Een blog van Renzo Verwer
Simon Vestdijk (1898-1971) leed zijn hele leven aan zware depressies; perioden waarin hij veel op bed lag en vrijwel niets kon. Des te wonderlijker (?) dat hij circa tweehonderd boeken publiceerde. Zo schreef hij tussen maart 1963 en december 1965 zes romans, een boek over de symfonieën van Bruckner en de studie De zieke mens in de romanliteratuur.
Voorzichtigjes wordt wel gesuggereerd dat hij manisch was.
Vestdijk was een groot voorstander van medicatie, die toen nog in de kinderschoenen stond. Hij kreeg antidepressiva (onder andere tofranil, dat hem een tijdje hielp), kalmeringsmiddelen en ook opium voorgeschreven. In 1954 onderging hij een serie van twaalf electroshocks, toen nog zonder narcose. Hij kreeg de welbekende geheugenproblemen; een totaalramp voor een schrijver.
In zijn laatste, onafgemaakte boek De persconferentie (de Bezige Bij, 1975) vertelt hij opvallend toegankelijk over zijn enorme inzinkingen:
“In februari kreeg ik een depressie. Het was precies hetzelfde als de eerste maal… (Ik) verzonk in de meest ondragelijke vertwijfeling, met een extra schuldgevoel omdat ik dit zelf niet had kunnen voorkomen, bijvoorbeeld door de “wil”, waarvan mijn vader zo opgegeven had… en nu toch dit ellendige gevoel in mijn ziel en in mijn lichaam, en alles nog meer uitgesproken dan eerst: mensenschuwheid… niet meer kunnen werken, nooit meer kunnen werken, een tergend minderwaardigheidsgevoel, aangewakkerd doordat ik er met niemand over spreken kon… (…) Het was opmerkelijk, dat dit schuldgevoel, volkomen zonder reden, met mijn depressies op en neer ging, verdween met de depressies.”
Prachtig-pijnlijk omschreven – al bestaan er andere soorten depressies.
De wijze waarop depressies in Vestdijks tijd bestreden werden, verschilt niet eens zo heel veel van nu. Het rommelen met medicijnen bijvoorbeeld. En toen de jonge Simon op zijn 17e depressief werd, raadde een zenuwarts (zo heette een psychiater toen) hem aan om te gaan wandelen. Precies wat therapeuten van nu aanraden: bewegen. Simon kon echter niet goed tegen blikken van voorbijgangers en ging dus fietsen:
“Het fietsen verschafte mij wel enig genoegen: ik verliet als het ware het stadje, nergens heen, en kon mij verbeelden, dat ik telkens van mijzelf loskwam, terwijl de terugreis wel pijnlijk was, maar ook strikt onvermijdelijk en door mijn verbeelding opgesierd met alles wat ik te zien had gekregen op mijn tocht. Ik was weg geweest, dat was de hoofdzaak […].”
Uiteindelijk hielp niets voor langere tijd. De depressies keerden altijd weer terug en gingen altijd weer voorbij. In een brief aan collegaschrijver/arts Willem Brakman, gedateerd ‘Aug. 69’, schrijft Vestdijk: ‘In mei kreeg ik de zwaarste depressie die ik ooit gehad heb (30 à 40 stuks sinds mijn 17de jaar). Geen oorzaak of aanleiding, – zuiver endogeen, als altijd. De hel op aarde.’
Renzo Verwer (Woerden, 1972) is oud-journalist en sinds 2005 blogger. Hij publiceerde onder andere ‘Bobby Fischer voor beginners’ en ’De liefdesmarkt’ Andere blogs van hem vind je op https://renzoverwer.wordpress.com