Drie onderzoeken die deze week verschenen nader bekeken
Maar liefst drie onderzoeken over corona en de (mentale) gevolgen voor Nederland kwamen er afgelopen week naar buiten. Geen toeval natuurlijk, het was de week daarvóór exact een jaar geleden dat de eerste corona-besmettingen in Nederland werden vastgesteld. Alle drie de onderzoeken concludeerden dat de mentale gevolgen van de corona-crisis voor de gemiddelde Nederlander meeviel. Met de nodige kanttekeningen, dat wel.
Als eerste verscheen woensdag 3 maart ‘Een jaar met corona’, van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In de samenvatting schrijven de onderzoekers: “Gemiddeld genomen waren de gevolgen voor het psychisch welbevinden en de eenzaamheid van de Nederlanders beperkt.” Wel zijn er groepen die meer risico lopen”, schrijft het SCP. “Onduidelijk is nog hoe groot de gevolgen op de langere termijn zijn, maar de zorgen zijn groot.”
De dag daarop, donderdag 4 maart, stuurde de Tilburg University, CentERdata en het Nivel een persbericht over een eerder die week gepubliceerde studie onder 4100 mensen in Medrxiv. “De geestelijke gezondheid van Nederlanders is behoorlijk stabiel,” concluderen onderzoekers. “Volwassen Nederlanders voelen zich over het algemeen niet anders dan voor de uitbraak van het coronavirus.”
Volgens de onderzoekers had bijna één op de drie mensen eind vorig jaar last van vermoeidheid. Ongeveer één op de vijf mensen kampte regelmatig met slaapproblemen. Zo’n één op de zes mensen had angsten en depressieve gevoelens. Maar, en dat is van belang, die cijfers zijn vergelijkbaar met eind 2018 en eind 2019, voordat het coronavirus uitbrak.
Vrijdag tenslotte, kwam het CBS met vergelijkbare resultaten. “In 2020 was 12 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder psychisch ongezond. Dit is de laatste vier jaar niet veranderd. Wel nam de psychische ongezondheid in het vierde kwartaal van 2020 licht toe ten opzichte van het vierde kwartaal in 2019.
Niet bagatelliseren, maar ook niet overdrijven
Het is belangrijk te benadrukken dat de onderzoeken de gevolgen van corona en de bijbehorende maatregelen niet bagatelliseren. Op grond van de resultaten kunnen we wel wat kanttekeningen plaatsen bij de soms overtrokken verhalen in de media over de grote toename van psychische klachten, vereenzaming, verwarde personen en depressiviteit.
Hoe ontstaan die berichten dan? Drie voorbeelden uit een lange lijst.
‘Meer dan 80 procent van de jongeren bevindt zich op het randje van een burn-out’, bleek in februari uit onderzoek van het Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-out (NCPSB). Het bericht werd door vrijwel alle landelijke media gedeeld. Al snel bleek dat het NCPSB een commercieel bedrijf is, met een goed gekozen naam, een minstens zo goed gevoel voor PR en belangen bij de uitkomsten van het onderzoek. Een factchecker van de Universiteit Leiden maakte gehakt van het onderzoek, maar toen was het bericht de wereld al rond. (Voor het verweer van het NCPSB, klik hier).
‘Studenten lijden psychisch onder coronacrisis’, schrijft Ad Valvas, onafhankelijk platform van de Vrije Universiteit Amsterdam in september. Ook dit bericht zoemt rond in de media, maar de nuancering die Ad Valvas zelf aanbrengt, gaat daarbij enigszins verloren: “Zo kampte in maart 2019 nog 24,7 procent van de studenten met angst- en depressieklachten. Een jaar later, toen covid-19 ook in Nederland volop om zich heen greep, lag dat aandeel opeens 5 procent hoger.” Dat dertig procent van de studenten angst- en depressieklachten heeft vanwege de corona, zoals sommige media schrijven, is dus niet waar.
Veel begrijpelijke zorgen over een mogelijke toename van suïcides bij het afkondigen van de eerste lockdown. ”We hielden rekening met meer zelfdodingen als gevolg van werkloosheid, eenzaamheid en financiële problemen”, zei 113-onderzoekster Renske Gilissen in februari tegen de NOS. Het tegendeel gebeurde, het aantal suïcides nam in 2020 zelfs licht af. ”Maar wat we nu beseffen is: dit is een pandemie, geen economische crisis. Het is een unieke situatie”, zegt Gilissen, die er overigens nog niet helemaal gerust op is. Haar geruststellende woorden vinden de weg naar de media in ieder geval veel minder dan de breed gedeelde zorgen in maart.
Niets aan de hand, dus?
Alle drie de onderzoeken wijzen op kwetsbare groepen, die het meeste risico lopen. Dat is overigens is hier niet anders dan in de meeste crisissen. In de meeste crisissen in de geschiedenis zakken kwetsbare groepen het eerst door het ijs.
