Op bezoek bij uitgeverij Tobi Vroegh
Waar beter kun je met je vragen over ervaringsliteratuur terecht dan bij uitgeverij Tobi Vroegh in Amsterdam-West. Zoals hun website vermeldt: “Wat is uitgeverij Tobi Vroegh? Met onze publicaties slaan wij een brug tussen psychiatrie en maatschappij. Dit doen we door een podium te bieden aan auteurs met een psychiatrische achtergrond. Deze verhalen kunnen zo vooroordelen wegnemen, steun bieden én begrip kweken. Onze opvatting: ervaringsverhalen zijn er om te delen. “
Ik heb er vandaag een afspraak met Lea van Geesink, projectleidster van Tobi Vroegh.
Ergens in een ietwat versleten bedrijfspand in Amsterdam West zetelt de uitgeverij op de vierde verdieping alwaar ik vriendelijk ontvangen wordt bij de balie van de Scip, (Stichting Client gestuurde Initiatieven en Projecten, dat sinds 2016 deel uit maakt van de Regenbooggroep te Amsterdam). Uitgeverij Tobi Vroegh is onderdeel van Scip en zet zich in op drie gebieden: het wil een veilige werkplek zijn voor vrijwilligers die veelal een psychiatrische achtergrond hebben en met, wat zo mooi genoemd wordt tegenwoordig, een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast en bovenal is de uitgeverij een podium voor auteurs die ervaringsdeskundig zijn op het gebied van de psychiatrie. Tenslotte streeft men er naar de psychiatrie salonfähig en sexy te maken. Voorwaar, ambitieuze doelstellingen… Voor wat betreft dat laatste heeft Tobi Vroegh de tijd mee, er verschijnt steeds meer ervaringsliteratuur in de boekhandel.
Motivatie is het op de markt brengen van goede publicaties
Op de burelen van de uitgeverij is het een aangenaam vertoeven en doet iedereen zijn of haar ding naar vermogen en talent. Na een wat uitgaven betreft mager jaar 2019 staan er aan het begin van 2020 gelukkig al weer een paar nieuwe uitgaven op stapel. Als ik even zit te wachten op het bakkie koffie zie ik in de kleine ruimte naast me een vrouw achter het computerscherm met vier mannen om haar heen die geestdriftig in gesprek staan over het ontwerp van de omslag van een nieuwe uitgave. Betrokken en informeel zou ik het willen noemen hier.
In totaal werken er bij Tobi Vroegh momenteel bijna 40 vrijwilligers en een betaalde kracht die het geheel aanstuurt en coördineert. Een ieder werkt naar vermogen een of enkele dagdelen per week mee aan het op de markt brengen van goede publicaties.
Als een manuscript wordt aangeboden, gaat dat allereerst naar het manuscriptenteam. Dat leest het aangebodene kritisch en besluit of de uitgeverij er mee in zee wil gaan. Bij een positief besluit neemt het redactieteam het over. Vanaf dat moment wordt de auteur door twee redacteurs begeleid in het vervolmaken van het manuscript tot een boek dat het uitgeven waard is. Dat kan begeleiding op taal, op structuur, op vorm wezen, al naar gelang het manuscript daarom vraagt. Is het manuscript persklaar dan komt het vormgeef-team er aan te pas en wordt door het PR team de marketing bedacht en uitgevoerd. Een kantoorteam tot slot is er om de bestellingen uit de webwinkel te versturen en de administratie te onderhouden.
‘Samen mooie boeken maken’
Die vrijwilligers, daar draait alles om bij Tobi Vroegh. Er is bij Tobi Vroegh “altijd wat te doen…” met als motivatie: samen mooie boeken maken. Er zijn klussen met deadlines en klussen zonder, ingewikkelde klussen en eenvoudige klussen, aan vormgeving van boeken wordt gewerkt, redacteuren ondersteunen de schrijver, er is administratie, een mooie flyer wordt bedacht, een eigen boekenfeest wordt georganiseerd, marketingstrategie is nodig en een website die onderhouden wordt en ook de maandelijkse vrijdagmiddagborrel moet worden verzorgd; het is de kunst bij Tobi Vroegh om een ieder op zijn of haar vermogen, kennis en kunde aan te spreken. De aanwas van vrijwilligers is vrij constant. Er loopt een rijkdom aan kwaliteiten rond bij Tobi Vroegh, men versterkt elkaar in zijn of haar kunnen en er ontwikkelen zich daarmee ook onverwachte kwaliteiten. Er is onderlinge coaching en deskundigheidsbevordering onder het motto: ‘wat kun je en wat wil je’. Lea van Geesink spreekt er met enthousiasme over en stelt nadrukkelijk dat de ambitie van het werken bij de uitgeverij serieus is, geen dagbesteding! Het is cruciaal, aldus Lea, dat de vrijwilligers hier in een andere rol vertoeven dan die van patiënt/cliënt.
Verhalenbundel
Hoe komt Tobi Vroegh aan zijn auteurs? Regelmatig komen er manuscripten binnen via de website. Daarnaast is er eind 2019 een verhalenwedstrijd opgezet. Dat resulteerde in maar liefst 147 inzendingen. Uit dit reservoir van schrijvers zullen ook weer nieuwe manuscripten gaan komen. Vooralsnog komen de beste, mooiste en meest zichtbare verhalen in een verhalenbundel. Vier inzendingen krijgen een eervolle vermelding. De uitgave van deze verhalenbundel zal natuurlijk als marketing wordt ingezet. Daar gaan we nog van horen! Ook was er eind 2019 een manuscriptenwedstrijd in innige samenwerking met deveerkrachtcentrale, een landelijk netwerk van ervaringsdeskundigen. Daaruit komen twee romans voort. En ten tijde van het schrijven van dit stuk zag het boek ‘Breinblessure’ van Brenda van der Laan het licht, een roman over depressie. De vaart zit er al vroeg in dit jaar.
