Onderzoek laat zien: niet het soort therapie, maar de persoon van wie je therapie kríjgt bepaalt het succes van een behandeltraject. Maar dankzij de wachtlijsten ben je misschien al blij dat je een therapeut hebt en wellicht wat minder kritisch. Maar onderzoek na onderzoek laat zien dat het succes van een therapietraject voor een groot deel afhangt van de match met je behandelaar. Dat is natuurlijk heel persoonlijk, maar in sommige situaties zouden de alarmbellen bij iedereen moeten afgaan - en wordt het mogelijk tijd om afscheid te nemen.
Brandpunt vroeg diverse deskundigen en zette zeven redenen op een rij om tóch op zoek te gaan naar een andere therapeut. Hieronder een samenvatting, het hele artikel is hier te lezen.
Je therapeut voldoet niet aan de basisvoorwaarden
Lifecoach, basispsycholoog, GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut: het klinkt misschien als één pot nat, maar dat is het zeker niet. GZ-psychologen (ook wel ‘gezondheidspsychologen’ genoemd), verpleegkundig specialisten, klinisch psychologen, psychotherapeuten en psychiaters moeten een zogeheten BIG-registratie hebben. Die registratie garandeert dat de psych in kwestie de benodigde opleidingen heeft gevolgd. Alleen met deze erkende titels mag iemand een diagnose stellen en een behandelplan maken.
2. Je weet niet wat je van je therapie kunt verwachten
Het is belangrijk dat een therapeut al in het eerste gesprek duidelijk maakt wat hij of zij je kan bieden. Hendriks: “Iedere professional heeft zijn eigen stijl, behandelmethoden en manier van communiceren. Het is goed als een therapeut daar transparant over is, zodat je als cliënt kan aanvoelen of diegene bij je past. Blijft dat vaag of klinkt het als een grote mismatch? Dan zit je waarschijnlijk niet op de juiste plek.
3. Je therapeut luistert niet naar feedback
Gaat een therapeut gewoon door waar hij was gebleven nadat je bijvoorbeeld uitspreekt dat je een sessie als onveilig hebt ervaren of dat je niet weet hoe je al die omhooggekomen emoties moet hanteren, dan is dat geen goed teken. Het is belangrijk dat een therapeut je feedback serieus neemt en dat het gevoel van veiligheid en vertrouwen eerst wordt hersteld als het een deuk heeft opgelopen.
4. Je wordt te afhankelijk gemaakt of geïsoleerd van je omgevin
Geeft je therapeut je het gevoel dat hij of zij de enige persoon op aarde is die je kan helpen, dat er niemand anders is die je ooit zal begrijpen of probeert hij of zij je zonder reden weg te houden bij familie of vrienden (denk aan een toxische relatie, gewelddadig persoon of kliniekopname)? Absoluut een rode vlag.
5. Je therapeut stort zijn of haar hart uit bij jou, in plaats van andersom
Het delen van eigen emoties en levenservaringen kán voor een therapeut een manier zijn om een cliënt te helpen, maar het moet wel functioneel zijn. Bijvoorbeeld om je een gevoel van begrip en erkenning te geven, of om even te laten zien dat je als therapeut ook maar een mens van vlees en bloed bent.
Wat natuurlijk níet de bedoeling is, is dat de rollen worden omgedraaid en jij als cliënt steun biedt aan je therapeut.
6. Romantische gevoelens zitten de therapie in de weg
Zeker bij de meer persoonsgerichte vormen van psychotherapie is verliefdheid een bekend verschijnsel. Dat hoeft niet het einde te betekenen van een therapietraject. Wel is het belangrijk dat je ook die gevoelens op tafel legt en met je therapeut gaat analyseren waar ze vandaan komen. Brengen je romantische gevoelens je zo uit balans dat je je niet meer kunt focussen of niet verder komt in je traject, dan is het verstandig om op zoek te gaan naar een vervanger.
Andersom is een ander verhaal: als het je therapeut is die romantische of seksuele gevoelens uit richting jou. Dat is foute boel. Als die gevoelens bij een therapeut opspelen, moet dat in intervisie met collega’s worden besproken en niet met de cliënt. Het mag de onderlinge band nooit in de weg zitten. Vertelt een behandelaar dat hij of zij gevoelens voor je heeft en wordt er vervolgens geen plan bedacht om je traject elders voort te zetten? Dan is dat een vorm van grensoverschrijding.
7. Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag
Seksueel getinte opmerkingen, mailtjes of appjes, aanranding, verkrachting, verbale of fysieke agressie, intimidatie en uitingen van misogynie, discriminatie of racisme: het zijn allemaal vormen van grensoverschrijdend gedrag en géén onderdeel van een normaal therapietraject. Ook niet als een therapeut meent dat het bij het proces hoort. Maak je zoiets mee, meld het dan bij de organisatie of instelling waar je therapeut aan verbonden is, dien een klacht in bij het Landelijk Meldpunt Zorg en/of laat je informeren via het Nationale Zorgnummer.
Bron en voor het volledige artikel: Lars Delleman / Brandpunt
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.