De ggz in 2022: het einde van de corona-pandemie
Toen het vorige jaaroverzicht verscheen, op 22 december 2021, was Nederland nog in een lockdown vanwege het corona-virus. De maatregelen werden nadien beetje bij beetje opgeheven, om in maart-april vrijwel volledig te verdwijnen. De meeste mensen kunnen zich op dit moment nauwelijks meer voorstellen dat zij amper een jaar geleden niet naar een restaurant, de school of het werk konden, dat ze voor een theatervoorstelling een QR-code moesten laten zien of dat ze voor een bezoek aan het zwembad een time-slot moesten reserveren. We geven weer handen, zitten naast elkaar en knuffelen. Het oude normaal is vrijwel helemaal terug, het nieuwe normaal lijkt vergeten.
Binnen de ggz is het niet anders. Werden er tot en met 2021 maar liefst 17 versies gepubliceerd van de ‘Richtlijn GGZ en corona’. In 2022 waren dat er nog slechts twee, de laatste dateert alweer van juni. Alles wijst erop dat we de grootste ellende achter de rug hebben en dat we deze periode uit onze geheugens aan het wissen zijn.
Geldt dat ook voor de ggz? Zijn er dingen veranderd? Een blijvertje lijkt de behandeling via het beeldscherm. Daar werd natuurlijk vóór de corona ook al gebruik van gemaakt, maar de coronamaatregelen lijken het gebruik ervan te hebben versterkt, en velen voelen zich er comfortabel mee. Al wordt er wel gewaarschuwd voor de gevaren.
En, hebben mensen in de ggz (zowel cliënten als behandelaars) nog last van deze twee loodzware jaren? Daarover vallen veel verschillende dingen te zeggen, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Het lijkt mee te vallen. Ondanks onzekerheid door en angst voor coronabesmetting hebben mensen niet heel veel meer last van somberheid en angst. Dat blijkt uit onderzoek van Amsterdam UMC, dat er wel op wijst dat de langetermijneffecten nog niet bekend zijn. En dat vooral kwetsbare groepen (zoals jongeren en minderheidsgroepen) wel meer last hebben gekregen van psychische klachten.
De zorgen daarover waren in februari al bekend. Uit internationaal en nationaal onderzoek was al gebleken dat het begin van de coronapandemie gepaard ging met een toename van mentale klachten. Ook daar waren de jongeren al genoemd. Bij ouderen is de emotionele eenzaamheid significant toegenomen, zorgpersoneel rapporteert meer last te ervaren van stress en burn-outklachten. Ook zijn er aanwijzingen dat COVID-19-patiënten die op de IC hebben gelegen (net als andere patiënten na een IC-opname) een lager mentaal welbevinden hebben.
Daarnaast zijn waarschijnlijk ook de sociaal kwetsbare groepen waar mentale problemen al vaker optreden, geraakt door de pandemie: mensen met een lage sociaaleconomische status, migranten, mensen met schulden of mensen bij wie het inkomen (plotseling) wegviel. Verder zijn er zorgen over onderwijsachterstanden en blootstelling aan onveilige gezins-, of sociale situaties bij kinderen.
Het zijn ook juist de kwetsbare groepen die tijdens de crisis meer zijn gaan drinken, en er wordt gevreesd dat dat niet zal verdwijnen nu de crisis over is. Terwijl de mensen die minder gingen drinken (omdat cafés en restaurants dicht waren) waarschijnlijk weer snel terug zijn op hun oude niveau.
Bij een deel van de bevolking zijn de klachten waarschijnlijk van voorbijgaande aard. Dit geldt bijvoorbeeld voor de angst om ernstig ziek te worden die mensen ervoeren in een periode dat er nog geen vaccin of weinig beschermingsmateriaal was. Bij een nog onbekend deel van de bevolking bestaat de kans dat de klachten lang aanhouden. Wel is duidelijk of zijn er vermoedens dat bepaalde factoren die bijdragen aan verminderd mentaal welzijn tijdens de pandemie zijn versterkt. Daarbij gaat het om onveilige familie- of sociale omstandigheden van kinderen (huiselijk geweld, kindermishandeling, pesten), eenzaamheid bij vooral ouderen, onderwijs- of leerachterstand bij kinderen en adolescenten, financiële onzekerheid bij groepen die zwaar getroffen zijn door lockdownmaatregelen en een zware werkbelasting bij bijvoorbeeld zorgpersoneel.
Niet voor iedereen viel de corona-periode negatief uit. Er blijken ook mensen te zijn die positieve gevolgen hebben ervaren tijdens de pandemie, zoals meer rust en meer tijd met het gezin. Bij kinderen met autisme namen de problemen zelfs af tijdens de pandemie. Zo werd online onderwijs als prettig ervaren. Ook ondervonden veel kinderen met autisme minder druk van lange schooldagen. Hun ouders bemerkten tevens een positieve ontwikkeling door minder verplichtingen. De onderzoekers merken wel op dat dit geldt voor de groep als geheel, en dat ieder kind uiteraard anders is.
De andere artikelen in ons jaaroverzicht
Een veelkoppig monster, dat niet eenvoudig is te bestrijden
Over de wachtlijsten
Wensdenken en wantrouwen, knelpunten en tegenstrijdigheden
Het Integraal Zorgakkoord is een feit
Een nieuw vergoedingssysteem met de nodige uitdagingen
Het Zorgprestatiemodel
Van hoopvolle ontwikkeling tot vastgelopen onderzoek
Alzheimer en de remedie
Zichtbare en tastbare veranderingen laten te lang op zich wachten
De jeugdzorg