Paddo’s blijken een goed middel om mensen met kanker te helpen bij angst- en depressieklachten. Na een paddotrip zag een hoog percentage van deze mensen - zo’n 40 procent van de mensen met kanker leidt aan angst- en depressieklachten - opnieuw de zin in van het leven, zelfs als ze niet beter zouden worden. Dat schrijft dagblad Trouw, dat zich baseert op Amerikaans onderzoek dat vorige week is gepubliceerd.
Persoonlijkheidsverandering
Mensen met kanker ontwikkelen vaker depressie- en angstklachten. Bijna 40 procent van alle kankerpatienten heeft klachten die zo ernstig zijn dat ze voldoen aan de criteria voor een stemmingsstoornis.
Antidepressiva helpen vaak niet omdat de oorzaak existentieel is, psychologische begeleiding belooft al iets betere resultaten. Maar die lijken niet zo significant als het effect van psychotherapie in combinatie met hallucinerende middelen.
Het is niet de eerste keer dat de effecten van paddo’s op psychische klachten van kankerpatienten zijn onderzocht. Hallucinerende middelen als LSD en paddo’s veroorzaken een verandering in je gedachtepatronen en emoties. In de jaren vijftig en zestig suggereerden verschillende onderzoeken dat deze stoffen effectief zouden kunnen zijn bij het bestrijden van psychische stress bij kankerpatienten. Daarna hield het onderzoek op vanwege het grootschalige recreatieve gebruik van deze middelen in de jaren zestig en de risico’s daarvan. LSD en paddo’s kregen een slechte naam. Dat lijkt de laatste jaren echter te veranderen. Sinds 2000 worden de stoffen opnieuw onderzocht.
Veelbelovend
Het begon met studies naar kleine groepen van bijvoorbeeld twaalf deelnemers. De uitkomsten waren positief. Aan de twee laatste onderzoeken, uitgevoerd door de universiteit van New York en de John Hopkins universiteit, deden tachtig patienten met (ongeneeselijke) kanker en stemmingsklachten mee. De resultaten werden gepubliceerd in The Journal of Psychopharmacology. En die zijn veelbelovend.
Resultaten onderzoeken
Bij het onderzoek van de universiteit van New York waren 29 deelnemers betrokken. Ze werden in twee groepen verdeeld. De onderzoeksgroep kreeg eenmalig een hoge dosis psilocybin, de controlegroep kreeg een placebo. Beide groepen ondergingen psychotherapie. Het effect van psilocybin was een snelle en ononderbroken vermindering van de angst en depressieklachten die minstens zeven weken aanhield.
Bij het onderzoek van de John Hopkins universiteit waren 51 mensen betrokken. Zij werden aan twee sessies blootgesteld, waarbij ze eenmalig een hoge dosis psilocybin kregen en eenmalig een dosis die zo laag was dat die als placebo kan worden aangemerkt. Ze wisten niet van tevoren wat ze zouden krijgen. Zes maanden na de sessie met een hoge dosis was bij 80 procent van de deelnemers nog steeds sprake van een significante vermindering van angst- en depressieklachten. Daarnaast rapporteerden ze een betere stemming, een beter gevoel over hun relaties en meer levensvreugde.
Voor bron en hele artikel: Jenny Velthuys / Trouw