De hulp aan thuiswonende psychiatrische patiënten stokt en loopt zelfs terug. ”Er is aanleiding tot zorg”, staat in een nog niet gepubliceerd rapport van het Trimbos-instituut. Dat zeggen ook de betrokken teams van psychologen en psychiaters. Het rapport stelt dat de intensiteit en omvang van de zorg terugloopt. Volgens deskundigen komen er daardoor meer verwarde en paniekerige mensen op straat. Dat schrijft de NOS, dat het rapport heeft ingezien.
Sinds 2012 wordt het aantal bedden voor psychiatrische patiënten in klinieken afgebouwd. Daarvoor in de plaats zouden zij meer hulp aan huis krijgen. Mobiele teams moesten ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven van mensen met psychische problemen omhoog ging.
Vier jaar geleden kregen deze zogeheten FACT-teams een centrale plaats in een akkoord dat minister Schippers sloot met de partijen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Sindsdien zijn er inderdaad 1500 bedden extra geschrapt.
Bezuinigen
Volgens GGZ Nederland, de belangenorganisatie van ggz-instellingen, bezuinigen verzekeraars op dit moment op de psychiatrische hulp aan huis, terwijl dus was afgesproken dat zij zouden investeren. Vorig jaar is er zo’n 250 miljoen euro op de plank blijven liggen, zegt voorzitter Jacobine Geel van GGZ Nederland.
Deskundigen zeggen dat er ten minste 600 mobiele teams nodig zijn, maar er zijn er niet meer dan 400. Philippe Delespaul, hoogleraar Innovatie in de ggz, trekt harde conclusies: ”We laten patiënten gewoon in de steek. Mensen worden onvoldoende geholpen en lopen het risico paniekerig en in de war op straat te komen.”
Delespaul is bestuurslid van de landelijke organisatie van zogenoemde FACT-teams en geldt als een van de grote voorvechters van een verdere ontwikkeling van de psychiatrische zorg thuis.
De afgelopen vijftien jaar steeg het aantal mobiele (F)ACT-teams gestaag: er zijn er nu zo’n 400. Zij bieden in het hele land zorg aan ongeveer 70.000 mensen. De FACT-teams bestaan meestal uit tien mensen, onder wie een psychiater, een psycholoog, een verslavingsdeskundige en een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige. Die komen bij mensen thuis om ze te helpen, zodat ze zich beter gaan voelen en om te voorkomen dat de problemen verergeren.
NOS
Uit het conceptrapport, geschreven in opdracht van minister Schippers, blijkt dat uitbreiding van de teams tot stilstand is gekomen. Het rapport beschrijft ook dat de teams de patiënten steeds minder zien in hun eigen omgeving.
Sowieso is er steeds minder contact. Dat ziet ook Jacobine Geel van GGZ Nederland: ”Van twee keer in de week thuis, verschuift het contact met mensen steeds vaker naar eens in de drie weken een afspraak op kantoor. Terwijl het juist de bedoeling was de zorg meer op maat thuis te bieden.”
Rennen
Hoogleraar Delespaul ziet de mobiele teams in de praktijk nu ”van hot naar her rennen”. Het onderzoek van het Trimbos-instituut bevestigt dit: het aantal medewerkers loopt terug, terwijl de problemen van de doelgroep steeds ernstiger worden. Daardoor geven die medewerkers aan dat ze ”vaker dan ze lief is achter crisissen aanhollen”, staat in het rapport.
De achterliggende oorzaak is volgens Delespaul dat de huidige financiering niet meer aansluit op de praktijk. Daarbij gaan verzekeraars uit van de gemiddelde patiënten van vroeger, terwijl de werkelijkheid is dat de FACT-teams vooral de patiënten behandelen die meer en dus duurdere zorg nodig hebben. De minder ernstige gevallen komen tegenwoordig onder meer bij de huisarts terecht. Gevolg daarvan is dat er te weinig geld is om nieuwe teams op te richten.
Reacties
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zegt in een reactie graag met alle betrokken partijen te willen werken aan verbeteringen. De verzekeraars vragen teams aan de bel te trekken als zij het gevoel hebben dat zij te weinig geld hebben om goede zorg te leveren. Ook minister Schippers roept daartoe op.
Overigens zet ZN vraagtekens bij de conclusie dat de opbouw van de hulp aan mensen in de eigen omgeving stokt; de organisatie wijst erop dat het aantal mensen dat wordt geholpen bij onder meer huisartsen juist stijgt.
Rapport Trimbos-instituut
Het Trimbos-instituut brengt in opdracht van minister Schippers jaarlijks een ’monitor’ van de ontwikkeling van de psychiatrische hulp in de eigen omgeving (ambulante zorg, in jargon). De bedoeling is dat die voor Kerst naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. De NOS heeft daar een conceptversie van ingezien. De belangrijkste conclusies:
- Een onderzoek onder ggz-instellingen levert ”geen aanwijzingen op dat er sprake is van een uitbouw en intensivering van de ambulante zorg, zoals die was beoogd. De signalen wijzen eerder in een tegenovergestelde richting”.
- Hoofddoel van het project met meer hulp in de eigen omgeving was om de kwaliteit van leven van psychiatrische patiënten te verbeteren. Die ”blijft echter nog steeds ver achter bij die van de algemene bevolking”; veel mensen voelen zich nog altijd buiten de maatschappij staan. Wezenlijke veranderingen hebben de onderzoekers het afgelopen jaar niet vastgesteld.