coelman (klinisch psycholoog, psychotherapeut en directeur van De Koppeling in Amsterdam) en Peter Dijkshoorn (kinder- en jeugdpsychiater en bestuursvoorzitter van Accare) over de verandering binnen de Jeugdzorg en hoe er wordt ingezet om het negatieve tij te keren. Eén doelstelling is het aantal separaties terug te brengen tot nul.
We ontkomen niet helemáál aan de negatieve deken die de Jeugdhulp lijkt te bedekken. In ‘Komt het nog goed met de Jeugdhulp?’ geven we een globale analyse van de oorzaken van de problemen in de Jeugdhulp. We doen dat aan de hand van twee rapporten die dit jaar verschenen: de analyse van jaarverslagen van Intrakoop en Verstegen en de evaluatie van de Jeugdwet van het Nji en het Nivel die in juli van dit jaar verscheen.
Ook niet onbelangrijk: in januari wordt de wet Bopz vervangen door de Wvggz en de Wzd. In ons vorige magazine schreven we daar in ‘De BOPZ heeft nog maar tien weken te gaan’ al uitgebreid over. Ook richtten we een speciale pagina in met links naar handreikingen en opvallende artikelen.
De Wvggz geldt natuurlijk ook voor mensen ónder de achttien. Wat dat voor consequenties heeft voor de gedwongen zorg bespreken we in ‘Nog geen achttien en toch verplichte zorg’.
Natuurlijk gaat er aan gedwongen zorg nog een heel traject vooraf. Jeugdhulp, Jeugdzorg, JeugdzorgPlus, Jeugd-ggz, OTS en (V)OTSen nog veel meer sectoren en instanties die zich met problematische jeugd bezighouden. Jeannet Appelo probeerde er zicht op te krijgen, maar raakte dusdanig in ‘Een oerwoud van voorzieningen’ verstrikt, dat ze haar artikel terugtrok. Na overleg met haar publiceerden we het toch, met de wetenschap dat haar overzicht incompleet is. Toevoegingen zijn van harte welkom.
‘Wat het beste is voor een jongere mag niet altijd van de wet’, zegt Carlo Verheijen. Carlo is afdelingshoofd van een ZIKOS, een Zeer Intensieve Kortdurende Observatie- en Stabilisatieafdeling. Jongeren die tussen wal en schip vallen, bijvoorbeeld omdat de problematiek niet in één hokje is te vangen, kunnen hierheen worden verwezen. Het gaat meestal om jongeren met een lange hulpverleningsgeschiedenis, een ernstig psychiatrisch ziektebeeld, gecombineerd met ernstige gedragsproblematiek. In ’De medewerkers bepalen het behandelklimaat niet de stoelen en tafels’ vertelt Carlo tegen Hamp Harmsen over de ZIKOS.
Ook hier wordt gewerkt aan duurzame alternatieven voor eenzame opsluiting.