Erkenning, maar ook vergeefs gezocht naar lotgenotenliteratuur
Als ik met Lea praat over beweegredenen van haar schrijvers noemt ze vrijwel direct “erkenning!” Elke schrijver heeft zo zijn eigen beweegredenen om gezien te willen worden. Veel schrijvers hebben na hun diagnose zelf vergeefs gezocht naar lotgenotenliteratuur en hebben hun boek geschreven zodat anderen er wat aan zouden kunnen hebben. Lastig blijft het dan vervolgens om het geschreven werk ook te beoordelen op kwaliteit voor de lezer.
Er worden uiteraard slecht geschreven manuscripten aangeboden maar dat hoeft niet direct een reden zijn om niet uit te geven: de kern van het boek moet naar het oordeel van het manuscriptenteam de belofte van een interessant boek in zich dragen. Daarnaast is het bij Tobi Vroegh bijna onvermijdelijk dat er soms ook sprake is van het beoordelen van manuscripten vanuit ethisch perspectief. Dat leidt soms tot moeilijke beslissingen. Bijvoorbeeld in het geval van een manuscript waarbij de inhoud van het boek vanuit de gekleurde bril van de schrijver zeer waarschijnlijk tot leed zou gaan lijden bij andere betrokkenen. Dat manuscript is geweigerd. Een andere reden om niet uit te geven is de stigmatisering van de psychiatrie die op de loer als gevolg van een slecht boek. Manuscripten die potentie hebben, worden begeleid door een team van redacteuren, richting de publicatie.
“Dat kan niet waar zijn…”
“Dat kan niet waar zijn…” Dat kan ook een reactie zijn bij het lezen van een manuscript. Maar al te vaak blijkt het vervolgens wel zo te zijn. De werkelijkheid is met enige regelmaat gekker dan je zelf kunt verzinnen. Maar, zoals Lea benadrukt: “In wezen maakt het zelfs niet uit of het echt is”. Hoe een auteur iets zelf beleefd is van belang. Het is “bere-ingewikkeld” om een manuscript af te wijzen op basis van psychiatrische problematiek zoals wanen. Een dergelijk manuscript kan zeker van waarde zijn mits het expliciet duidelijk is dat wanen een rol spelen. En het kan vervolgens heel goed mogelijk zijn dat er een goed verhaal uitkomt dat de moeite van het lezen waard is.
Veel autobiografisch werk komt overigens in de vorm van fictie binnen en soms ook in de vorm van poëzie. Dat laatste is nog lastiger te beoordelen op kwaliteit, er is daarvoor weinig expertise in huis dus scholen we ons bij. Maar hoe dan ook: de verhalenwedstrijd heeft ongekend succes gehad en gaat als bron voor de uitgeverij weer nieuw werk opleveren. Er staat ondertussen mooi wel een poëziebundel op stapel! En drie nieuwe prozawerken. Nog even en dan wordt hier weer het eigen Boekenfeest gevierd. Er gebeurt genoeg bij Tobi Vroegh!
Leestip van Lea van Geesink:
Dwerg Nul eeuwt het uit! Sprookje voor volwassenen. Van Theo Terwisscha van Scheltinga.
Een bijzonder geestig en dubbelzinnig sprookje dat op toverachtige wijze een beeld geeft van de psychiatrie van binnenuit.
66 pagina’s; € 10,-; ISBN: 978-90-78761-34-1.
Uitgeverij Tobi Vroegh en nog steeds via hun website te koop-
(Tobi Vroegh kan de boeken ook thuis - laten - bezorgen. Vanwege de Corona-crisis kan dat iets langer duren dan normaal).
________________________________________________________
Tegelijkertijd met het verschijnen van dit artikel, publiceerde GGZ Totaal vier interviews met schrijvers van ervaringsliteratuur (niet allemaal uitgegeven bij Tobi Vroegh). Het zijn:
Saskia Bos, die enkele jaren terug ‘Schizofrenie en bergen beklimmen’ schreef. De titel is niet alleen een zinspeling op de problemen die zij ondervindt als gevolg van haar schizofrenie, maar ook letterlijk: Saskia is een fervente bergbeklimmer.
Brenda van der Laan. ‘Breinblessure’ is haar autobiografische debuutroman. Het boek geeft een openhartig beeld van de gevoelens, twijfels en gedachten van iemand die wegglijdt in een zware depressie.
Luc Vercauteren over zijn boek ‘Grenzeloos geluk’. Ondanks zijn bipolaire stoornis stapte hij in 2016 op de fiets om van zijn woonplaats Maastricht naar Teheran te rijden. Het boek volgt we hem aan de hand van dagboekfragmenten op zijn route.
Aefke ten Hage schreef de jeugdroman): ‘Mijn moeder kookt soep van tafelpoten’. “Omdat ik het belangrijk vind dat het onderwerp bespreekbaar is. Maar het moet ook spannend zijn, anders wordt het meteen weer weggelegd.”