Voor veel ouderen behoren depressieve gevoelens tot een van de belangrijkste gezondheidsproblemen. Toch wordt er maar weinig over deze klachten gesproken, waardoor veel ouderen ermee blijven rondlopen, terwijl er diverse behandelprogramma’s beschikbaar zijn. Ilse van Beljouw ontdekte in haar promotieonderzoek dat deze ouderen het liefst een programma willen met veel ruimte voor sociaal contact. Gevoelens van eenzaamheid bleken namelijk een grote rol te spelen in de beleving en wens voor behandeling van depressieve klachten bij deelnemers. Van Beljouw promoveerde op 6 maart bij VUmc.
’’Levenslust’’ is een project dat in het leven geroepen is om de herkenning en behandeling van depressieve gevoelens bij ouderen te verbeteren. Ilse van Beljouw heeft in het kader van dit project onderzocht hoe een behandelprogramma het beste ingezet kan worden in de dagelijkse praktijk, en of het programma de depressieve klachten ook daadwerkelijk vermindert. Ze nodigde alle ouderen, die ingeschreven stonden bij deelnemende huisartsenpraktijken en thuiszorgorganisaties, per brief uit om mee te doen aan het onderzoek. Gedurende twee jaar vulden 263 ouderen verschillende vragenlijsten in over bijvoorbeeld depressieve klachten, eenzaamheid en hun behoefte aan hulp.
Van Beljouw ontdekte dat 88% van de deelnemers zich eenzaam voelde, en dat behandelingsmogelijkheden met veel gelegenheid voor sociaal contact, het meest aanspraken. ’’Levenlust’’ zorgt daarnaast voor een vermindering van depressieve klachten op korte termijn, maar alleen bij ouderen die zelf aan hadden gegeven hulp te willen. Ook bleek dat het uitnodigen per brief veel tijd en geld kostte terwijl het maar weinig deelnemers opleverde. ’’Als hulpverlener is het van belang om je ervan bewust te zijn dat eenzaamheid veel voorkomt bij deze doelgroep, en dat je hier rekening mee moet houden bij het samenstellen van behandelmogelijkheden. Er moet veel gelegenheid zijn voor sociaal contact.’’ Daarnaast stelt Van Beljouw dat de werving van deelnemers het beste via een persoonlijk gesprek kan gebeuren en dat het belangrijk is om zo goed mogelijk in kaart te brengen óf en aan wat voor soort hulp iemand precies behoefte heeft.
Bron: VUmc