Bij een aantal groepen waren dan ook nadrukkelijker gevolgen zichtbaar. Bijvoorbeeld om jongvolwassenen, bij wie het psychisch welbevinden afnam en de kans op werkloosheid toenam; om ouderen, bij wie de emotionele eenzaamheid toenam; om mensen met een lage opleiding en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, die relatief vaak werkloos werden; en ook om zelfstandigen, die relatief vaak een inkomensachteruitgang meemaakten.
Specifieker worden verschillende ‘kwetsbaren’ genoemd: onder 18- tot 40-jarigen komt psychische ongezondheid iets meer voor dan onder de oudste en jongste leeftijdsgroepen. Alleenstaanden jonger dan 65 jaar en ouders in eenoudergezinnen zijn relatief vaak psychisch ongezond, alleenstaanden jonger dan 65 jaar; partners in een paar zonder kinderen tot 40 jaar waarbij de psychische ongezondheid is toegenomen. Hetzelfde geldt voor ouders in eenoudergezinnen.
Het SCP: “Ook zijn er signalen dat (volwassen) cliënten nu vaker in zorgwekkende psychische, maar ook lichamelijke conditie worden aangetroffen bij crisisdiensten. Wat daarbij niet helpt, is dat de coronamaatregelen ertoe leiden dat sociale structuren voor mensen met psychische kwetsbaarheid voor een groot deel zijn weggevallen, zoals werk, buurthuis, dagopvang of woonbegeleiding en contacten met vrienden en familie, die doorgaans ook een signalerende functie hebben en hulp kunnen inschakelen. Bovendien is er veel minder face-to-face contact met hulpverleners binnen de ggz.”
Kwetsbare groepen vallen ook in de onderzoeken buitenboord
Opvallend is, dat de meest kwetsbaren in onze samenleving het minst onderzocht lijken in deze drie onderzoeken. De Tilburgse onderzoekers schrijven zich vooral te hebben gericht op vermoeidheid, slaapproblemen, angsten, depressieve gevoelens en het gebruik van geestelijke gezondheidszorg. Ze zeggen daarbij: “Toekomstige studies die zich richten op andere geestelijke gezondheidsproblemen, zoals eetproblemen, paniekaanvallen, fobieën, alcohol- en drugsmisbruik en een laag zelfbeeld, zijn echter gerechtvaardigd”. Het is jammer dat het onderzoek daar niet op gericht is, want juist dit soort klachten kwam de afgelopen periode regelmatig in het nieuws. Zo zagen de eetklinieken in december een plotselinge toename van het aantal aanmeldingen. Dat gebeurde niet alleen in Nederland, maar ook in België.
Cannabisgebruik leek toe te nemen, terwijl alcoholgebruik een wisselend beeld laat zien: bij ongeveer 20% werd dat minder, bij 10-20% werd het juist meer, door de stress, het wegvallen van een dagstructuur, verveling en eenzaamheid.
Ook het SCP stelt zelf niet volledig te zijn: “Bepaalde groepen, waaronder laaggeletterden, anderstaligen en mensen met beperkte digitale vaardigheden, zijn mogelijk onder-gerepresenteerd. Groepen zoals tehuisbewoners of daklozen maken geen deel uit van dit onderzoek.” Even later merken de onderzoekers op dat hun resultaten in tegenspraak lijken met de berichten over de grote toestroom naar jeugd-ggz en de ggz-crisisdiensten. De verklaring: “We moeten bedenken dat jeugd tot 16 jaar en mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen in ons onderzoek niet goed vertegenwoordigd zijn.” Ook mensen die corona hebben gehad en daar maanden later nog steeds gevolgen van ondervinden, ondernemers in een bepaalde bedrijfssector of mantelzorgers van huisgenoten zijn ondervertegenwoordigd. Het is niet uit te sluiten dat juist dáár mensen tussen zitten die het meest te lijden hebben van de crisis.
Ná de corona
Eerder al suggereerde Leids onderzoek dat vooral kwetsbare gezinnen last hadden van de lockdown, waarbij vooral kinderen van ouders met psychische problemen lopen risico liepen op mentale beschadiging. Recent onderzoek, ook uit Leiden, bracht aan het licht dat het aantal gevallen van kindermishandeling was toegenomen.
De gemiddelde Nederlander zal de coronacrisis zonder ernstige mentale gevolgen doorstaan, de mensen die in maart al in een achterstandssituatie zaten, zullen het slechtst uit deze crisis komen. Daarbij kunnen we optellen (deels genoemd in de onderzoeken): mensen die op de IC hebben gelegen en daar cognitieve problemen aan hebben overgehouden; hulpverleners, vooral in de ziekenhuizen en verpleeghuizen, die méér hebben meegemaakt dan ze aankunnen; nabestaanden van covid-slachtoffers die geen afscheid hebben kunnen nemen; ondernemers die hun levenswerk in rook hebben zien opgaan.
De crisis is nog niet voorbij als iedereen gevaccineerd is.