De ggz in de rechtszaal
2021 is zeker niet het eerste jaar waarin de rechter moet beslissen wat de zorg mag of moet kosten. Leendert Douma schreef er in september 2020 al een artikel over. In oktober 2020 bepaalde de rechter dat het inkoopbeleid van de zorgkantoren voor langdurige zorg onrechtmatig was. Die trend leek in 2021 door te zetten.
Eerst maar de rechtszaken over de tarieven. In februari stonden de zorgverzekeraars en De Nederlandse ggz in hoger beroep tegenover elkaar in de rechtszaal over het genoemde inkoopkader. Kort samengevat: een aantal verzekeraars wilde korten op de langdurige zorg, De Nederlandse GGZ wilde dat de volledige tarieven vergoed zouden worden. De rechter gaf De Nederlandse GGZ gelijk, maar in september volgde er een nieuwe rechtszaak, nu over de tarieven van 2022.
Deze keer verloor De Nederlandse GGZ, de rechter vond dat de tarieven die de verzekeraars hanteerde voldoende onderbouwd waren.
Afbouwmedicatie, een slepend proces
Ook de vereniging afbouwmedicatie had het er, samen met de Regenboog apotheek, maar druk mee. De Regenboog apotheek maakt, in zogeheten magistrale bereiding, afbouwmedicatie voor antidepressiva, zogeheten taperingstrips. Achterliggende gedachte is, dat voor sommige gebruikers afbouw van antidepressiva alleen mogelijk is door langzamer af te bouwen dan met de ‘gewone’ tabletten mogelijk is. De Regenboog Apotheek maakt daarom tabletten waarin steeds minder medicijn zit. Zo kan langzamer worden afgebouwd. Het is duurder. Zorgverzekeraars twijfelen aan het nut, ze zien wel dat het duurder is. De controverse duurt al jaren (zie ook: De kwaal en het middel, laatste hoofdstuk).
Regenboog Apotheek stuurde afgelopen december en januari verschillende brieven naar haar cliënten om te laten weten dat VGZ de afbouwmedicatie niet vergoedt en dat dat ertoe heeft geleid dat VGZ het contract heeft opgezegd. In één van die brieven, die via huis-aan-huisbladen werd verspreid, werden andere verzekeraars genoemd die de afbouwmedicatie wel vergoedden. VGZ vond dat in die verschillende brieven onjuiste en misleidende mededelingen waren gedaan en stapte daarom naar de rechter. Ook vond VGZ dat de apotheek verboden verzekeringsadvies had gegeven doordat ze in de brieven wezen op mogelijkheden bij andere verzekeraars. VGZ verloor de zaak.
In augustus verloor de Vereniging Afbouwmedicatie een kort geding tegen dezelfde zorgverzekeraar. Inzet: de vergoeding van de zogeheten taperingsstrips, waarmee antidepressiva langzaam kunnen worden afgebouwd. Volgens de verzekeraar was niet wetenschappelijk onderbouwd dat de strips werken. Volgens de Vereniging Afbouwmedicatie veroorzaken taperingsstrips veel minder ontwenningsverschijnselen, en daarom moeten ze vergoed worden. Helaas voor de vereniging: van de rechtbank in Gelderland mag VGZ kiezen voor andere methodes als die goedkoper zijn.
De vereniging verloor ook het hoger beroep in december, maar gaf te kennen niet op te geven. Ook meldde de vereniging dat DSW de taperingsstrips wél vergoed. Misschien een tip voor mensen die voor de jaarwisseling nog willen overstappen.
In april besteedde Zembla aandacht aan het onderwerp, in oktober deed Kassa hetzelfde.
De tuchtrechter onder vuur
“In de gezondheidszorg voert hij een subtiel schrikbewind”, citeert Bert Vendrik uit het boek van Martin Appelo. Naast een bespreking van het boek van Appelo is het artikel van Vendrik een pleidooi voor het betrekken van de context in de klacht, iets wat nu te weinig gebeurt. Daarbij mogen er, gezien de consequenties die een klacht kan hebben, wat meer waarborgen voor de beklaagde zijn, vindt Vendrik. “Het verwijderen van de ‘rotte appels’ verklaart maar een minderheid van de klachten. Mogelijk gaat het veel vaker om het ingewikkelde proces van teleurstelling en wantrouwen in de gezondheidszorg.”
