De cao van de ggz-sector loopt weliswaar tot 1 januari 2025, maar de leden van de Nederlandse ggz vinden dat niet tot die tijd kan worden volstaan met de in 2021 in de cao ggz vastgelegde loonontwikkeling. Daarom is de vereniging in gesprek met de vakbonden om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om aanvullende afspraken te maken bovenop de huidige cao-afspraken over het loon. Dat schrijft branchevereniging de Nederlandse ggz.
Eind 2021 kwamen bonden en branche tot een cao ggz met onder andere nieuwe afspraken rondom werk- en roosterdruk, het vergroten van de mogelijkheden voor herstel en balans, en het versterken van duurzame inzetbaarheid. Ook werd loonsverhoging afgesproken.
Nieuwe ramingen CPB
In 2022 kreeg ook de ggz te maken met sterk stijgende energieprijzen en een hoge inflatie. Sindsdien zijn de werkgevers in de ggz op zoek naar financiële ruimte om iets te kunnen doen aan de salarissen van de medewerkers. Een moeilijke zoektocht, aldus de branchevereniging, want ook zorginstellingen zelf hebben te maken met de hogere kosten en een miljoenenverlies door de gevolgen van invoering van het nieuwe bekostigingssysteem (het zorgprestatiemodel). Daarbovenop komen ook de hogere kosten voor inzet van externe krachten door het personeelstekort, die ook nog eens hun tarieven verhogen.
Maar met de nieuwe ramingen van het CPB is er nu toch wat financiële ruimte ontstaan. De loonruimte is ten opzichte van de prognose aan het begin van de huidige looptijd sterker gestegen dan werd verwacht. Normaliter wordt de ruimte voor cao loonontwikkeling bepaald voorafgaand aan het maken van de afspraken over de nieuwe looptijd. De huidige bijzondere omstandigheden vragen echter om bijzondere maatregelen en daarom zijn we nu in gesprek over een extra tussentijdse loonontwikkeling in de cao ggz.
Oproep aan minister Helder voor half miljard blijft staan
De oproep van de branchevereniging aan minister Helder om een half miljard euro vrij te maken om de loonkloof voor de ggz te dichten, blijft overigens staan. Al jaren staat het salaris van medewerkers in de ggz (en overigens geldt dat voor de hele zorg) op grote afstand. In het advies Aan de slag voor de zorg van de Sociaal Economische Raad (SER) uit 2021 is berekend dat de lonen in de zorg zo’n 9 procent achter liggen op de lonen in de marktsector, vooral de middengroepen in de zorg lopen nog steeds flink achter. Om toegankelijkheid en beschikbaarheid van geestelijke gezondheidszorg op peil te houden is deskundig personeel cruciaal. De Nederlandse ggz: ”We moeten medewerkers voor de ggz dus aantrekken en behouden, en daarvoor is het dichten van de loonkloof belangrijk. Maar instellingen kunnen dat niet alleen betalen en met de extra loonruimte kan eigenlijk alleen worden voorkomen dat de relatieve achterstand groter wordt. Hulp van de minister blijft dus nodig.”
Vervolggesprek
Het gesprek over aanvullende salarisverhoging met de vakbonden wordt voortgezet op 11 mei.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.