Hoe ik in 2014 mijn baan verlies...
Begin 2010 werk ik gedetacheerd als helpdeskmedewerker bij een zeer groot staalbedrijf in IJmuiden. Na enkele jaren daar succesvol te hebben gewerkt, word ik ’opeens’ binnen een week zeer ernstig ziek, naar later blijkt een psychose. Dit proces van angst en onzekerheid is het meest verschrikkelijke wat ik ooit heb meegemaakt. Mijn werkgever is ook geschrokken maar heeft ook haar inspanningsverplichting om mij zo goed en zo kwaad als het gaat weer te laten re-integreren na circa een half jaar van beginnend herstel. Ik mag re-integreren bij mijn oude opdrachtgever met wat eenvoudige werkzaamheden. Dit gaat redelijk, maar mijn oude ik, en het daaraan klevende imago hersteld zich niet zo makkelijk meer. Ik word teruggetrokken bij deze opdrachtgever en eindig op de bank.
Als ik in juli van 2010 weer wat verder hersteld ben, kan ik tijdelijk aan de slag als helpdeskmedewerker bij de UvA, waarbij ik verzwijg dat ik ziek ben. Dit gaat wonderbaarlijk goed, niemand heeft wat in de gaten en mijn contract wordt zelfs tot twee keer toe verlengd.
Vanwege opvolging van de Poortwachter Wet heb ik de zeswekelijkse gesprekken met de Arboarts, die weinig meer behelzen, dan een geanimeerd gesprek en de conclusie dat het onverkort goed gaat. Helaas word ik ondanks mijn goede functioneren bij diverse opdrachtgevers na circa twee jaar toch aangemeld bij het UWV voor een WIA-keuring. De keuringsarts van het UWV gaat mee in mijn weigering mij te laten afkeuren, en hij vindt ook dat vier dagen in de week werken mij goed afgaat, en ik daarmee mijn vaste baan kan behouden. De keuringsarts zegt: ”Als u graag u baan wilt houden, dan keuren wij deze ontslagaanvraag niet goed”.
Ik ben hiermee in mijn nopjes, ik kan mijn baan behouden en weer door. Helaas in de praktijk valt dit tegen, omdat ik gedetacheerd word en ik steeds als een soort marionetpop naar nieuwe opdrachten wordt gestuurd, als ik dat zou weigeren, is dat werkweigering en een onmiddellijke reden tot ontslag. Daardoor beland ik door toedoen van stroperige en onduidelijke communicatie van mijn werkgever min of meer steeds verder op een zijspoor.
Mijn werkgever wil domweg van mij af, wegens herhaling van een kans op een psychose maar communiceert dit niet direct naar mij, vanuit een financieel oogpunt.
Na wat onzinnige gesprekken voeren met mijn manager Kees, en daarna brieven met aantijgingen die niet kloppen, en na wat gesprekken met de regiomanager Mehmet en wat ’mislukte’ projecten, krijg ik onverwacht met een soort overvaltechniek een vaststellingsovereenkomst aangeboden. Hierin wordt eigenlijk een soort afvloeiingsregeling geboden (lees: eenzijdige oprotpremie) met wederzijds goedvinden. Ik word onder druk gezet om binnen twee weken te tekenen. Ik weiger dit en neem contact op met de FNV, ik krijg een advocaat toegewezen.
Ik word nog een half jaar gedetacheerd (gepest) en van het ene
project naar het andere gestuurd, die volgens de werkgever uiteraard allemaal ‘mislukken’.
Ik doe ondertussen op aanraden van mijn advocaat gewoon mijn best, verlies nooit mijn beheersing, en doe alles wat er gevraagd word. Mijn advocaat adviseert mij om alles vast te leggen en zelf een
tegendossier te vormen en alles uit te voeren wat de werkgever verlangt. Ondertussen haal ik ook niet-relevante certificaten, als dat geëist word. Ik laat op geen enkele manier blijken dat ik de situatie goed in de gaten heb of
contact heb met een advocaat. Ik doe zo goed mogelijk mijn best.
Voordat ik naar een magazijn in Moordrecht wordt gestuurd, zegt de opleidingscoördinator tussen neus en lippen door tegen mij: ”We krijgen je er wel uit hoor!”. Als ik het al niet zeker wist, weet ik het nu zeker, dit is onethisch gedrag en zij verzwijgen om financiële reden dat zij van mij af willen.
In een magazijn in Moordrecht moet ik laaggeschoolde logistieke uitvoerende werkzaamheden doen, ·dit valt mij best rauw op mijn dak, maar ik vind het ook wel interessant, tot grote woede van Mehmet, die hoopt dat ik het bijltje erbij neergooi. Ik speel het spelletje gewoon mee en vraag de collega’s om getuigschriften via de e-mail toe te sturen als ook dit project weer ’zeer’
onverwacht eindigt. Deze collega’s die het spelletje niet kennen die de werkgever ook over hun ruggen speelt, vinden mij gewoon aardig en zien dat ik mij best doe, dus die honoreren hun getuigschriften aan mij.
Uiteindelijk na een half jaar van nog meer mislukte projecten, word ik op kantoor geroepen en krijg
ik de definitieve ontslagaanvraag in mijn handen gedrukt een dik rapport met
beschuldigingen waarom ik niet functioneer.
Ik heb samen met mijn advocaat twee weken de tijd om hiertegen bezwaar aan te tekenen
bij het UWV. Dat doen we. We dienen tweeënzeventig (!) punten van bezwaar in. Na twee maanden van onzekerheid krijg ik een verlossend telefoontje van mijn advocaat.
Het UWV heeft beslist dat deze ontslagaanvraag niet gegrond is. Mijn advocaat is hierover verheugd en zegt dat ik nu sterker sta in de onderhandelingspositie voor een hogere afkoopsom.
De advocaat voert de onderhandeling voor mij uit, maar tot die tijd moet ik alles doen wat de werkgever van mij verlangt, adviseert zij mij. Als de advocaten er uit
zijn (na een maand) hoef ik alleen nog de sterk verbeterde vaststellingsovereenkomst te tekenen.
Een paar maanden later wordt het brutobedrag gestort op mijn rekening. En is het einde carrière voor mij en ben ik een illusie armer, ik moet een uitkering aanvragen bij het UWV om in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien.
Vanaf nu ga ik werkloos door het leven.