Kostenonderzoek zelfmoorden toont noodzaak preventie aan
Wat is een mensenleven waard? In alle commotie rondom een accountantsonderzoek naar de kosten van zelfmoorden komen mooie preventieplannen naar boven: een spin in het web en een onderzoeksteam voor psychologische autopsie. Kwartiermaker Meike Baretta van 113 vertelt.
Het onderzoek dat accountantsbureau Deloitte samen met Stichting 113 uitvoerde naar de maatschappelijke kosten van suïcide deed anderhalve week geleden veel stof opwaaien. Eén persoon die zelfmoord pleegt, kost de maatschappij 2,8 miljoen euro, zo was de opvallende uitkomst. Uitgaand van de – enorme – hoeveelheid van 1850 suïcides per jaar, komen de totale jaarlijkse kosten op 5 miljard. In de Volkskrant noemde statisticus Casper Albers het ‘een lugubere rekensom’. In dagblad Trouw discussieerden filosofen en juristen of je dit leed wel in geld mag uitdrukken: ‘Het is een heilloze route’, zegt hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen. Maar het is een begrijpelijke noodkreet, zo redeneert hij.
Kosten in kaart
Dit is precies wat Deloitte en 113 voor ogen hadden. “Het is onmenselijk om je af te vragen wat een mensenleven waard is”, zegt Rob Dubbeldeman, Partner bij Deloitte Consulting en verantwoordelijk voor de Publieke Sector. “Maar iedere suïcide brengt, naast ontzettend veel persoonlijk leed, ook maatschappelijke kosten met zich mee. Van ambulance tot politie en van counseling voor nabestaanden tot verlies van menselijk kapitaal. Door deze kosten in kaart te brengen, worden de economische voordelen van preventie en vroegsignalering direct zichtbaar.” Dubbeldeman is zeker geen koude rekenaar. Hij weet uit eerste hand hoeveel impact een suïcide heeft. “Mijn vrouw heeft tien jaar geleden zelfmoord gepleegd. De golfbeweging die zo’n afschuwelijk incident teweeg brengt, is ongekend. De heftigheid ervan zorgt voor een jarenlange nasleep. Niet alleen voor directe familie, maar ook voor vrienden en collega’s”, vertelt hij. Juist dat is de reden waarom hij het belang van preventie benadrukt en waarom Deloitte en Stichting 113 voor deze insteek hebben gekozen.
Alle aandacht heeft suïcidepreventie zeker op de kaart gezet, concludeert Meike Baretta. Zij werkt als Kwartiermaker Supranet Community en helpt regio’s in Nederland met de voorbereiding, implementatie en evaluatie van deze suïcidepreventie-aanpak. “Het pijnlijke aan de discussie vond ik dat we vanuit de ggz reacties kregen van mensen die heel verdrietig waren. ‘Kost ik zoveel geld?’, vroegen ze zich af en ze voelden zich schuldig. Dat was juist niet wat we wilden veroorzaken. We wilden juist de waarde van alle mensen benadrukken en hoe belangrijk het is dat we iedereen binnen boord houden. Het meest schokkende cijfer vind ik vijf. Vijf mensen per dag ontvallen ons door suïcide.”
Gatekeepers
Een ander schokkend cijfer is zestig. Zestig procent van de mensen die zelfmoord pleegt, is niet in zicht van de zorg. “Vanuit die wetenschap benader ik gemeenten”, legt Baretta uit. “Want die mensen zijn wel in het zicht van ons allemaal. Het zijn onze buren, collega’s, broers en zussen. Dat betekent dat we met zijn allen een hand moeten uitreiken en in alle openheid in gesprek moeten gaan over hoe iemand zich voelt.” Daarvoor worden handreikingen gegeven op verschillende niveaus. Er zijn publiekscampagnes. Via www.vraagmaar.nl worden zogenaamde ‘gatekeepers-trainingen’ aangeboden met gesprekstools over zelfmoordgedachten. Die zijn bedoeld voor bijvoorbeeld docenten in het onderwijs, agenten, wijkteams, mensen binnen religieuze organisaties of sportverenigingen. Er zijn allerlei programma’s voor mensen binnen risicogroepen. Baretta noemt een project in Zeeland dat is opgezet voor mannen die hun baan kwijtraakten en vereenzaamden. Die krijgen weer ‘life-skills’ mee. Tot slot zijn er interventiemodellen in de keten. “Het is opvallend dat de helft van de mensen die suïcidaal zijn in de maand voor hun dood bij de huisarts komt, maar in minder dan een derde van die gevallen komen zelfmoordgedachten ter sprake. Ik heb een training van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) bijgewoond. Daar zie je dat artsen, die toch best wat gewend zijn, het ook moeilijk vinden dit onderwerp aan te snijden. Daar worden nu middelen voor ontwikkeld. Het is ook belangrijk dat huisartsen met de ggz en crisisdiensten om tafel gaan om ketensamenwerkingen op te zetten. Maar er zijn ook andere partijen nodig, zoals wijkteams. Veel mentale problemen ontstaan niet door somatische of psychosomatische klachten, maar door bijvoorbeeld schulden. Opname bij de crisisdienst is niet perse een antwoord voor iemand die worstelt met suïcidaliteit. Soms is een maatschappelijk werker beter.”
