Jongeren met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) hebben gemiddeld een vijf keer zo hoog risico op een psychotische of bipolaire stoornis als leeftijdsgenoten. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van Jean-Paul Selten, bijzonder hoogleraar Sociale Exclusie en Psychiatrische stoornissen aan de Universiteit Maastricht, dat op 25 maart wordt gepubliceerd in JAMA Psychiatry. Het is de eerste keer dat deze relatie is onderzocht in een groot onderzoekscohort.
Selten deed het onderzoek met Zweedse en Britse collega’s en gebruikte daarbij het zogenaamde Stockholms Jeugdcohort. Selten: “Met behulp van deze uitgebreide dataset konden we meer dan 9.000 personen die voor hun 16e levensjaar de diagnose Autisme Spectrum Stoornis hebben gekregen maximaal 10 jaar volgen. Het risico op psychotische of bipolaire stoornis bleek voor deze groep gemiddeld vijf keer zo hoog als voor leeftijdsgenoten zonder ASS. Opmerkelijk is dat voor jongeren met ASS die goed presteren op school, het risico op psychose het grootst is; tot wel 18 keer zo hoog.“ Een psychose is een mengbeeld van verschillende symptomen, waaronder wanen en hallucinaties. Patiënten met een bipolaire stoornis maken manische of hypomane perioden en depressieve perioden door, afgewisseld met klachtenvrije perioden.
Preventie
Het is vooralsnog onduidelijk waarom voor deze groep het risico op psychosegevoeligheid zo sterk verhoogd is. Selten: “Er zijn enige aanwijzingen dat er een genetische relatie is tussen autisme en psychose of bipolaire stoornis. De stress van de autistische aandoening, die vaak sociale uitsluiting tot gevolg heeft, speelt waarschijnlijk ook een belangrijke rol. Dit biedt ook aanknopingspunten voor preventie, zoals therapie of begeleiding. Belangrijk is dat behandelaars zich bewust zijn van dit verhoogde risico, vooral bij de groep met goede schoolprestaties.”
Selten stelt dat de uitkomsten van dit onderzoek met Zweedse gegevens ook kunnen worden toegepast in Nederland. Er zijn in Nederland 30.000 a 60.000 jongeren in de leeftijd van 0-20 jaar met een stoornis in het autisme spectrum.
Bron: Maastricht University