Anika Rooke
Na de deeltijdtherapie zie ik Yara, mijn psycholoog, nog maar eens per maand voor nazorggesprekken. Ik voel een barrière tussen ons, eentje die ik overigens zelf heb gecreëerd, zodat ons naderende afscheid niet zo’n pijn gaat doen.
Ik hang namelijk heel erg aan Yara. Zij is de eerste hulpverlener in jaren bij wie ik me veilig en vertrouwd voel. Al snel blijkt dat ik toch meer zorg nodig heb, maar vanwege haar overvolle agenda kan ik mijn traject niet met Yara voortzetten. Dat vreet aan me.
Tijdens het laatste nazorggesprek komt al mijn opgekropte frustratie, pijn en wanhoop eruit. We zitten in Yara’s kamer op de eerste verdieping. ‘Ik wil mijn verdere therapie niet weer met een vreemde oppakken,’ zeg ik geëmotioneerd. ‘Het heeft me al zoveel tijd gekost om met jou een band op te bouwen, hoe denk je dat het straks gaat? Ik wil iemand die me hoort en ziet en die weet hoe ik in elkaar zit. Jij bent diegene. Yara, alsjeblieft, is er echt niet een mogelijkheid dat ik bij je kan blijven? Echt, ik beloof dat ik open en eerlijk zal zijn.’
Ik veeg de tranen uit mijn ogen, terwijl ik Yara smekend aankijk. Het is doodstil in de kamer. Mijn hart klopt ondertussen in mijn keel.
‘Lieverd, ik snap je zo goed,’ zegt Yara en ze begint in haar agenda te bladeren. ‘Ik wil dit proces ook het allerliefst met jou afmaken.’
Ik glimlach door mijn tranen heen. ‘Echt waar?’
Yara knikt. ‘Ik heb er alleen niet de uren voor. Dat maakt het zo lastig.’
Het kleine beetje hoop dat ik zojuist had is door deze opmerking meteen weer verdwenen. Nieuwe tranen wellen op.
We kijken elkaar aan en ik zie dat Yara het ook moeilijk heeft. Wat kan ik nog zeggen om haar van gedachten te laten veranderen?
Yara verplaatst haar blik naar het computerscherm. Vervolgens bladert ze weer door haar eigen agenda. De frons op haar gezicht spreekt boekdelen. Ik houd mijn adem in.
‘Weet je, we gaan het gewoon doen. Ik maak er ruimte voor.’
Ik kijk haar ongelovig aan. ‘Meen je dat echt?’
‘We gaan het samen doen. Beloofd.’
Ik kan het haast niet geloven. Yara vindt mij ook belangrijk. Ik ben niet zomaar een patiënt, ik ben geen nummertje. Ik voel me helemaal warm worden.
‘Zullen we over twee weken afspreken? Zelfde tijd? Ik kan je een uurtje eens in de veertien dagen aanbieden. Ik ga het regelen met mijn leidinggevende.’
‘Dank je wel,’ piep ik en een nieuwe lading tranen dient zich aan. ‘Je weet niet half hoeveel dit voor mij betekent.’
‘Aan je reactie te zien, kan ik wel een aardige inschatting maken,’ zegt Yara met een knipoog. ‘Kom eens hier.’
Ik sta op en voor ik het weet slaat Yara haar armen stevig om me heen. Ik doe hetzelfde. Hoewel mijn lichaam trilt, voel ik me zo ontzettend gelukkig. Ik heb weer hoop dat ik ooit zonder therapie mijn leven kan leiden.