De Wlz staat goede samenwerking tussen professionals en informele zorg, bijvoorbeeld mantelzorgers, in de weg. Daarom pleit het Zorginstituut ervoor om de huidige wet- en regelgeving aan te passen, zodat lokale gemeenschappen waar mensen elkaar helpen meer ruimte krijgen.
Binnen zo’n gemeenschap zijn mensen ‘samenredzaam’, aldus het Zorginstituut. Daardoor is professionele zorg minder nodig of later nodig. Deze blijft dan beschikbaar voor mensen die het harder nodig hebben. Dat is de kernboodschap van het Signalement Passende langdurige zorg – van zelfredzaam naar samenredzaam, dat het Zorginstituut onlangs uitbracht. In het signalement worden een aantal oplossingsrichtingen aangereikt.
Samenwerking
Langdurige zorg is er onder andere voor mensen met een psychische aandoening die blijvend 24 uur per dag zorg of ondersteuning nodig hebben. Die groep wordt steeds groter en heeft steeds langer zorg nodig vanuit de Wlz, stelt het Zorginstituut, terwijl er minder mensen zijn om het werk te doen. Tegelijkertijd ontstaan er binnen de huidige zorgstructuur nieuwe samenwerkingsvormen tussen zorgprofessionals, vrijwilligers en mantelzorgers om zorg te leveren aan de groeiende groep kwetsbare mensen. Bij gelijkwaardige samenwerking gaat het om samen oplossen van hulpvragen. Degene die zorg nodig heeft gaat met het informele netwerk en de zorgprofessionals in gesprek en maakt afspraken over het bieden van hulp. De regie ligt bij degene die zorg of ondersteuning nodig heeft of bij de directe naasten.
Aanpassingen
Er zijn veel voorbeelden van dit soort gemeenschappen die succesvol zijn, zowel op lokaal als regionaal niveau. Om dit landelijk te implementeren moet de huidige Wlz worden aangepast, zegt het Zorginstituut. Zo moet de sociale context kunnen worden meegenomen in de indicatiestelling. En het moet mogelijk worden om zorg op andere manieren te financieren. Nu sluit de Wlz de zorg uit andere domeinen (Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)) uit en dat staat passende oplossingen in de weg.
Oplossingsrichtingen
Voor het signalement – dat een aanvulling is op lopende initiatieven voor passende zorg, zoals bijvoorbeeld het Kwaliteitskader woonzorg in de langdurige GGZ – heeft het Zorginstituut inhoudelijke gesprekken gevoerd met verschillende deskundigen en partijen die een rol spelen in de langdurige zorg en ondersteuning, binnen én buiten de zorg. In het signalement worden drie oplossingsrichtingen voorgesteld:
- aanpassen van het zorgstelsel
- gelijkwaardige samenwerking tussen professionele en informele zorg
- het stimuleren van lokale initiatieven voor domeinoverstijgende samenwerking en gezonde leefgemeenschappen.
Vervolg
De betrokken partijen werken de oplossingsrichtingen uit. Het Zorginstituut stelt een kwartiermaker aan die met partijen samen een plan van aanpak opstelt en zorgt voor draagvlak. In dat plan gaat de kwartiermaker oplossingsrichtingen concretiseren, expliciete acties formuleren en met partijen afspreken wie wanneer wat doet. Waarschijnlijk zijn de eerste resultaten in het voorjaar van 2025 bekend.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.