Appelo en Vendrik staan niet alleen in hun kritiek op de tuchtrechter. In december startte (onder andere) psychiater Menno Oosterhoff een petitie om het tuchtrecht te hervormen. De petitie is ondertussen ruim 1500 keer ondertekend. “Er zijn grote zorgen of het tuchtrecht de kwaliteit van de gezondheidszorg in zijn geheel wel ten goede komt. Een drastische wijziging van het tuchtrecht is noodzakelijk”, staat er op de site van de petitie.
Een voorbeeld van het missen van de context van het einde van het jaar: een huisarts krijgt in december een berisping, nadat zijn patiënt suïcide pleegt. De patiënt liep al bij een psychologenpraktijk, waarnaar de huisarts eerder had verwezen. De psychologenpraktijk hield de boot echter af toen er een crisis ontstond. De ingeroepen crisisdienst verwees desondanks naar de psychologenpraktijk. De patiënt viel tussen wal en schip, de familie diede een klacht in tegen de huisarts, de tuchtraad verklaarde de klacht gegrond.
En verder…
* Tot opluchting van veel artsen en zorgverleners verbood de rechter in januari de website zwartelijstartsen.nl. Op de site stonden bijna 900 artsen en zorgverleners, veelal met foto, die werden neergezet als plegers van ‘medische misdrijven’ en als ‘falende zorgverleners’. Het ging slechts deels om artsen die na een tuchtrechtelijke procedure een aantekening in het publiekelijk en online raadpleegbare BIG-register bij hun naam hadden staan, maar waarvan het medisch tuchtcollege (meestal) oordeelde dat zij gewoon hun beroep konden uitoefenen en waar patiënten veilig terecht kunnen. “De meeste artsen en zorgverleners op de lijst hebben überhaupt geen aantekening in het BIG-register. Zo staat bijvoorbeeld RIVM-boegbeeld Jaap van Dissel op de zwarte lijst. Niet omdat hij een patiënt verkeerd behandeld zou hebben, maar omdat hij lid was van een medisch tuchtcollege dat een klacht van een patiënt afwees”, aldus stichting SOS.
De term ‘zwarte lijst artsen’ suggereerde ten onrechte dat de vermelde artsen beter gemeden kondeen worden. Dat was volgens de rechter onrechtmatig.
* In mei verklaarde de rechtbank in Rotterdam het beroep van een landelijke ggz-aanbieder ongegrond. De ggz-aanbieder was in beroep gegaan tegen een boete van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanwege onjuiste declaraties in de periode 2013-2015. De ggz-aanbieder declareerde de behandeling van mensen met werkgerelateerde burnoutklachten als een behandeling van een ongedifferentieerde somatoforme stoornis (een psychische stoornis vermeld in de DSM-IV ). Hierdoor werden de burnoutklachten van hun patiënten ten onterechte bij de basisverzekering gedeclareerd. De rechtbank oordeelde dat de NZa de zorgaanbieder terecht een boete had opgelegd.
* In juni besliste het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat een zorgverzekeraar een alternatief medicijn voor ADHD toch moest vergoeden. De betreffende apotheek maakte zelf een bepaald ADHD-medicijn. Dit werd door artsen voorgeschreven als een patiënt teveel bijwerkingen heeft van de meer gangbare ADHD-medicatie. De zorgverzekeraar weigerde echter om het door de apotheek gemaakte medicijn aan patiënten die bij haar verzekerd waren, te vergoeden. De apotheek die het medicijn – een alternatief voor de meer gangbare ADHD-medicatie – maakte, had de zaak tegen de zorgverzekeraar aangespannen.
Andere artikelen in dit jaaroverzicht:
Never a dull moment...
De ggz in 2021
Het eeuwige dillema: geld
Over de begroting, fraude en armoede
Waarom de minister geen standbeeld krijgt
Corona: laveren tussen onbekende klippen
De kunst er vroeg bij te zijn
Over vroegsignalering en een gezonde omgeving
De kwetsbaarheid laten zien
Theater en documentaires in de strijd tegen stigma
Een onzekere toekomst
Lichtpuntjes in de jeugdzorg
Een aangekondigde catastrofe
In 2050 lijden wereldwijd 139 miljoen mensen aan dementie
En verder...
Een jaaroverzicht van de ggz is nooit compleet