Het is een vraag die zowel de wetenschap als de politiek graag beantwoord ziet: leidt het meemaken van een abortus tot het ontwikkelen van psychische aandoeningen? Jenneke van Ditzhuijzen, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, heeft zich enige jaren beziggehouden met deze vraag. In haar rapport, dat eind september is aangeboden aan de Tweede Kamer, concludeert ze dat een abortus het risico op psychische aandoeningen niet significant verhoogt.
Om tot deze bevinding te komen, hebben Van Ditzhuijzen en collega’s van de Universiteit Utrecht in samenwerking met het Trimbos Instituut de door ZonMw gefinancierde Dutch Abortion and Mental Health Study (DAMHS) uitgevoerd. De deelnemers aan deze studie zijn in ruim vijf jaar driemaal geïnterviewd. Van Ditzhuijzen: “Het eerste interview was ongeveer 20 tot 40 dagen na de abortus, het tweede 2,5 tot 3 jaar en het derde interview zo’n 5 jaar na de abortus.” De gegevens uit deze studie vergeleek ze met gegevens uit de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2 (NEMESIS-2). De studie NEMESIS-2 is een onderzoek naar het vóórkomen en beloop van psychische aandoeningen in de algemene bevolking van Nederland.
Eerste keer of hernieuwd
Van Ditzhuijzen geeft aan dat ze in haar onderzoek verschil maakte tussen het voor het eerst optreden van psychische aandoeningen, en het hernieuwd optreden hiervan. “Als vrouwen nooit eerder een psychische aandoening hadden gehad, was het risico op het ontstaan van zo’n aandoening na een abortus niet verhoogd.” Voor vrouwen die al eerder psychische aandoeningen hadden meegemaakt, was het risico op psychische aandoeningen na de abortus mogelijk wel iets verhoogd. “We kunnen dit niet met zekerheid zeggen, omdat de groepen in deze analyse klein waren. Op lange termijn, na 5 tot 6 jaar, verdween dit effect.”
Voorgeschiedenis
Een andere opvallende bevinding uit het rapport: vrouwen in de abortusgroep hebben vaker een voorgeschiedenis van psychische problematiek. Deze voorgeschiedenis vormde een sterke risicofactor voor het optreden van eventuele problemen. De abortus lijkt dus geen nieuwe psychische aandoeningen te veroorzaken, maar een geschiedenis van psychische aandoeningen komt wel vaker voor onder vrouwen die een abortus meemaken.
Abortuskliniek
Aangezien abortus het risico op het ontstaan van psychische aandoeningen niet duidelijk verhoogt, is er geen reden om speciale interventies te ontwikkelen. “Maar omdat abortusartsen en verpleegkundigen relatief veel vrouwen met een psychiatrisch verleden zien, is de abortuskliniek mogelijk wel een plek waar psychische problematiek vroegtijdig gesignaleerd kan worden”, stelt de onderzoekster.
Van Ditzhuijzen beseft dat haar onderzoek nieuwe vragen opwerpt. “Vragen als: Waarom zijn vrouwen met psychische aandoeningen oververtegenwoordigd in de abortuskliniek? Raken zij vaker ongewenst zwanger, of zijn zij meer geneigd om een zwangerschap af te breken? Toekomstig onderzoek moet hierin meer inzicht geven.”
Bron: Universitet Utrecht
Download hier het hele rapport