De Stichting PVP (Patiënt Vertrouwens Personen) heeft de regels rondom bezoekmogelijkheden en het gebruik van de eigen kamer op gesloten ggz-afdelingen onderzocht. Er blijken forse verschillen te zijn: afhankelijk van de afdeling wordt de ene patiënt standaard meer beperkt dan de andere patiënt. Aanscherping en verfijning van de huidige normering is gewenst.
In 2015 hebben patiëntenvertrouwenspersonen (pvp’en) sleutelfiguren van 74 algemene gesloten en 43 forensische gesloten ggz-afdelingen bevraagd naar de geldende regels voor bezoek en de geldende regels voor het gebruik van de eigen kamer. Beide onderwerpen hebben bijzondere betekenis voor de onvrijwillig opgenomen patiënt. Enerzijds gaat het om mogelijkheden die de patiënt heeft voor het onderhouden van contacten met personen buiten de afdeling (zoals bezoek van familie en vrienden), anderzijds om mogelijkheden tot het begrenzen van contacten met personen binnen de afdeling (bijvoorbeeld door het kunnen afsluiten van de eigen kamer). De aan de orde gestelde regels bepalen in zekere zin de mate waarin de patiënt nog kan ‘ontsnappen’ aan het gesloten karakter van de afdeling.
Resultaat
Het onderzoek maakt duidelijk dat er grote verschillen zijn tussen de geldende regels. Dat geldt zowel voor de algemene afdelingen als voor de forensische afdelingen. Die diversiteit leidt tot rechtsongelijkheid. Op de ene afdeling mogen patiënten bijvoorbeeld onbeperkt (dag en nacht) bezoek ontvangen, terwijl er op andere afdelingen juist forse restricties gelden (enkele vaste dagen per week met beperkte bezoektijden). Op de ene afdeling is een patiënt vrij om in de eigen kamer te roken, te eten, alcohol te drinken, onbeperkt in de kamer te verblijven, televisie te kijken en van internet gebruik te maken, op een andere afdeling mag dit beperkt of zelfs helemaal niet. Soms is seksueel contact in de kamer toegestaan, soms niet en is daar ook elders in de instelling geen ruimte voor.
Aanpassing en verduidelijking gewenst
De juridische normering verlangt dat beperkingen minimaal zijn en zijn ingegeven door de noodzaak van een ordelijke gang van zaken in de instelling. Vanuit dat perspectief heeft met name die instelling iets uit te leggen die standaardbeperkingen hanteert die elders niet nodig (b)lijken. De juridische normering (vastgelegd in wetgeving en modelhuisregels) geeft op onderdelen vrij concreet aan wat wel en wat niet als standaardbeperking mag worden gehanteerd. Maar die normering bevat ook “grijze gebieden”, zowel wat betreft het ontvangen van bezoek als het gebruik van de eigen kamer. Verduidelijking is gewenst, waarbij met name kan worden gedacht aan een aanscherping en verfijning van de huidige modelhuisregels.
Bron: Persbericht Stichting PVP. Downloden hier het hele onderzoek