Supranet
“Om dit een goede basis te geven, zet Stichting 113 zogenaamde Supranet Communities op”, legt Baretta uit. “Supranet staat voor Suïcide Preventie Actie Netwerk. Ze zijn opgezet volgens een model van de European Alliance Against Depression. Vanuit hun preventieve taak zetten we in op gemeenten en GGD’s. We hebben nu netwerken in twaalf GGD-regio’s opgezet.” Het draait binnen deze structuren vooral om een aanjager, of een spin in het web, legt de kwartiermaakster uit. “Iedereen ziet het belang en er gebeuren heel veel mooie dingen. Maar soms weten partijen van elkaar niet wat ze doen. Er zijn dus mensen nodig om de lijntjes aan elkaar te knopen en initiatieven vooruit te helpen. We noemen ze Regionale Kwartiermakers. Uit ervaring bij gemeenten weten we nu dat er zo’n zestien uur per week moet worden vrijgemaakt om dit goed te laten functioneren.” Er wordt gewerkt aan een initiatiefwet, waarin een voorstel komt om vanuit het Gemeentefonds een potje te maken waarmee elke gemeente een kwartiermaker kan aanstellen. Maar Baretta heeft er nog geen zicht op wanneer die wet er komt, gezien de demissionaire status van dit kabinet.
Autopsie
In het onderzoek van Deloitte en 113 wordt suïcidepreventie vergeleken met verkeersveiligheid. Het is frappant dat de maatschappelijke kosten voor een dodelijk verkeersongeval net als voor een suïcide ongeveer 2,8 miljoen bedragen. “Voor verkeersveiligheid wordt wel gerekend met mensenlevens”, legt Meike Baretta uit. “Als op een gevaarlijk kruispunt per jaar twee doden vallen, dan komt er een rotonde. Die mag net zoveel kosten als twee doden maal de levensduur van de rotonde. We zouden willen dat er over suïcide ook zo offensief wordt nagedacht.” Ze heeft nog een tweede analogie. “Bij elk verkeersongeval komt de forensische dienst om onderzoek te doen naar wat er gebeurd is. Dat zouden wij vanuit 113 ook heel graag willen. We moeten elk suïcidegeval gaan zien als een onnatuurlijke doodsoorzaak waarvan we precies willen weten wat er aan de hand was. Alleen dan kun je achteraf het gevoel hebben dat we alles hebben gedaan wat in ons vermogen lag om het te voorkomen.”
Psychologische autopsie noemt Baretta dat, en 113 heeft er al ervaring mee. Ze verwijst naar een onderzoek naar zelfmoord onder jongeren in 2017, een jaar waarin exceptioneel veel suïcides plaatsvonden. “Er waren 81 zelfmoorden. Met overheidssteun hebben we onderzocht wat er aan de hand was. Van 35 kinderen hebben we een psychologische autopsie kunnen opstellen. We hebben gepraat met nabestaanden: 104 ouders, broers en zussen, vrienden, docenten en hulpverleners, een heel gevarieerd palet van mensen er omheen. Iedereen bleek een snippertje informatie te hebben, die uiteindelijk zorgde dat er een compleet beeld gemaakt kon worden.” Dat vertelt het schrijnende verhaal van jongeren die contact met hun naasten en de hulpverlening kwijt raken, zo is te lezen. Naast de al eerder genoemde preventiemaatregelen, pleit de onderzoekscommissie om dit soort psychologische autopsies structureel in te zetten.
Compleet vangnet
Nog een keer terug naar de verkeersdoden. In de jaren ’70 van de vorige eeuw waren er in het verkeer zo’n drieduizend doden per jaar. Dat aantal is fors verminderd, legt Baretta uit. “Nederland is aan de slag gegaan, niet met één ding, maar een opeenstapeling van zaken. De Veiligheidsgordel, de vangrail, de BOB-campagne, veiliger auto’s, betere wegen, ga zo maar door. Dat is precies wat wij ook willen bij suïcidepreventie. We moeten met zijn allen bewust worden dat er heel veel puzzelstukjes zijn die we kunnen leggen om een compleet vangnet te bouwen.” Voorbeelden heeft ze te over. “Naast Supranet Community in de gemeentes, werkt 113 aan een Supranet GGZ. De kern ligt bij het delen van geanonimiseerde data tussen instellingen om van elkaar te leren. We hebben een tool ontwikkeld om verbeteringen sneller door te voeren in de ggz – dat is hard nodig als je bedenkt dat het gemiddeld zeventien jaar (!) duurt voordat wetenschappelijke bevindingen via richtlijnen in de praktijk worden toegepast. We vragen aandacht voor gebouwveiligheid in de ggz. Maar er is meer. Samen met MIND wordt gewerkt aan de invoering van een Australische methode voor jongeren die Chatsafe heet, waarmee ze veilig op social media kunnen communiceren. Samen met NHG werkt 113 aan een update van een e-learning voor huisartsen. Met het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik is een module gemaakt over medicatie en suïcidaliteit. We willen een training maken om apothekers alert te maken op signalen en te leren praten over suïcide. Met ziekenhuizen willen we een programma voor personeel op de Spoedeisende Hulp.” Met andere woorden: 113 richt zich zowel op de veertig procent van de mensen die in zicht is van de zorg, als die zestig procent die buiten beeld is.
113 treedt daarbij op als samenwerkingspartner en kenniscentrum. Het idee is om de kerntaak als hulplijn zoveel mogelijk te voorkomen. Meike Baretta : “Omdat wij een hulplijn zijn, staan wij helemaal aan het einde van een suïcidaal proces. Dat is de laatste kans om iemand binnen boord te houden. Zo ver moet het niet komen. Eigenlijk willen we de hele samenleving mobiliseren om invloed uit te oefenen op alle mogelijke factoren die er voor zorgen dat mensen 113 gaan bellen.”
----------------------------------
Denk jij weleens aan zelfmoord of ken je iemand die dat doet? Praten helpt!
Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113
----------------------------------