Ongeveer 5 tot 10 procent van de ouderen boven de 60 jaar heeft 1 of meer depressieve episodes met ernstige consequenties voor het functioneren en de kwaliteit van leven. Elektroconvulsieve therapie (ECT) is een belangrijke behandeling als oudere patiënten met een ernstige depressie niet goed reageren op antidepressiva of als er snel effect nodig is. Dit concludeert ouderenpsychiater Mardien Oudega - werkzaam bij GGZ inGeest - in haar proefschrift. Zij promoveert op 21 oktober bij VUmc.
Veranderingen in de grijze en/of de witte stof van de hersenen zijn mogelijk betrokken bij het ziekteproces van depressie op latere leeftijd en mogelijk beïnvloeden deze veranderingen in de hersenen ook het effect van de ECT-behandeling. Bij patiënten die werden aangemeld voor ECT-behandeling werd voor de start van de ECT een MRI-scan van de hersenen gemaakt om de hersenen in beeld te brengen. In haar onderzoek onderzocht Oudega de relatie tussen kenmerken van de hersenen, ECT-respons en bijwerkingen. De uitkomsten zijn van belang om in de toekomst beter te voorspellen welke patiënten goed gaan reageren op ECT.
ECT zeer effectief
De belangrijkste conclusies uit dit proefschrift zijn:
* Een ECT-behandeling bij patiënten met een psychotische depressie op latere leeftijd is zeer effectief. Maar liefst 70 procent van deze patiënten herstelt volledig met ECT.
* Een psychotische depressie kenmerkt zich in de hersenen door een kleiner volume en minder activiteit van hersengebieden betrokken bij de uitvoerende (executieve) functies.
* Ook blijkt dat de psychotische depressie op latere leeftijd geassocieerd is met minder geheugenproblemen dan de niet-psychotische depressie, na 7 tot 12 jaar follow-up
M.L. Oudega: ”Late life depression, brain characteristics and response to ECT.”
Het proefschrift is te lezen via VU-DARE
Bron: VUmc